De nu voor u liggende inventaris is het vijftiende deel van een reeks van Laurentius Archief & Geschiedenis.
Met de afronding van dit project komt er een einde aan ruim vier jaar werken bij de provincie Fryslân. In die vier jaar heeft mijn privésfeer een flinke knauw gekregen. Mijn bedrijf was net drie maanden oud waarna het deze monsterklus kreeg toebedeeld door de provincie Fryslân, waarvoor mijn dank groot is. Het project liep net koud anderhalve maand en plots veranderde mijn leven drastisch. Door hard te werken werd de geest leeg en kon er weer ruimte zijn voor leuke zaken. Het verdriet ebde langzaam weg, maar verdwijnt nooit. Het zijn ondertussen fijne herinneringen. Nitor in adversum.
Het bewerken van een tekeningenarchief is bepaald geen sinecure. Als geschoold historicus en archivaris ontbrak het mij aan bouwtechnische kennis, waardoor het bewerken van een technisch tekeningenarchief een uitdaging is. Door in te lezen in de materie met diverse handboeken kun je veel bereiken. Het gaat gepaard met veel uitzoeken, archiefbescheiden op volgorde leggen en verwijzingen maken. Na het vele uitzoeken heb ik het archief daadwerkelijk bewerkt. Het selecteren ter vernietiging van de archiefbescheiden en het beschrijven van de archivalia die voor blijvende bewaring in aanmerking komen heeft de meeste tijd gekost.
De bewerking van het archief heb ik niet kunnen uitvoeren zonder de hulp van een aantal mensen. Bij deze wil ik hen dan ook bedanken.

Allereerst gaat mijn dank uit naar mijn opdrachtgever, de provincie Fryslân te Leeuwarden. De volgende medewerkers hebben me herhaaldelijk voorzien van antwoorden op de vele vragen die bij mij ontstonden tijdens de bewerking: Aonne Stielstra, Pieter Inia, Jelle Hoekstra, Menze Leistra, Anne Dirk Bouma, Siebe Bos, Johan Wiersma, Martine Rondaan, Meindert Dam, Jelle Zwart, Sietze de Jong en Jetze Dijkstra. Mijn dank gaat vooral uit naar de collegae bij de Repro, met name: Anne Dirk, Jelle, Johan, Menze, Pieter en Siebe. Weg is de tijd dat ik binnenkwam met de ziel onder de arm. Monter en met opgeheven hoofd verlaat ik het Provinsjeh°s. Dank heren, Duizend maal dank.
Mijn familie heeft gedurende de vier jaar durende Sisyfus-arbeid altijd een helpende hand gegeven welke gepaard gingen met vreugde en tranen. Vooral Saskia Riesthuis brengt veel vreugde in mijn leven, al zie ik de kleine meid te weinig.
Mijn nieuwe liefde verdient ook een blijk van dank: het roeien bij de K.G.R. De Hunze brengt me veel plezier en afleiding. Mijn dank gaat uit naar mijn team Blikker (HCl4x+) waarmee we een mooi seizoen 2008-2009 hebben gedraaid. Heren, wat was het mooi afzien op de ergo, gewoon 30 min. vol continue. Winnen op kracht en minder op techniek. Alleen jammer van de retro pattelaire chrondopathie in de linker knie. Hulde heren, hulde. Een woord van dank ook voor mijn damesploeg Quinten (DCl4x+) die gedurende het seizoen 2009-2010 standaard ca. 25 kg. teveel meesleurde over de baan. Mijn dank gaat ook uit naar mijn collegae bestuursleden die de nodige afleiding verschaffen. Ook gaat mijn dank uit naar mijn tweezonder partner (2-) Gijs Hoogerwerf. Opdat we de Hel van het Noorden en de Tweehead mogen starten. Bovenal gaat echter mijn dank uit naar mijn echte liefde mevr. mr. Y. Snijder. Omnia vincit amor, et nos cedamus amor.

Groningen, H. Landilinus van Lobbes 2010 en H. Martinus van Tours 2010
Karel Albertus Maria Engbers
Laurentius Archief & Geschiedenis