De buitenpolder Hulshorst was gelegen in de gemeenten Doornspijk, Ermelo en Harderwijk.
De grootte werd de eerste jaren opgegeven als ca. 1450 ha, in 1924 was dit 1943 en bij de opheffing 1521 ha.
De naam Hulshorst is afkomstig van het Huis Hulshorst uit de 15e eeuw; in de 16e eeuw het landgoed Hulshorst.
Ter verbetering van de slechte toestand van de afwatering deden in 1919 diverse eigenaren van het betrokken gebied het verzoek aan Provinciale staten om een waterschap op te richten. Ondanks bezwaren van andere eigenaren voldeden Provinciale Staten aan het verzoek bij besluit van 21 december 1921, nr. 14, en brachten de nieuwe polder als buitenpolder onder vigeur van het Reglement op het beheer der rivierenpolders in de provincie Gelderland (Rpr) van 1914; gewijzigd in 1920.
Het besluit van Provinciale Staten verkreeg de Koninklijke goedkeuring bij besluit van 4 februari 1922. nr. 15. De datum van inwerkingtreding van het reglement bepaalden Gedeputeerde staten op 10 april 1922. Het Rpr is in 1922 tweemaal gewijzigd.
In 1934 volgde een herzien Rpr, dat in 1936 (tweemaal), in 1948 en in 1951 is gewijzigd.
In 1927 verzochten een aantal geërfden tevergeefs om de buitenpolder op te heffen.
In 1930 volgde eenzelfde verzoek van één geërfde; ook dit verzoek werd afgewezen.
In verband met de waterschappelijke (her-)indeling en de ruilverkaveling van de Noordwest-Veluwe werd de buitenpolder m.i.v. 1 juli 1959 opgeheven en het gebied opgenomen in het nieuwe polderdistrict Noordwest-Veluwe.
Zie voor een uitvoeriger beschrijving van de opheffing bij de zeepolder/polder Oosterwolde.

Voor de indeling van het archief is, op twee uitzonderingen na, gevolgd de Code voor de ordening der archieven van de waterschappen, derde druk, uitgave 1961.
De uitzonderingen betreffen "Oprichting van de buitenpolder" en "Opheffing van de buitenpolder"; deze onderwerpen zijn niet opgenomen in rubriek "Stukken en seriën van bijzondere aard", maar afzonderlijk respectievelijk als de rubrieken A en D.