Als persoonlijk archief zijn aangemerkt de bescheiden die J.J.M. Taminiau heeft ontvangen als lid van, of deelnemer aan, verenigingen of organisaties met een min of meer publiek karakter, zoals het titelblad aangeeft zijn "openbare leven' betreffend. Als familiearchief de stukken die zijn gezin en familie aangaan, evenals de stukken welke hij ontving of opmaakte bijv. als lid van een tennisclub.
De hierboven onder c. genoemde stukken zijn voor het merendeel persoonlijk archief. De overige bescheiden betreffen het familiearchief Taminiau, dat aan het gemeentearchief te Zutphen in bewaring is gegeven.
De zojuist gegeven criteria voor scheiding in drie archieven zijn niet konsekwent door te voeren. Ten eerste omdat de inventarisatie van de drie archieven niet gelijktijdig kon plaats vinden, enerzijds door de gespreide inbewaringgeving, anderzijds doordat de inventarisatie van het ondernemingsarchief beëindigd moest worden voordat die van het persoonlijk archief ter hand kon worden genomen. Ten tweede bevinden zich in de archieven stukken -hoofdzakelijk brieven- die in meer dan één archief zouden zijn onder te brengen. Het belang van de conservenfabriek heeft bij het ordenen van die brieven voorop gestaan. Zonodig is in deze inventaris naar de betreffende inventarisnummers in het ondernemingsarchief verwezen.

Na beëindiging van de inventarisatie van het persoonlijk archief van J.J.M. Taminiau blijkt dat, aan de hand van de hierboven geformuleerde criteria, de archivalia betreffende de Kerckebosch-Club die nu opgenomen zijn in de inventaris van de conservenfabriek (blz. 91, 92) in deze inventaris behoren. Omgekeerd zijn als gedeponeerd bij het ondernemingsarchief aan te merken de stukken betreffende de Commissie tot bevordering van de teelt- en verwerkingsmogelijkheden van de kers, die betr. het Instituut voor Veredeling van Tuinbouwgewassen, evenals die inzake het lidmaatschap van de Coöperatieve Veilingsvereniging Over-Betuwe.

Het persoonlijk archief van J.J.M. Taminiau omvat ruim één strekkende meter archiefbescheiden, die materieel in goede staat verkeren. Per archiefonderdeel was een bepaalde ordening te onderkennen. De stukken zijn beschreven naar de aard van bemoeiing die Taminiau met de diverse instellingen had. De indeling van de inventaris is allereerst gebaseerd op het doel der instelling: economisch, politiek, maatschappelijk en cultureel gericht op het geven van onderwijs. Een verdere verdeling is die naar werkterrein: landelijk, provinciaal, regionaal of plaatselijk. Is daarbinnen een nadere ordening noodzakelijk dan zijn de instellingen alfabetisch op naam gerangschikt.
In het archief zijn bescheiden aangetroffen die dateren van vóór of ná de periode dat Taminiau lid of bestuurder was van de betreffende instelling. Die stukken zijn opgenomen in de afdeling van de instelling waarop zij betrekking hebben, bijv. onder 3.4. Nederlandsche Rode Kruis, kring Gelderland en 3.17. Rotary Club Arnhem.
De inventaris is afgesloten na de aanwinst die op 15 augustus 1977 werd verkregen.