377-04 De Heidenschapster(veen)polder, 1856-1972; Waterschap De Heidenschapsterpolder vanaf 1947 ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
377-04
De Heidenschapster(veen)polder, 1856-1972; Waterschap De Heidenschapsterpolder vanaf 1947
Inventaris
1. Inleiding
377-04 De Heidenschapster(veen)polder, 1856-1972; Waterschap De Heidenschapsterpolder vanaf 1947
1.
Inleiding
Reglement: 1856: P.B. no 109, 110
Wijzigingen: 1898, P.B. no 85, 1904, P.B. no 11, 1947, P.B. no 28, 1951, P.B. no 52, 1970, P.B. no 70, 1971, P.B. no 84.
De Heidenschapster polder werd op 31 juli 1856 opgericht (P.B. 156 no 109,110) en was gelegen in de gemeenten Hemelumer Oldephaert en Noordwolde en Workum. Zij bestond uit die gebieden in de buurtschap het Heidenschap, die bij Statenbesluit van 8 november 1855 tot een veenkring verenigd waren. De oppervlakte was 200 ha. De bemaling vond plaats door de Groote Heidenschapstermolen. Bedijking en het onderhoud van werken werd betaald uit de opbrengsten van het slikgeldfonds en later ook uit te heffen maalgelden.
Het slikgeld bedroeg 40 cent per 100 vierkante ellen slik, het armengeld 20 cent per 100 vierkante ellen slik.
Het bestuur bestond uit 4 leden, gekozen voor een periode van zes jaar. Om de drie jaar trad de helft af. In augustus vond een vergadering plaats, waar in elk geval aan de orde kwam :
: Het opmaken der begroting.
: Het opnemen en sluiten van de rekening der ontvanger.
: Het bepalen van uit te voeren werken.
: De aanwijzing van droogmakingen.
In het P.B. van 1904, no 11 werd een nieuw reglement van de Heidenschapster v e e n polder gepubliceerd. De voornaamste veranderingen waren naast de naamsverandering:
: De slikgelden komen op f 1,20 per 100 vierkante meter slik.
: De turfgelden komen op f 0,40 per kubieke meter gestoken tot steekturf bereide veen of kluiten.
: Het armengeld komt op f 0,20 per 100 vierkante meter slik, ten bate van de armen van Workum en Koudum.
De bestuursverkiezing vond in september plaats.
Wijzigingen: 1898, P.B. no 85, 1904, P.B. no 11, 1947, P.B. no 28, 1951, P.B. no 52, 1970, P.B. no 70, 1971, P.B. no 84.
De Heidenschapster polder werd op 31 juli 1856 opgericht (P.B. 156 no 109,110) en was gelegen in de gemeenten Hemelumer Oldephaert en Noordwolde en Workum. Zij bestond uit die gebieden in de buurtschap het Heidenschap, die bij Statenbesluit van 8 november 1855 tot een veenkring verenigd waren. De oppervlakte was 200 ha. De bemaling vond plaats door de Groote Heidenschapstermolen. Bedijking en het onderhoud van werken werd betaald uit de opbrengsten van het slikgeldfonds en later ook uit te heffen maalgelden.
Het slikgeld bedroeg 40 cent per 100 vierkante ellen slik, het armengeld 20 cent per 100 vierkante ellen slik.
Het bestuur bestond uit 4 leden, gekozen voor een periode van zes jaar. Om de drie jaar trad de helft af. In augustus vond een vergadering plaats, waar in elk geval aan de orde kwam :
: Het opmaken der begroting.
: Het opnemen en sluiten van de rekening der ontvanger.
: Het bepalen van uit te voeren werken.
: De aanwijzing van droogmakingen.
In het P.B. van 1904, no 11 werd een nieuw reglement van de Heidenschapster v e e n polder gepubliceerd. De voornaamste veranderingen waren naast de naamsverandering:
: De slikgelden komen op f 1,20 per 100 vierkante meter slik.
: De turfgelden komen op f 0,40 per kubieke meter gestoken tot steekturf bereide veen of kluiten.
: Het armengeld komt op f 0,20 per 100 vierkante meter slik, ten bate van de armen van Workum en Koudum.
De bestuursverkiezing vond in september plaats.
De opheffing van de Heidenschapster veenpolder en haar omzetting in een waterschap werd gepubliceerd in P.B. 1947, no 28.
Het waterschap werd "De Heidenschapsterpolder" genoemd.
In het voorstel van Gedeputeerde Staten tot opheffing werd gesteld: "Bij de voorbereiding van dit waterschap zijn niet toegepast de bepalingen van het reglement betrekkelijk de oprichting van boezemwaterschappen in Friesland, omdat het hier niet zo zeer betreft de oprichting van een nieuw waterschap als wel de voortzetting in een andere vorm van een bestaande instelling."(1)
Om deze door de provincie gestelde continuïteit niet te doorbreken is hier in het archief geen scheiding aangebracht zoals bij een verandering in de rechtspersoon gebruikelijk is.
Het fonds der armengelden werd opgeheven en verdeeld onder de gemeenten Hemelumer Oldephaert en Noordwolde en Workum.
Als doelstelling werd de regeling van de waterstaat genoemd.
De jaarvergadering vond plaats in februari. Het bestuur bestond uit vijf leden waarvan er elk jaar een aftredend was. Het dienstjaar was gelijk aan het kalenderjaar. Het besluit tot opheffing werd in 1970 genomen, (P.B.no 70), en de datum werd in 1971, P.B. 84, vastgesteld op 1 februari 1972.
Het waterschap werd "De Heidenschapsterpolder" genoemd.
In het voorstel van Gedeputeerde Staten tot opheffing werd gesteld: "Bij de voorbereiding van dit waterschap zijn niet toegepast de bepalingen van het reglement betrekkelijk de oprichting van boezemwaterschappen in Friesland, omdat het hier niet zo zeer betreft de oprichting van een nieuw waterschap als wel de voortzetting in een andere vorm van een bestaande instelling."(1)
Om deze door de provincie gestelde continuïteit niet te doorbreken is hier in het archief geen scheiding aangebracht zoals bij een verandering in de rechtspersoon gebruikelijk is.
Het fonds der armengelden werd opgeheven en verdeeld onder de gemeenten Hemelumer Oldephaert en Noordwolde en Workum.
Als doelstelling werd de regeling van de waterstaat genoemd.
De jaarvergadering vond plaats in februari. Het bestuur bestond uit vijf leden waarvan er elk jaar een aftredend was. Het dienstjaar was gelijk aan het kalenderjaar. Het besluit tot opheffing werd in 1970 genomen, (P.B.no 70), en de datum werd in 1971, P.B. 84, vastgesteld op 1 februari 1972.
laatste wijziging 27-06-2017
57 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Periode:
1856-1972
Auteur:
J. Hoving
Beschrijving:
De Heidenschapsterveenpolder, later De Heidenschapsterpolder
Categorie:
laatste wijziging 27-06-2017
57 beschreven archiefstukken