Uw zoekacties: Bickerspolder en Bikkerswaterschap

1927 Bickerspolder en Bikkerswaterschap ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
1927 Bickerspolder en Bikkerswaterschap
Inleiding
3.
Reglementering
Organisatie: Gelders Archief
Op 20 januari 1598 o.s. stelden de geërfden binnen Bunschoten, wier landen strekten vanaf de Veldegraft tot aan de Veldendijk ressorterende onder Vossevangerssluis of Vossemaeckers sijll, een schouwreglement op *  . De sluis was indertijd gelegd door hun voorzaten, maar zij hadden hem nu doen vernieuwen en bovendien nog twee andere sluisjes doen leggen in de Veldenweg (Westdorpsburgwal of Spakenburgerweg). Er werd een bestuur ingesteld van een hof- of keurmeester en drie heemraden, dat zorg droeg voor onderhoud en vernieuwing van de sluizen (te bekostigen door uitzetting van omslag) en voor de schouw van de sloten.
Vossevangerssluis lag blijkens het verbaal dienende tot bewijs van de deductie van dijkgraaf en heemraden van de Veldendijk d.d. 30 april 1629 o.s. *  in de Veldendijk tussen Breede Erffsluis en een ziel (zijl) tussen de huizen van Thonis Meijnssen en Cornelis Rutgerss. Dit verbaal vormde een van de stukken in het zeer langdurige proces over de onderhoudplicht van de uitwateringssluizen in de Veldendijk, dat vanaf 1621 gevoerd werd tussen dijkgraaf en heemraden en gerecht en ingezetenen van Bunschoten *  .
Met behulp van het proces-verbaal van aanbesteding van het verhogen en verzwaren van de Veldendijk in 1604 *  en van de dijkkaart van 1666 *  kan de plaats van bovengenoemde sluizen ongeveer berekend worden. Breede Erffsluis is de eerste sluis noordwaarts na Rijck Visscherssluis. Vermoedelijk is dit de sluis die op de dijkkaart staat ingetekend bij perceel nrs 286-287. Vossevangerssluis lag waarschijnlijk iets ten noorden van de latere Bickerssluis bij dijkkaart nrs 199-204. De bovengenoemde ziel tussen de huizen van Thonis Meijnssen en Cornelis Rutgerss. (waarschijnlijk dezelfde als de elders vermelde sluis bij Claes Jacobss.) moet dan zijn de sluis ingetekend op de dijkkaart bij nrs 169-182. De buitendijkse sloot van die sluis loopt door de Bekaaide Maatpolder.
Het bovenvermelde proces leidde er tenslotte niet toe, dat de onderhoudslast van de sluizen in de Veldendijk op het heemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijken kwam te rusten. Na 1630 begonnen de geërfden onder de verschillende sluizen in de Veldendijk schouwreglementen op te stellen om het onderhoud daarvan en de schouw van hun sloten te regelen, teneinde schade aan hun landen te voorkomen. Veel sluizen waren toen in slechte staat, dichtgeslibd, ingezakt en vervallen mede door het grotere gewicht van de dijk, die in 1604 verhoogd en verzwaard was. Vossevangerssluis was bijvoorbeeld al in 1623 wegens verval met palen dichtgemaakt *  .
In sommige van de bovengenoemde schouwbrieven zijn bepalingen opgenomen, dat de regeling voor het onderhoud van de sluis alleen gelden zou, zolang er nog geen uitspraak was gevallen in het voornoemde proces, omdat dijkgraaf en heemraden volgens de Sententie Arbitrael van 1603 gehouden zouden zijn voor het onderhoud te zorgen. In de praktijk is de situatie echter niet meer veranderd en de Bunschoter polders zijn blijven bestaan tot 1929.
Op 8 september 1640 o.s. stelden de geërfden tussen de Singel en Bunschotergraft en de Eemdijk, en tussen de polder van Rijck Visscherssluis en die van Gijs Sluijmerssluis (gelegen ongeveer op de plaats van de latere Noordersluis) een schouwbrief op, waaruit blijkt dat de waterlossing grondig verbeterd zou worden *  . De kleine zijlen en duikers waren door veroudering en het gewicht van de dijk geheel onbruikbaar geworden. Goede sloten en watergangen ontbraken en omdat de afstand tussen Bunschoten en de Eem ca 800 à 1000 roeden (3 à 3,75 km) bedraagt, kon men in het midden van het veld of wel het water niet kwijt, of de sloten stonden droog, zodat het vee geen drinkwater had.
