Uw zoekacties: Klooster Clarenwater bij Hattem

0318 Klooster Clarenwater bij Hattem ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Beknopte geschiedenis van het klooster
0318 Klooster Clarenwater bij Hattem
Inleiding
3.
Beknopte geschiedenis van het klooster
Organisatie: Gelders Archief
Het Onze Lieve Vrouwenklooster Clarenwater bij Hattem (Beate Marie ad Claram Aquam) is ontstaan uit onvrede onder enkele zusters in het Zwartewatersklooster bij Hasselt over de slechte naleving van de kloosterregel van de heilige Benedictus. In februari 1414 kregen deze zusters toestemming om het Zwartewatersklooster te verlaten. *  Aanvankelijk trokken zij in een woonhuis in Hasselt, maar het stadsbestuur van Hasselt gaf hen tot de zomer van 1414 de gelegenheid Hasselt te verlaten. *  Zij bleken zich te willen vestigen, verwijderd van het Zwarte Water, in de onmiddellijke nabijheid van het Klare Water van de IJssel, in het kerspel Caten, vlak bij de parochiekerk van Caten. *  De gekozen plaats lag in het Oversticht, in het gericht Zwolle, dus binnen de jurisdictie van de schout van Zwolle. De magistraat van Zwolle reageerde zeer afwijzend door op 13 januari 1415 elk contact met de proost en de nonnen van het nieuwe klooster Ten Clarenwater te verbieden. Laat staan dat men schenkingen aan dit klooster zou mogen doen, waardoor de stad inkomsten zou gaan missen uit de opbrengst van de grondbelasting, want dergelijke gesloten kloosters genoten belastingvrijdom van hun onroerend goed. Uiteindelijk leidde dit Zwols verzet tot de zogenaamde Lucienacht, waarbij de bisschop van Utrecht op 15 december 1416 de stad onverwachts ‘innam’, de magistraat verzette en zelfs enkele magistraatsleden ter dood liet brengen. *  Ondertussen hadden de bisschop en de hertog van Gelre geregeld dat het klooster een paar meter verplaatst kon worden, waardoor het terecht kwam in het hertogdom Gelre in het kerspel en gericht van Hattem. * 
Het klooster had bij de scheiding van het Zwartewatersklooster goederen meegekregen, bewijsbaar in Mastenbroek en Raalte *  , en vermoedelijk ook het patronaatsrecht van de kerk van Heino *  , maar vanaf de stichting verwierf het klooster vele goederen en rechten in de direkte nabijheid, in Hattem en Caten, maar ook verder weg gelegen, bv. in Apeldoorn en Raalte.
In 1492 werden de kloosters Clarenwater bij Hattem en Selwerd bij Groningen opgenomen in de congregatie van Bursfeld *  , wat kennelijk nodig werd door opnieuw verslapping van de naleving van de kloosterregel.
De laatste proost, Cornelius ab Utrecht, was niet alleen juridisch en historisch onderlegd *  , maar ook een aanhanger van de nieuwe leer. Evenals zijn voormannen, de geestelijken Maarten Luther en Martin Bucer, zocht hij voor zich een vrouw onder de nonnen, in zijn geval van zijn eigen klooster Clarenwater. Ook bij de nonnen zelf zijn sporen van sympathie met het protestantisme aangetroffen. *  Maar het einde van het klooster werd toch vooral door externe gebeurtenissen bespoedigd. Geuzen en andere beeldenstormers brachten grote schade aan. Na 1580 onteigende het gereformeerd geworden bestuur van Gelre het klooster, verkocht delen van het goederencomplex van het klooster, vooral in Overijssel *  en voor de resterende bezittingen, vooral op de Veluwe, werd door gedeputeerden van de Veluwe een rentmeester aangesteld. * 
4. Archief en inventaris
5. Literatuur
6. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1358-1616
Auteur:
C. van Heel