0736 Sint-Gudulakerk te Lochem ( Gelders Archief )
0736
Sint-Gudulakerk te Lochem
Inleiding
laatste wijziging 21-01-2021
137 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden
Inventaris
10. De twee vicarieën van de vroegmis in de St. Gudulakerk
N.B. Oorspronkelijk bestond er één vicarie van de vroegmis ter ere van de Heilige Maagd. Bij den stichtingsbrief van 2 juli 1430 (afgeschreven in het Liber camerae capituli Zutphaniensis, kapittel-archief te Zutphen, folio CXX) werd de bestaande stichting veranderd in twee vicarieën, te weten de vicarie van de vroegmis op het hoofdaltaar en de vicarie van de vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar. De collatie stond aan den pastoor (later de kapittelheren van Zutphen als pastoors) en den magistraat van Lochem.
Inv.nrs. 113A, 113B en 114 hebben betrekking op de tweede vroegmis-vicarie.
N.B. Oorspronkelijk bestond er één vicarie van de vroegmis ter ere van de Heilige Maagd. Bij den stichtingsbrief van 2 juli 1430 (afgeschreven in het Liber camerae capituli Zutphaniensis, kapittel-archief te Zutphen, folio CXX) werd de bestaande stichting veranderd in twee vicarieën, te weten de vicarie van de vroegmis op het hoofdaltaar en de vicarie van de vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar. De collatie stond aan den pastoor (later de kapittelheren van Zutphen als pastoors) en den magistraat van Lochem.
Inv.nrs. 113A, 113B en 114 hebben betrekking op de tweede vroegmis-vicarie.
0736 Sint-Gudulakerk te Lochem
Inventaris
10.
De twee vicarieën van de vroegmis in de St. Gudulakerk
N.B. Oorspronkelijk bestond er één vicarie van de vroegmis ter ere van de Heilige Maagd. Bij den stichtingsbrief van 2 juli 1430 (afgeschreven in het Liber camerae capituli Zutphaniensis, kapittel-archief te Zutphen, folio CXX) werd de bestaande stichting veranderd in twee vicarieën, te weten de vicarie van de vroegmis op het hoofdaltaar en de vicarie van de vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar. De collatie stond aan den pastoor (later de kapittelheren van Zutphen als pastoors) en den magistraat van Lochem.
Inv.nrs. 113A, 113B en 114 hebben betrekking op de tweede vroegmis-vicarie.
N.B. Oorspronkelijk bestond er één vicarie van de vroegmis ter ere van de Heilige Maagd. Bij den stichtingsbrief van 2 juli 1430 (afgeschreven in het Liber camerae capituli Zutphaniensis, kapittel-archief te Zutphen, folio CXX) werd de bestaande stichting veranderd in twee vicarieën, te weten de vicarie van de vroegmis op het hoofdaltaar en de vicarie van de vroegmis op het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar. De collatie stond aan den pastoor (later de kapittelheren van Zutphen als pastoors) en den magistraat van Lochem.
Inv.nrs. 113A, 113B en 114 hebben betrekking op de tweede vroegmis-vicarie.
laatste wijziging 21-01-2021
137 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 21-01-2021
137 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden