Doordat tijdens de "Slag om Arnhem" in 1944 de archieven van de arrondissementen en de directie van Rijkswaterstaat Gelderland vanaf circa 1850 verloren zijn gegaan, is de waarde van de dienstkringarchieven aanmerkelijk toegenomen. *  Deze laatste bleven immers over als de enige informatiebronnen wat betreft de Rijkswaterstaat in Gelderland over de periode 1850-1945. Om die reden werd dan ook niets vernietigd uit de archieven van de dienstkringen Zutphen en Nijmegen. Uitzondering hierop vormden de dubbelen. De vergunningen aan derden en de goedkeuringen en toestemmingen op basis van algemene vergunningen verleend aan derden voor het maken en behouden van werken op, langs en nabij waterstaatswerken werden naar de administratie teruggezonden.

Van de oorspronkelijke 8 en 11 meter voor respectievelijk de dienstkringen Zutphen en Nijmegen zijn 5 en 8,5 meter voor blijvende bewaring aangewezen.

De begindata, voor de dienstkring Zutphen 1821 en voor de dienstkring Nijmegen 1822, werden bepaald door het oudste aangetroffen stuk. De eindcaesuren, respectievelijk 1948 en 1950, werden bepaald door de invoering van het dossierstelsel en de code-Huisman. De begindata kon niet anders worden gelegd omdat er geen gegevens bekend zijn over de geschiedenis en organisatie van de dienstkringen.

Voordat met de bewerking van de archieven werd gestart, werden uit semi-statische gedeelten van de dienstkringarchieven de bestanddelen van voor de invoering van het dossierstelsel gelicht en bij de te bewerken archiefgedeelten gevoegd.

In de inventaris zijn enkele beschrijvingen opgenomen waarvan de datering doorloopt tot na de eindcaesuren. Het betreft hier dossiers waarvan de grootste c.q. belangrijkste delen van de betrokken zaken hun beslag vonden voor 1948 of voor 1950.

De seriegewijs geordende gedeelten werden, evenals de dossiergevormde gedeelten, intact gelaten. Slechts fouten in de ordening werden hersteld. Ten aanzien van de dossiergevormde stukken moet worden opgemerkt, dat zo nodig dossiers werden samengevoegd tot verzameldossiers.

In de datering werden slechts het eerste en het laatste jaar vermeld. Hiaten in de datering zijn evenwel niet opgenomen.

De series ingekomen en uitgaande stukken werden, tezamen met de toegangen, geplaatst onder "Stukken van algemene aard". Bij de plaatsing van de beschrijvingen onder de rubriek "Stukken betreffende bijzondere onderwerpen" werd primair de code-Huisman gevolgd (zie bijlage 3). Indien mogelijk werden de beschrijvingen secundair op object geordend.

Op de door het Rijksarchief in de provincie Gelderland in 1977 uitgegeven inventaris van een gedeelte van het archief van de dienstkring Nijmegen werd een concordans vervaardigd. De oude inventarisnummers 1 tot en met 57 werden hierin niet opgenomen omdat deze gelijk lopen met de huidige inventarisnummers.

Bij de bewerking van het archief van de Commissie voor den straatweg van Nijmegen naar Cranenburg werden de stukken herordend tot een serie ingekomen en minuten van uitgaande stukken. De reden hiervoor was, dat de oude orde zodanig was verstoord, onder meer door het ontbreken van gedeelten van het archief, dat herstel hiervan niet mogelijk was.

De begin- en einddata van het archief werden bepaald door de instelling van de commissie in 1822 en de opheffing daarvan in 1936.

In het archief van de directie Gelderland werden notulenboeken van de commissie aangetroffen, welke bij het commissie-archief werden gevoegd. Andere afgedwaalde stukken werden aangetroffen in het archief van de dienstkring Nijmegen. Ook die werden in het archief van de commissie opgenomen.

Uit het archief werden de dubbelen verwijderd en ter vernietiging aangeboden aan het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn. Van de oorspronkelijke 40 cm bleef 36 cm over.

De dienstkring Nijmegen kreeg na opheffing van de commissie de straatweg van Nijmegen naar Cranenburg onder haar beheer, reden waarom het commissie-archief als gedeponeerd archief werd opgenomen bij het archief van genoemde dienstkring.

Tijdens de bewerking van het archief van de dienstkring Zutphen werd een fragment van het archief van de Commissie over de straatwegen van Deventer naar Oldenzaal, Zwolle en Voorst en van Holten naar Wierden aangetroffen. Deze stukken handelden over de grindweg van de Gietelsche Brouwerij naar de Woeste Hoeve. De rest van het archief bevond zich in de archiefbewaarplaats van de gemeente Deventer. In het kader van het bestemmingsbeginsel werden de stukken dan ook overgedragen aan het gemeentearchief Deventer.

De inventarissen van beide dienstkringen zijn in een band opgenomen omdat de dienstkringen beide onder de directie Gelderland vielen, de perioden vrijwel parallel liepen en omdat de structuren van de archieven veel overeenkomst vertoonden.