Uw zoekacties: Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Statencentrale Ede

0737 Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Statencentrale Ede ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Geschiedenis van de archiefvormer
0737 Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Statencentrale Ede
Inleiding
2.
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Gelders Archief
Onderstaande is grotendeels gebaseerd op de publicatie Wegwijs in de A.R. Partij door W.R. van der Sluis (1964) en Parlementaire geschiedenis van Nederland door J. Bosman & A. van Kessel (2011)

Antirevolutionair was een 19e-eeuwse politieke storming die zich keerde tegen de ideeën van de Franse Revolutie. Al voor de oprichting van de Anti-Revolutionaire Partij in 1879 bestond al een groot aantal kiesverenigingen met gelijksoortige ideeën, onder het leiderschap van Abraham Kuyper (1837-1922) sloten veel van deze verenigingen zich aan bij de landelijke partij.

De ARP kende een gecompliceerde en federale structuur. Kort na de oprichting van de partij stond boven de kiesverenigingen alleen het Centraal Comité, het landelijk bestuur. Iin de loop van de jaren werd het partijapparaat steeds verder uitgebreid. Op het gemeentelijk niveau stond de kiesvereniging. Tot het takenpakket van de kiesvereniging behoorde het verrichten werkzaamheden ten behoeve van de verkiezing van de leden van de gemeenteraad en het kiezen van afgevaardigden voor de Staten- en Kamercentrales.

De Statencentrales waren samengesteld uit afgevaardigden van verschillende kiesverenigingen. Tot het takenpakket van de Statencentrale behoorde het behartigen van de belangen van de ARP, het werkzaam zijn ten behoeve van de verkiezingen van leden voor Provinciale Staten, het verrichten van overige werkzaamheden die door de partij aan de centrale waren opgedragen en het kiezen van afgevaardigden voor de Kamercentrales en het Partijconvent.

De Kamercentrales waren samengesteld uit afgevaardigden van kiesverenigingen en Statencentrales. Tot het takenpakket van de Kamercentrales behoorde het opstellen van de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer en waar de Kamerkieskringgrens samenviel met die van de provincie, werkten Kamercentrale en Statencentrale samen in een Provinciaal Comité. Uit de leden van de Kamercentrales werden afgevaardigden gekozen voor het Centraal Comité, het nationaal bestuur van de ARP.
Het Centraal Comité werd gevormd door afgevaardigden van zowel de Eerste als de Tweede Kamerfractie, vertegenwoordigers van de Kamercentrales en twee adviserende leden van de politieke jongerenorganisatie, de Anti-Revolutionaire Jongeren Studieclubs (ARJOS). Tot het takenpakket van het Centraal Comité behoorde het benoemen van deskundigen voor het College van Advies en het besturen van de ARP. Het centraal Comité kwam vijf a zes keer per jaar tezamen en vergaderde dan een hele dag. De voorbereiding van het werk van het Centraal Comité werd gedaan de de Moderamen.

Ieder jaar waren er verschillende bijeenkomsten en vergaderingen van de verschillende partijorganen, hieronder worden kort het Partij Convent en de Deputatenvergadering uitgelicht. Het Partij Convent, tijdens deze halfjaarlijkse bijeenkomst waren ca. 300 afgevaardigden uit vrijwel alle partijorganen aanwezig om de politieke richting van de partij te bepalen. Voor iedere Tweede Kamerverkiezing was er een Deputatenvergadering voor deze bijeenkomst waarop het verkiezingsprogramma van de ARP en de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer werden vastgesteld leverde iedere kiesvereniging één afgevaardigden.

Mede dankzij de federatieve opbouw bestond bij de ARP een hechte samenhang tussen landelijke, provinciale en gemeentelijke politiek. Brochures met documentatie, zoals die bijvoorbeeld door de Dr. Kuyperstichting werden uitgegeven, waren niet in de laatste plaats bestemd voor gebruik in de plaatselijke kiesverenigingen. Deze brochures informeerde de leden over de standpunten van de partij over specifieke thema's, maar nog belangrijker de richting van de koers die de gehele partij de komende periode zou voeren.
De kiesverenigingen die waren gevestigd binnen de Statenkieskring II (Dit waren de verenigingen van Hoevelaken, Barneveld, Scherpenzeel, Ede, Wageningen en Renkum) en aangesloten bij het Centraal Comité van de Anti-Revolutionaire Kiesverenigingen, vormden samen de Statencentrale Ede. De Statencentrale was aangesloten bij de het Provinciaal Verbond van de ARP in Gelderland. Het is niet bekend wanneer de centrale is opgericht, het vroegste document in het archief betreft het verslag van een jaarvergadering van 1946.

De Statencentrale in Ede had een belangrijke coördinerende rol bij de samenwerking tussen de confessionele politieke partijen ARP,CHU en KVP op gemeentelijk niveau in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Het bestuur van de Statencentrale zelf leek echter zeer gesteld op zijn onafhankelijkheid. Ook na de oprichting van het Christen Democratisch Appèl (CDA)-Statenkringverband Ede op 13 januari 1977 hield het bestuur zich zoveel mogelijk afzijdig van het CDA. Dit blijkt vooral uit het feit dat de Statencentrale zoveel mogelijk apart van het CDA de kieskringen informeerden over de stand van zaken en de secretaris van de ARP bedankte voor een rol in het bestuur van het CDA. (Archief ARP Statencentrale Ede, inv. nr. 6 en 12). Uiteindelijk hield de ARP op te bestaan op na de fusie van ARP, CHU en KVP in het Christen Democratisch Appèl op 11 oktober 1980.
3. Geschiedenis van het archiefbeheer
4. Inhoud en structuur van het archief

Kenmerken

Datering:
1946-1979
Auteur:
S. van Hooijdonk