0046 Kwartierscommissarissen, Hoofdschouten en Districtscommissarissen ( Gelders Archief )
0046
Kwartierscommissarissen, Hoofdschouten en Districtscommissarissen
Inleiding
2. Bestuursorganisatie
0046 Kwartierscommissarissen, Hoofdschouten en Districtscommissarissen
Inleiding
2.
Bestuursorganisatie
Na het herstel van de onafhankelijkheid in november 1813 veranderde er aanvankelijk niet veel in de bestuursorganisatie. De prefect en onderprefecten werden bijna allemaal ontslagen en vervangen door twee commissarissen-generaal in de departementen en door commissarissen in de arrondissementen. De commissarissen werden weldra naar Gelderse traditie kwartierscommissarissen genoemd. Per 28 februari 1815 werden zij ontslagen. Ze bleven echter tot 1817 gehandhaafd voor de afhandeling van de lopende zaken * .
Vanuit Gelderland werd er bij de regering op aangedrongen een bestuurslaag tussen de provincie en de gemeenten te creëren. Op 31 augustus 1816 werd door de Staten een reglement op het Gelderse platteland goedgekeurd. Dit reglement werd met enige veranderingen vastgesteld bij K.B. van 11 februari 1817 * . Gelderland werd nu verdeeld in 17 hoofdschoutambten * . Een reglement voor de Gelderse steden was reeds op 5 november 1815 door de Koning goedgekeurd * .
Per K.B. van 23 juli 1825 werd een nieuw reglement op het bestuur van het platteland vastgesteld. Dit reglement trad in werking bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 27 augustus 1825. De taak van de hoofdschouten werd opgedragen aan districtscommissarissen. De bestaande indeling werd gehandhaafd * . Als in de daaropvolgende jaren de plaats van een districtscommissaris tengevolge van een benoeming elders of overlijden vrij kwam werd er geen nieuwe districtscommissaris benoemd, maar werd het district bij een naburig district gevoegd * . De reden van deze samenvoegingen was de behoefte aan vereenvoudiging van de bestuurlijke organisatie en aan vermindering van de rijksuitgaven. In 1837 tenslotte werd er een nieuwe indeling vastgesteld * .
De vijf districtscommissarissen werden bij K.B. van 29 december 1849 met ingang van 1 januari 1850 ontslagen. De Staten besloten echter op 19 december 1849 de districtscommissarissen voor het jaar 1850 op de bestaande voet voor rekening van de provincie te handhaven. Aan het eind van 1850 moesten de districtscommissarissen definitief het veld ruimen vanwege de invoering van de nieuwe provinciale en gemeentewetgeving * .
5. Relatie tussen de archieven van de kwartierscommissarissen, hoofdschouten en districtscommissarissen en de archieven van de gouverneur en de Gedeputeerde Staten
laatste wijziging 22-01-2021
2.608 beschreven archiefstukken
47 gedigitaliseerd
totaal 13.569 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-01-2021
2.608 beschreven archiefstukken
47 gedigitaliseerd
totaal 13.569 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 22-01-2021
2.608 beschreven archiefstukken
47 gedigitaliseerd
totaal 13.569 bestanden