Daarom was besloten één grote sluis te leggen van 12 voet wijd en 6 voet boven het dagelijks getij hoog op een geschikte plaats ongeveer midden voor de landen in de Eemdijk in plaats van de drie bovengenoemde sluisjes. De zijlen in de Spakenburgerweg en de Veldendijk werden gerepareerd of vernieuwd. Er werd in 1641 een wetering aangelegd vanaf Bunschoten naar de sluis (de Bickersvaart *  ), wijd 16 voet en diep 5 voet, en twee dwarsweteringen wijd 12 voet en diep 5 voet, één langs de dijk en één midden in het veld.
Over de vaart werd in de dorpsburgwal een brug gelegd met een schotdeur daarin. Geërfden in de polder hadden vrije doorvaart door sluis, vaart en brug, anderen moesten daarvoor tol betalen. Er werd een bestuur ingesteld van een hoofdman of keurmeester en vier heemraden om te zorgen voor aanleg en onderhoud van bovengenoemde werken en voor de schouw van de sloten. Deze schouwbrief werd gewijzigd en aangevuld in 1721, toen de twee schouwdagen (8 mei en 8 augustus), waarop de sloten om en om geschouwd werden, werden vervangen door één jaarlijkse schouw op 28 augustus, waarbij tevens de beloning voor hoofdman en heemraden werd vastgesteld *  . De wijdte van de sloten werd bepaald op 7 voet (bij een diepte van 3 voet) in plaats van 6 voet. De sloten moesten opnieuw worden opgegraven, omdat ze na de overstromingen (in 1702, 1714, 1718 en 1720/1721) waren toegelopen en opgedroogd.
Aan het eind van de 18e eeuw was een nieuwe regeling nodig. In de inleiding tot het schouwreglement, dat de geërfden van Bikkerspolder in 1789 opstelden, klaagden hoofdman en heemraden, dat sommigen ronduit weigerden vóór de schouwdag hun sloten af te steken en op te ruimen, maar dat zij dat pas wensten te doen, als het hun gelegen kwam *  . Men was er niet meer zeker van of de oude schouwbrief wel geauthentiseerd was (en dus rechtskracht bezat), zodat het polderbestuur de schouwboeten niet bij executie durfde in te vorderen.
Daarom had men een nieuw schouwreglement opgesteld, dat merendeels overeenkwam met de schouwbrief van de Sint-Nicolaaspolder van 1759/1760, maar ook met de oudere schouwbrief van Bickerspolder: hoofdman en vier heemraden voerden eens per jaar (in september) schouw over de opgaande- en de dwarssloten waarin geen dammen lagen. Ten laste van de polder kwam het onderhoud van de Bikkerswetering, wijd 16 voet en diep 4 voet, de dijk- en dwarsweteringen (wijd 10 voet en diep 3 voet), de Bikkerssluis en de brug met het schut in de Bunschoterweg. Tegen de nieuwe schouwbrief werd door een enkeling bezwaar aangetekend, maar het reglement werd toch bekrachtigd, nadat de hoofdman de bezwaren had weerlegd *  .
Het bijzonder reglement voor het Bikkerswaterschap werd vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht op 11 november 1858 tegelijk met de reglementen voor de waterschappen Bekaaide Maat, Blokland, Vereenigd Sint-Nicolaas- en Rikvisschers, Noorder en Ooster *  . Het bracht geen wezenlijke verandering. Behalve het onderhoud van bovenvermelde werken kwam dat van enige draaiplanken, en heulen en duikers door de dorpsburgwal en de Spakenburgerweg ten laste van het waterschap. Er werd weer een voor- en een najaarsschouw voorgeschreven. Deze toestand bleef bestaan tot de opheffing van het Bikkerswaterschap per 1 januari 1929.
4. Bestuur en ambtenaren
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
7. Het archief
8. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1789-1928
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh