Uw zoekacties: Verzameling P. Wijbenga

340 Verzameling P. Wijbenga ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Pieter Wijbenga, wiens verzameling documentatiemateriaal over de Tweede Wereldoorlog hier wordt beschreven, bekleedde een centrale funktie in het Friese verzet. Woonachtig te Drachten als boekhoudleraar en directeur van de gemeentelijke Distributiedienst, raakte hij tijdens de oorlog al spoedig betrokken bij verschillende vormen van verzet.
Na de opheffing van de politieke partijen in 1941, bestonden zijn eerste clandestiene activiteiten uit bijeenkomsten met leden van de opgeheven kiesvereniging van de Anti-Revolutionaire Partij te Drachten. Van hieruit groeiden contacten met het schoolverzet en de hulp aan onderduikers. Als directeur van de Distributiedienst was het lang mogelijk om de nodige bonkaarten en andere bescheiden voor de onderduikers te organiseren. Omstreeks augustus 1943 namen de illegale activiteiten een dusdanige omvang aan dat Wijbenga zich terug trok uit zijn reguliere functies en ontslag nam om zich volledig aan het verzet te wijden. In deze tijd vertegenwoordigde hij de Landelijke Onderduikersorganisatie (groep Drachten) in het provinciale overleg dat regelmatig in Leeuwarden werd georganiseerd. Ook was hij betrokken bij de provinciale coôrdinatie van de verschillende knokploegen in Friesland.
De centralisatie die eind 1943 werd doorgevoerd in het Friese verzet, kreeg een geduchte terugslag na de arrestatie van Jan Evenhuis in juni 1944. Toen daarna belangrijke archivalia van het Nationaal Steunfonds werden gevonden, moesten velen onderduiken, ook Pieter Wijbenga, alias 'Geale de Vries'. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) is Wijbenga tijdelijk weer opgedoken en onder meer betrokken geweest bij pogingen tot een samenvoeging van Ordedienst en L.O./L.K.P., een van de stappen tot de vorming van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Op 7 oktober 1944 is Wijbenga als afgevaardigde van het Friese verzet op reis gegaan naar het inmiddels bevrijde zuiden van Nederland. Na aankomst werd hij ingelijfd bij het Militair Gezag, afd. Binnenlands Bestuur. Toen de bevrijding naderde werd hij ingedeeld bij de eenheid die onder leiding van overste S. Aninga het openbare leven in Friesland weer op gang moest brengen. Wijbenga hield zich bezig met de zuivering van het bestuursapparaat. Het Militair Gezag beëindigde zijn optreden in Friesland in augustus 1945.
Wijbenga was na die tijd werkzaam bij de regeringsvoorlichtingsdienst `Oog en Oor', om in 1946 redacteur van het Friesch Dagblad te worden. Als journalist begon hij in de jaren zestig met het publiceren van artikelen over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en wel met name over het Friese verzet. Uit deze artikelen ontstond het boek Mei de rêch tsjin de muorre, Drachten 1965. Mede op aandrang van anderen is Wijbenga begonnen zijn journalistieke werk systematisch te bundelen tot een boek. Uiteindelijk is in de periode 1970-1978 de trilogie Bezettingstijd in Friesland verschenen. Deel III hiervan is voorzien van een index op plaatsen persoonsnamen. Het bronnenmateriaal waaruit hierbij werd geput is, voorzover het bij de auteur berustte, in 1981 aan het Rijksarchief in de provincie Friesland geschonken.
De verantwoording van de inventarisatie
'De rangschikking van de gegevens was een arbeid op zichzelf. Daarbij werd vanzelfsprekend niet op de eerste plaats aan de vorming van een archief, maar aan een uitgangspunt voor een beschrijving gedacht.' Deze regels zijn afkomstig uit de verantwoording in Het Grote Gebod. Hetzelfde geldt voor de verzameling van Pieter Wijbenga. De verzamelaar/auteur had zelf een onderwerpsgewijze ordening aangebracht, geschikt om als basis te dienen voor zijn te schrijven krantenartikelen en boeken. Voor de schrijver was deze ordening, ondanks de vele inconsequenties die deze met zich meebracht, bruikbaar. Voor een ander dan Wijbenga was een duidelijker toegang nodig. Bij de samenstelling van de hierna volgende plaatsingslijst is gepoogd hieraan te voldoen.
