De krijgsraden spraken recht over militaire en gewone misdrijven van militairen. De bevoegdheid van de krijgsraad strekte zich uit tot strafbare feiten die in de afdeling of het arrondissement werden gepleegd door militairen. Bepaalde vonnissen van de Krijgsraden werden tot 1924 bekrachtigd door het Hoog Militair Gerechtshof (HMG). Het HMG was tevens de instantie voor hoger beroep.

De krijgsraden te velde hadden ongeveer dezelfde bevoegdheden als de gewone krijgsraden, maar dan enkel voor de troepen te velde. De krijgsraden te velde oordeelden tussen 1944/1945 en 1965 over militairen die onder een commanderend generaal stonden.

De auditeur-militair vervult een rol die min of meer vergelijkbaar is met die van de officier van justitie bij een gewone rechtbank. De archieven van de auditeur-militair en de krijgsraden zijn in deze plaatsingslijst met elkaar vermengd. Veel archiefbescheiden van de auditeur-militair van na 1945 zijn zogenaamde weeklijsten. Weeklijsten zijn staten van verdachten/delinquenten met vermelding van gegevens over de misdrijven / overtredingen, de behandeling van hun zaken, de uitspraken en de straffen.

Er zijn na de Franse tijd verscheidene reorganisaties van de militaire rechtspraak geweest. Details over de organisatie, de procesgang en het functioneren van de krijgsraden zijn te vinden in:
- J.G.M. Sanders (eindred.), Voorwaarts¿mars! Onderzoeksgids voor defensiearchieven betreffende Noord-Brabant 1588-1974 (Den Bosch 1996), 113-130. Aanwezig in bibliotheek Rijksarchief in Gelderland, nr. 6679.
- H.H.A. de Graaff, De militairrechterlijke organisatie en haar verband met de bevelsverhoudingen bij de landmacht 1795-1955 (Den Haag 1957).
- Inventaris van de archieven van Krijgsraden en Auditeurs-militair in Noord-Brabant 1806-1974 (Den Bosch 1993). Aanwezig in bibliotheek Rijksarchief in Gelderland nr. 7059.