342-08 Verzameling Lycklama a Nijeholt ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
342-08
Verzameling Lycklama a Nijeholt
Inventaris
02. Inventarisnummer 4 / Commentaar bij inv. nr. 4
342-08 Verzameling Lycklama a Nijeholt
02.
Inventarisnummer 4 / Commentaar bij inv. nr. 4
Naar aanleiding van de kwestie, waarop de bovengenoemde stukken betrekking hebben, werden door de Staten de Heeren Arent van Haersma en Philip Frederik Vegilin van Claerbergen tot Gecommitteerden benoemd om met afgevaardigden van de Staten van Stad en Lande van Groningen de onderhandelingen tot regeling der geschillen te voeren. Gezamenlijk hebben deze Heeren oculaire geschillen te voeren. Gezamenlijk hebben deze Heeren oculaire inspectie genomen van de kwestieuze limieten. Dit bracht mee, dat ze aantekening deden houden van hetgeen daar bij voorviel. Aan de hand daarvan zullen zij hun rapporten hebben opgesteld ter voorlichting van hun principalen. Van deze ontvingen de Gecommitteerden op hun beurt weer brieven, extracten uit het Register der Resolutiën, enz., met de betrokken kwestie verband houdende. Men kan dus zeggen, dat deze Gecommitteerden een archief hebben gevormd en de bovenvermelde stukken kunnen m.i. daartoe heel goed hebben behoord. Een uitzondering moet w orden gemaakt voor nr. 4, de brief aan de Gedeputeerde Staten, die hier vermoedelijk door een vergissing zal zijn achtergebleven. M.i. behoorde deze brief gericht te zijn aan de Staten, omdat deze zich met die grenskwestie hebben bemoeid en niet de Gedeputeerde Staten. De stukken 1, 3 en 5 zijn afschriften. Zij kunnen ten behoeve van de Gecommitteerden zelf vervaardigd zijn. Vanzelfsprekend is het in het archief van de Gecommitteerden een extract uit het Register der Resolutiën van de Staten te vinden. Nr. 6 is van een van de leden zelf afkomstig, d.w.z. eigenhandig door den Heer Philip Frederik Vegilin van Claerbergen geschreven. Nr. 7 kan oorspronkelijk bedoeld zijn als net, waarin met later nog weer veranderingen heeft aangebracht, en daarom ook onder de Commissie is achtergebleven.
Mijn conclusie in dezen is, dat we hier te doen hebben met een stuk van het archief van een door de Staten van Friesland ingestelde Commissie. Het hoort dus thuis in het archief van dit regeringscollege. In de inventaris zou men het kunnen plaatsen in de Afdeling nr. 4, Commissies, tussen de nummers 17 en 18.
Wij zouden hiermee kunnen volstaan, als zich niet de vraag aan ons opdrong: Hoe zijn die stukken in der tijd in der tijd in de familie Lycklama à Nijeholt gekomen? Waren leden van dit geslacht in de tijd, waarover de stukken lopen, leden van de Staten, zodat zeilen en onder andere papieren vermengd raken? Of kan er ook nog een andere familie zijn, die als plaats van herkomst in aanmerking kan komen, een mogelijkheid, die we mogen verwachten, als we weten, dat bij de volgende en nog te bespreken bundels stukken leden van de familie Vegilin van Claerbergen in het geding komen.
Omtrent eerst genoemde familie moet worden opgemerkt, dat diverse leden in den tijd, waarover de stukken lopen, zitting hebben gehad in het hoogste staatscollege. Verder vinden we eveneens verschillende Grietmannen van dien naam, o.a. dien van Opsterland, de Grietenij, die ten nauwste bij de grensregeling betrokken was. Nu is het mogelijk, dat er stukken bij een der Heeren Lijcklama in zijn qualiteit van lid van de Staten zijn achtergebleven. Alleen zou men dan niet deze verwachten (concepten en afschriften), maar de officiële, door de leden der Commissie ondertekende documenten. Een tweede mogelijkheid is, dat er ten huize van de Grietman van Opsterland conferenties gehouden zijn en op die manier daar papieren achtergebleven zijn. Dat de Heeren Gecommitteerden zo slordig geweest zouden zijn is weinig aannemelijk. Gezien dit alles komt het mij niet erg waarschijnlijk voor, dat de in deze bundel voorkomende stukken oorspronkelijk direct in handen van de familie Lijcklama à Nijeholt zijn gekomen.
Meer valt er m.i. te zeggen voor een herkomst van de familie Vegelin van Claerbergen. In de eerste plaats heeft Philip er een concept bij, dat kennelijk van zijn hand is. Vermoedelijk zijn de stukken dus wel van hem afkomstig. Aangewezen lijkt het mij daarom deze papieren weer bij de Vegelin-collectie te voegen, zij het dan ook, dat ze apart worden gehouden en beschreven met de mededeling, dat ze geschonken zijn in 1876 door Dhr. J.A. Lijcklama à Nijeholt.
laatste wijziging 29-03-2002
70 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Omvang:
,31 meter Standaardberging
Categorie:
- Zonder categorie
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 29-03-2002
70 beschreven archiefstukken