Bij de herordening is een tweedeling aangebracht. Ten eerste de stukken die tijdens de oorlog zijn ontstaan of op deze periode betrekking hebben. Deze zijn in de eerste afdeling (stukken betreffende de bezetting) ondergebracht. Ten tweede de stukken die zijn opgemaakt in het kader van het herstel van de orde na de bevrijding; zij zijn ondergebracht in de tweede afdeling (stukken betreffende het herstel van de orde na de bevrijding). In laatstgenoemde afdeling zijn de processen-verbaal van verhoor van verdachten en getuigen inzake tijdens de oorlog in Friesland gepleegde oorlogsmisdrijven geplaatst. Deze zijn in de jaren 1945 tot en met 1950 opgemaakt en gebruikt bij de opsporing en berechting van de daders.
Daarnaast maken originele stukken, daterend uit zowel de periode 1940-1945 als de eerste jaren erna, deel uit van de verzameling. Een aantal van deze stukken is zeer waarschijnlijk gebruikt bij het opsporingswerk. Voor de oorlogsperiode betreft het voornamelijk brieven, circulaires en formulieren, zowel van de bezetter als van de verschillende verzetsorganisaties. Voor de naoorlogse periode gaat het voornamelijk om brieven, rapporten, instructies en andere stukken, opgemaakt in het kader van de zuivering en opsporing van oorlogsmisdrijven. Al naar gelang het tijdstip waarop deze stukken werden opgemaakt, werden ze geplaatst in de eerste of tweede afdeling.
De verzameling bevat tevens aantekeningen door Wijbenga en anderen in de jaren `60 opgemaakt. Deze zijn, daar ze betrekking hebben op de oorlogsperiode, in de eerste afdeling geplaatst.
Aan de hand van o.a. de door hem verzamelde stukken, startte P. Wijbenga in 1960 de rubriek 'Journaal van de Tweede Wereldoorlog' in het Friesch Dagblad. Hierin werd wekelijks verteld wat twintig jaar eerder was gebeurd. Van deze krantenartikelen is een groot deel aanwezig. Ze zijn in chronologische volgorde per jaar bij elkaar gevoegd (inventarisnummers 2-10). In de gevallen waarin krantenartikelen en archiefstukken qua onderwerp met elkaar waren verbonden, zijn kopieën gemaakt van de artikelen welke zijn gevoegd bij de betreffende stukken. In de beschrijving is hiervan geen melding gemaakt. Een toegang op de krantenartikelen is te vinden in de catalogi van de Provinciale Bibliotheek van Friesland.
Na het verschijnen van de krantenartikelen en boeken kwamen vele schriftelijke, soms zeer uitvoerige, reacties binnen bij de schrijver, vaak afkomstig van oud-verzetsstrijders die betrokken waren geweest bij de door Wijbenga beschreven gebeurtenissen. Wanneer de brieven belangrijke informatie verschaffen zijn ze apart beschreven en in de desbetreffende afdeling geplaatst. De minder belangrijke brieven zijn onder één inventarisnummer (inventarisnummer 1) beschreven. Over sommige onderwerpen zijn op verschillende plaatsen stukken te vinden. Aan de hand van een voorbeeld zal worden getracht dit te verduidelijken. Stukken betreffende de Meistaking in 1943 zijn op tenminste drie verschillende plaatsen te vinden. Zo treft men gegevens hierover aan bij de stukken betreffende door het openbaar bestuur genomen maatregelen (een telegram, inventarisnummer 29); bij de stukken betreffende de opsporing van oorlogsmisdrijven (processen-verbaal, inventarisnummer 154, 173 en 174); en bij de artikelen in het Friesch Dagblad van mei 1963 (inventarisnummer 4).
De omvang van de verzameling bedraagt circa 0,85 strekkende meter.
Voor raadpleging van de in deze plaatsingslijst beschreven stukken is tot 1995 toestemming nodig van de Rijksarchivaris in de provincie Friesland.

Kenmerken

Datering:
1936-1977
Periode:
1936-1977
Auteur:
S. van der Woude en O. Kuipers, 1986
Beschrijving:
Plaatstingslijst van de verzameling Pieter Wijbenga
Categorie: