1 met de zegels van Floris van Tuyl en Willem Wouterss., schepenen in Deil.

2 met de zegels van Ghijsbrecht van Tuyll, Adriaen van Matenesse, jkr. Jan van Arkell, heer tot Huekelum en tot Leyenborch, jkr. Rutger van den Boetsselaer, heer tot Asperen en tot Langeraeck en Philips van Spaengien, ridder; dat van Jan van Duvenvoirde, raad van Holland, ontbreekt.

3 met de zegels van Joest van Ghijssen en Jan Ottenss. die Peyter, schepenen in Rhenoy.

4 met een restant van het zegel van Wylhem van Herwijnen en het gebroken zegel van Johan Herberens, schepenen in Tuil.

5 met de zegels van Christoffel, graaf tot Moerze, Gijsbert van Tuyl van Bulckesteyn, Geryt van Arckell, heer tot Hoickelom, Amerzoeden en der Merweden, Walraven van Arckell, broeder tot Hoickelom, heer tot Werdenborch, Walraven van Haifften, heer tot Herwijnen, Staes van Hemert, Henrick die Groiff, Gijsbert die Groiff, Walraven Pieck, Wilhem Bentynck en Cracht van Camphuesen; dat van Gijsbert van Camhuesen ontbreekt.

6 met de zegels als vermeld bij inv. nr. 5; dat van Gijsbert van Camphuesen ontbreekt hier eveneens.

7 met het zegel van Ott van Haefften en het licht geschonden zegel van Roleff van Oever Gerits., heemraden in Tielerwaard.

8 met de zegels van Ott van Asperen en van Vuern en Prederick van Hemert, dijkheemraden in Tielerwaard.

9 met de zegels van Ott van Asperen ind van Vuern en Prederick van Hemert, dijkheemraden in Tielerwaard.

10 met de zegels van Roloff van Oever Gerits, en Jan Wilms., dijkheemraden in Tielerwaard.

11 met het zegel van Willem van Tuyll den alden; de zegels van Willem van Tuyll den jongen, Henrick van Tuyll, Gysbert Pieck t.b.v. diens vrouw Mechtelt van Tuyll, Prederick van Hemrt, heer tot Wadenoyen, Thomas van Scerpenzeel, heer tot Rumdt, heer Mauritius dye Grooff van Arkelants, kanunnik en domheer binnen Utrecht, Willem Benting en Otto Pieck, heer tot Tienhoven, ontbreken.

12 De zegels Willem van Tuyll, Henrick van Tuyll, Gijsbert Pieck als man van Mechtelt van Tuyll, Geertruyt van Tuyll, Otto van Tuyll, Willem van Tuyll (de vader), heer Mauritius die Grooff van Arkelants, domheer binnen Utrecht, en Willem Benting ontbreken, 14. met de zegels van Willem van Tuyll de jonge, Willem van Tuyll de oude, en Jacob van Hoomborch; die van Gijsbert Pieck, Reyner van Aesswijn, heer tot Brakell en Sterkenborch, Walraven Pieck (broeder van de bruid), Walraven Pieck, heer tot Wolffsweyrdt en Amdt van Bueren ontbreken.

13 met het zegel van koning Philips II als leenheer.

15 met de zegels van Gijsbert Pieck, Geraerdt Pynssen van der A, drost tot IJsselstein, Johan van Matenesse (fragment), Johan van Matenesse, heer tot Lisse, en Ghijsbrecht van Matenesse (geschonden); die van Willem van Tuyll (de bruidegom), Gerard de Groeff van Erckelens en Reynaert van Aeswijn, heer tot Braeckell, ontbreken.

16 met de zegels van Herman van Keppel, Heyndrick de Wolff van Westenroede, heer van Poteghen (restant), Albert Blanckebyl (geschonden) en Anthonis van Duvenvoirde, heer van Den Bosch; die van Wolff van Haerstee, Ghijsbrecht van Duvenvoirde, heer tot Updam, en Ghijsbrecht van Matenesse ontbreken.

17 het zegel van het vorstendom Gelre ontbreekt.

18 met het licht geschonden zegel van Gijsbert Pieck, en de zegels van Willem van Tuyll en Thomas van Scerpenseel, heer tot Rumdt; die van Otto Pieck, heer tot Tyenhoeven, Johan van Asperen en Vuern, ridder, heer tot Vuern, Gossen van Lauwick, heer tot Malssen en Deyll, Goossen van Honsselaer, Henrick van Tuyll, Gerit dye Grooff van Arckelants, Walraven Pieck, heer tot Wolfssweerdt, Johan Heyn, Jacob van Hoomborch, drost tot Leerdam, en Gijsbert van Matenesse ontbreken.

