In tegenstelling tot de in de middeleeuwen ontstane polders onder Hoogland hadden de Bunschoter polders (die in de 17e eeuw gevormd werden) geen eigen grondbezit, dat verpacht kon worden. Het gemeenland van het gerecht van Bunschoten was in eigendom overgegaan op het hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk.

Als er geld nodig was, werd een omslag uitgezet. Daarnaast waren er inkomsten uit (schouw)boeten. In de Sint-Nicolaaspolder werd het visrecht in de wetering verpacht. De opbrengst hiervan diende met de boeten ter dekking van de onkosten van de schouw en van het onderhoud van gemene werken. In de schouwbrief van 1759 wordt de verpachting van het visrecht niet meer vermeld.

Hoofdman en heemraden ontvingen voortaan vaste vergoedingen voor het voeren van schouw en naschouw, het uitzetten en gaderen van de omslag en het afhoren van de rekening. Daarnaast hadden zij het gewin van de derde penning, als er aanbesteding na kwaadschouw moest worden gedaan. Zij ontvingen dan van de nalatige onderhoudplichtige de helft van de kosten van het werk, die hij extra moest betalen.

In de 19e eeuw werden de inkomsten verkregen uit omslagen en boeten. De omslag in de Rikvisscherspolder werd vóór 1826 eens per 2 tot 6 jaar geheven, waarbij de hoogte varieerde van 4 stuivers tot 3 gulden per dammaat. Vanaf 1831 tot 1858 werd (bijna) jaarlijks een omslag opgelegd tussen fl. 0,25 en fl. 0,60 per bunder met een enkele uitschieter tot fl. 2,50 (in 1842). In de Sint-Nicolaaspolder lagen de jaarlijkse omslagen van 1829 tot 1858 tussen fl. 0,15 en fl. 0,40 per bunder. Ten tijde van het verenigd waterschap lag het bedrag van de algemene omslag ook ongeveer zo hoog, tot 1918. In de tien jaar daarna bedroeg de omslag tussen fl. 1,00 en fl. 2,00 per ha. In de westelijke afdeling werd zo nodig een extra omslag geheven voor het onderhoud van de Rikvisscherssluis.

Het geld dat het Vereenigd Sint-Nicolaas- en Rikvisscherswaterschap in 1890 ontving bij de verdeling van de uitkering gedaan in 1883/84 door het hoogheemraadschap aan het waterschap De Bunschoter en Duister Uitwatering in Zee, werd in 1895 gebruikt voor de verbetering van de Westdorpsburgwalweg te Bunschoten. De onderhoudslast voor deze weg rustte niet op het waterschap, maar wel op de ingelanden daarvan, wier land aan de weg grensde *  .