De archiefbescheiden werden in drie gedeelten overgebracht naar het Rijksarchief in Gelderland op grond van artikel 5 van de Archiefwet 1962 en art. 17 van het Archiefbesluit. De overbrengingen vonden plaats in 1968 (periode 1838-1877), in 1977 (periode 1878-1920), en in 1982 (periode 1920-1929). Tussendoor werden in 1971 nog enige in 1968 vergeten repertoires overgedragen. De archiefbescheiden van na 1929 bevinden zich nog bij het kantongerecht of de arrondissementsrechtbank Zutphen. De totale omvang van het archief zoals overgebracht bedroeg 52 strekkende meter.

Het archief werd tot 1907 bewaard op het gemeentehuis van Groenlo, daarna in het gebouw van het kantongerecht. Blijkend de betrekkelijke wanorde waarin vooral de oudere gedeelten bleken te verkeren en de aanzienlijke hiaten in het bewaard gebleven materiaal moet het beheer van het archief vaak een sluitpost zijn geweest. Zo vertonen de series veel lacunes, met name over de periode 1898-1910, en ontbreken de rolboeken in civiele zaken vrijwel geheel. Het archief van de ambtenaar bij het O.M. is geheel verdwenen. Vernietiging van daarvoor in aanmerking komende stukken heeft kennelijk wel plaatsgehad; op een categorie bescheiden na werden geen vernietigbare stukken meer aangetroffen. De vernietiging is echter niet gedocumenteerd.

De materiële staat van de bescheiden is redelijk.