19 met de zegels van Geraerdt de Pinssen van der A, Pieter Pinssen van der A, Cornelis van Halmale, Henrick Heermalen, Willem van Tuyll, heer tot Bulkesteyn en Gijsbert Pieck; die van Adam Pinssen, Willem van Tuyll de jonge en Walraven Pieck, heer tot Wolffsweert, ontbreken.

20 de zegels van Emondt Gruyter, Willem van Tuyll tot Bulckensteyn, Arnolt Gruyter, Rijckwijn Cloeck, Walraven Pieck, Jacob Pieck, heer tot Eynspick, Justus van Rijsenborch, heer tot Rijsenborch, en Maximiliaen van der Lauwick, heer tot Deyll, ontbreken.

21 met de zegels van Henrick van Tuyll van Bulckensteyn (geschonden), Walraven van Steenhuys tot Oploo en Caspar van Galen tho der Overhage; die van Jacob van Tuyll tot Bulckensteyn, Emondt de Gruyter, heer tot Creyenstein, Ludolph van Steenhuys, Johan Elbert van Hertevelt tho Hertevelt, Willem van Tuyll tot Bulckensteyn en Agnes van Steenhuys ontbreken.

22 met de zegels van (ws.) Willem van Tuyll, heer tot Bulckensteyn (restant), Anthonis van Wassenaar, heer van Den Bosch, Dirck Mulert, domheer tot Utrecht (geschonden), Nicolaes van Brakell, drost tot der Lee en Rutger van den Boetzelaer van den Toutenbergh; die van Jacob van Thuyll van Bulckensteyn, Emondt de Gruyter tot Creyesteyn, Jacob van Wassenaer, heer van Opdam, en Henrick van Thuyll van Bulckensteyn ontbreken. Als bruidegom en getuigen allen gezegeld hadden, zouden er 10 zegels geweest zijn; er zijn slechts 9 zegelstaarten. Doordat het 1e zegel erg geschonden is en er 4 zegels ontbreken, is moeilijk vast te stellen wie er niet gezegeld heeft; ws. is dat Johan van Camp wiens handtekening eveneens ontbreekt. Ook de volgorde is onduidelijk.

23 met de zegels van Arent Adam van Wassenaer, heer van Den Bosch, en Prederic van lyere, kapitein; die van Hendrick van Tuyl van Bulckesteyn, Willem van Tuyll, heer van Bulckesteyn, Gilles Pieck, heer tot Enspick, Willem van Lyere, heer van Oosterwijck, Cesar van Cruningen, baljuw van Axele enz., en Cornelis van Watervliet, heer van 's-Heer Hendricxkinderen, ontbreken.

24 niet bezegeld geweest.

25 met de zegels van heer Dirc van Oesterwijc, priester, en Coen van Oesterwijc.

26 met het zegel van Johanna van Halewijn, vrouwe van Wassenaer t.b.v. haar zoon Johan van Wassenaer.

27 met de zegels van Gheryt bastaard van Culenborch heer tot Rijsenborch, Willem Bor van Amerongen, Jacob Uuyten Engh, deken van St. Peter tUytrecht, Melchior van Culenborch en Walraven Pieck, heer tot Wolffsweerdt; dat van Jan van Schoenhoeven, deken tot Culenborch, ontbreekt.

28 met, in volgorde der beschreven akten, a) het zegel van Gheraet Hubrechtszoen, schepen in Deil; dat van de schepen Ghijsbrecht van Tuul ontbreekt; b) de zegels van Gheraet van den Rijn en Wouter Wouters van Tuyll, schepen in Deyl.

29 met de zegels van Gooswijn van Tuuyl, zoon van heer Willem, en Ynwaen Hacke Rutgherszoen, schepenen in Deil.

30 met de zegels van Ot van Hoekelem en Henric van den Rijn, schepenen in Deil.

31 met, in volgorde der beschreven akten, a) het geschonden zegel van Willem van Beesdt en het restant van het zegel van Jan van Horwijnen, schepenen in Deil; b) het licht geschonden zegel van Willem van Beesdt en dat van Jan van Horwinen, schepenen in Deil.

32 met, in volgorde der beschreven akten, a) het licht geschonden zegel van Jan Ghijsbertssoen, schepen in Deil; dat van de schepen Aernt Pieck Hermanssoen ontbreekt; b) de zegels van Alaert van Haeften en Jan Ghijsbertssoen; c) de zegels van Jan Ghijsbertssoen en Alaert van Haeften, schepenen in Deil; het hieraan ontbrekende zegel is ws. van de schepen Jan van Ingen Wouterssoen.

33 met de licht geschonden zegels van Hubert van Beesdt en Aernt Pieck Hermanssoen, schepenen in Deil.

34 met de zegels van Hubert van Beesdt en Aernt Pieck, schepenen in Deil.

35 met het zegel van Willem Gherits, schepen in Deil; dat van de schepen Florys van Beesdt ontbreekt.

36 met de zegels van Floris van Tuyl en Willem van Boeninge, schepenen in Deil.

37 met het zegel van de leenkamer van het graafschap Egmond.

38 het zegel van de heer van Waardenburg als leenheer ontbreekt.

39 met het leenzegel van het graafschap Culemborg.

40 met het zegel van het vorstendom Gelre.

41 met het zegel van het vorstendom Gelre.

42 met het leenzegel van het graafschap Culemborg.

43 het zegel van de heer van Waardenburg als leenheer ontbreekt.

44 met het zegel van Herbert die Koek, schepen in Tuil; dat van de schepen Art Schoick ontbreekt.

45 met het geschonden zegel van Melchior van Meteren en met het zegel van Jan die Rouwe, schepenen in Tuil.

46 met de zegels van Johan van Herwijnen en Johan die Rowe, schepenen in Tuil.

47 met het ernstig geschonden zegel van de hertog.

48 met het zegel van de hertog.

49 met het ernstig geschonden zegel van de bisschop.

50 met het zegel van de hertog.

51 met het zegel van Henryck van Zeelen Lottumss. als stadhouder der lenen in het hertogdom Gelre.

52 met het zegel van de hertog.

53 met, in volgorde der beschreven akten, a) de zegels van Jan Ottenss. en Aelbert Hermanssen, schepenen in Renoy, ontbreken; b) de zegels van Lambert Janssz. en Aelbert Hermanssz., schepenen te Renoi; c) de zegels van Herman Hanrickss. en Aelbert Hermanss., schepenen in Renoy; dat van de schepen Geraerdt Arienssz. ontbreekt; d) de zegels van Jan Ottensz. en Aelbert Hermanssz., schepenen in Renoy, ontbreken.

54 met het zegel van het vorstendom Gelre.

55. met het zegel van Ghijsbert van Mekeren.

56 met het zegel van Wouter Gruter en het licht geschonden zegel van Gijsbert van Mekeren, schepenen te Arnhem.

57 met het zegel van Otto van Scherpenseel, richter te Arnhem en van Veluwezoom.

58 met een restant van het zegel van Wilhelm van Scherpenzeell, drost op de Veluwe.

59 met het zegel van Zwer van Brakell, richter, en de zegels van Gelis van Riemsdick en Udo van der Lauwijck, schepenen van Wageningen.

60 met de zegels van Johan van Brienen en Krestiaen Kyvit, schepenen te Arnhem.

61 met de zegels van Johan van Herwijnen, Johan van Haeften, Alert van Haeften en (ws.) Johan Voss van Avezaet, persoon tot Avezait; die van Ot van Arckel, heer tot Hoekelum, Gisbert van Herwijnen, Gijsbert van der Molen, Arndt van Hemert, Herman van den Steenhuys, meester Ot van den Steenhuys, persoon tot Herwijnen en Dirck van Hemert ontbreken.

62 met het lichtgeschonden zegel van Adriaen van Brakell en het zegel van Derick die Haess, schepenen in Tiel.

63 Met de geschonden zegels van (ws.) Gijsbert van Tuyll en Jan die Roever, heemraden in Tielerwaard; het zegel van Willem de Cock van Neerijnen, dijkgraaf in Tielerwaard, en die van de heemraden Zweer van Werdenborch, Alart van Haeften, Gijsbert van Haeften, Henrick van Tuyll Ghijsbertss. en Elias die Ruwe ontbreken.
Door beschadiging van de pliek is niet met zekerheid vast te stellen hoeveel zegels aan het stuk gehangen hebben.

64 met, in volgorde der beschreven akten, a) de zegels van Claes Pieck en Floris van Tuil, schepenen in Deil; b) de zegels van Staes Wouters, Claes Pieck en Floris van Tuil, schepenen in Deil; dat van de schepen Henrick van Brienen ontbreekt.

65 met een fragment van het zegel van Walraven van Malborch, schepen in Tuil; dat van de schepen Henrick Scoeck ontbreekt.