In zijn jaarverslag over 1939 (blz. 39 alinea 3) schreef de Rijksarchivaris in Gelderland het volgende. "In augustus kwam ik met het bestuur der stichting, die het huisarchief van Hemmen bezit, overeen, dat dit archief tijdelijk naar Arnhem zou worden overgebracht om te worden geïnventariseerd door een volontair. Het oudere gedeelte van het archief was daartoe al uitgezocht en lag ter verzending gereed toen de oorlog uitbrak. Aangezien het te Hemmen in een deugdelijke kluis is geborgen, achtte ik mij niet verantwoord, het in deze omstandigheden over te brengen naar ons depot. Het plan is dientengevolge niet tot uitvoering gekomen".
Bij de oorlogshandelingen in 1944/45, die zich, zoals niet verwacht had kunnen worden, ook uitstrekte tot het gedeelte der Overbetuwe, waarin Hemmen gelegen is, is het grootste deel van het huisarchief verloren gegaan. Zoals ik in mijn verslag over 1945 blz. 42 schreef, is dit zeer te betreuren. Er was een uitgebreide leenkamer aan dit huis verbonden en er was een belangrijke correspondentie, o.m. uit de tijd van Hertog Karel: enkele publicaties zijn er in vroeger jaren uit gedaan door Fr. Baron van Lynden van Hemmen in de Bijdr. en Med. van het Hist. Genootschap, deel V (1882) en VI (1883). Ook een gedeelte van het kleine rechterlijke archief van Hemmen, dat daar nog berustte, is hierbij verloren gegaan.

In 1946 gaf De Lyndensche Stichting voor Kerk en Zending te Hemmen het overgebleven gedeelte van het archief in bewaring. Het gewichtigste hiervan is het leenboek, in de inventaris hierachter beschreven onder nr. 58, vooral merkwaardig doordat tal van charters, vnl. bestaande uit uitgegane leenbrieven, in dit leenboek zijn geplakt voordat het in 1636 gebonden werd. Een aantal der bewaard gebleven stukken zijn door water zwaar beschadigd. In de inventaris is opgenomen een aantal stukken, afkomstig uit het archief der heerlijkheden Blitterswijk en Wanssum. Van 1516-1787 hadden de heerlijkheden Hemmen en Blitterswijk dezelfde bezitters, zodat verschillende stukken betreffende de familie Van Lynden in laatstgenoemd archief zijn terecht gekomen.
Het archief Blitterswijk, dat in 1885, toen het kasteel Blitterswijk verkocht werd, door een der erfgenamen van de familie de Cocq van Haeften, mr. D.J. baron Mackay, 11e lord Reay, naar Ophemert was overgebracht, is in 1929 op het Rijksarchief in Gelderland door Alb. Oltmans geinventariseerd. In 1933 werd het door lord Reay aan het Rijksarchief in bewaring gegeven. Toen in 1947 met toestemming van de eigenaar het archief van Blitterswijk naar het Rijksarchief in Limburg, waar het beter geplaatst was, werd overgebracht, is het "Hemmensche" gedeelte in Arnhem blijven berusten, en thans met het archief Hemmen in één inventaris gebracht (inv. nrs. 5, 48, 49, 53, 54, 57, 60-65, 67-69).
Van het archief, zoals dit in de 19de eeuw op Hemmen berustte, is een handschriftinventaris aanwezig. Daarin is aangetekend welke stukken thans nog aanwezig zijn en welke door de druk in vroeger jaren zijn uitgegeven. Zie inv.nr. 71.