0411 Landgoed De Kloeckenwaard ( Gelders Archief )
0411
Landgoed De Kloeckenwaard
Inleiding
2. Archiefvormer en archief
0411 Landgoed De Kloeckenwaard
Inleiding
2.
Archiefvormer en archief
De in 1954 door baronesse G.M. van Tuyll van Serooskerken geb. van Lynden aan het Rijksarchief in Gelderland geschonken stukken hebben bijna alle betrekking op het Kleefse leen de Kloeckenwaard te Westervoort.
Uit de hierna beschreven stukken blijkt, dat de Kloeckenwaard bestond uit twee gedeelten, nl. 1/3 deel, geheten het Staertjen, en 2/3 deel, omvattende de percelen "de acht morgen" en "de zes morgen", ook wel genoemd "Kaeltjens Koeyweyde". Of het 1/3 deel, het Staertjen, een leen van de hertog van Kleef was, zoals het 2/3 gedeelte, blijkt niet (Zie Inv. no. 21). Van het 2/3 gedeelte, dat voordien in een hand verenigd was, werd in 1671 de helft verkocht op voorwaarde, dat de grond gemeenschappelijk verpacht zou worden. (Inv. no. 11).
Tevens had bij verkoop de mede-eigenaar recht van voorkeur. (Inv.no. 10) De meeste stukken hebben betrekking op de helft, respectievelijk bezeten door de families Tulleken en Gaymans.
Van de andere helft, achtereenvolgens in het bezit van de families Van Putten (1671), van Retraedt (1787), v. Leenhof de l'Espierre en Van der Renne, zijn slechts enkele stukken aanwezig (Inv. no. 11 - 15).
Na 1832 zijn de twee helften van het 2/3 gedeelte waarschijnlijk weer in één hand verenigd, zodat de stukken betreffende beide helften bij elkander gekomen zijn.
Achter in deze inventaris zijn enige stukken beschreven, die afkomstig zijn van vroegere eigenaren van de Kloeckenwaard, maar die geen betrekking hebben op dit goed.
Uit de hierna beschreven stukken blijkt, dat de Kloeckenwaard bestond uit twee gedeelten, nl. 1/3 deel, geheten het Staertjen, en 2/3 deel, omvattende de percelen "de acht morgen" en "de zes morgen", ook wel genoemd "Kaeltjens Koeyweyde". Of het 1/3 deel, het Staertjen, een leen van de hertog van Kleef was, zoals het 2/3 gedeelte, blijkt niet (Zie Inv. no. 21). Van het 2/3 gedeelte, dat voordien in een hand verenigd was, werd in 1671 de helft verkocht op voorwaarde, dat de grond gemeenschappelijk verpacht zou worden. (Inv. no. 11).
Tevens had bij verkoop de mede-eigenaar recht van voorkeur. (Inv.no. 10) De meeste stukken hebben betrekking op de helft, respectievelijk bezeten door de families Tulleken en Gaymans.
Van de andere helft, achtereenvolgens in het bezit van de families Van Putten (1671), van Retraedt (1787), v. Leenhof de l'Espierre en Van der Renne, zijn slechts enkele stukken aanwezig (Inv. no. 11 - 15).
Na 1832 zijn de twee helften van het 2/3 gedeelte waarschijnlijk weer in één hand verenigd, zodat de stukken betreffende beide helften bij elkander gekomen zijn.
Achter in deze inventaris zijn enige stukken beschreven, die afkomstig zijn van vroegere eigenaren van de Kloeckenwaard, maar die geen betrekking hebben op dit goed.
laatste wijziging 04-10-2023
33 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 04-10-2023
33 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
laatste wijziging 04-10-2023
33 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand