Uw zoekacties: Archief Fries Genootschap

205-08 Archief Fries Genootschap ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
In deze inleiding wordt de geschiedenis van het Fries Genootschap in korte trekken geschetst. Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuur (zie pag. 7).
1.2. Structuur
205-08 Archief Fries Genootschap
1. Inleiding
1.2.
Structuur
Op de eerste vergadering ontving de nieuwe instelling de volgende naam: 'Provinciaal Friesch Genootschap ter beoefening der Friesche Geschied-, Oudheid- en Taalkunde'. Al heel snel besloot men statuten of 'wetten' op te stellen.
Er werden in 1827 vier afdelingen in het leven geroepen waarbij de werkende leden zich konden aansluiten. De doelstellingen waren de volgende:
Eerste afdeling:
- hoofddoel: beoefening der Friese staat- en letterkundige geschiedenis, de staatsinrichting en regeringsvorm.
- een bijzondere taak is het opsporen en bewerken van nog onbekende of onuitgegeven handschriften, het verzamelen van volksverhalen, volksromans.
Tweede afdeling:
- hoofddoel: het opsporen en verzamelen van alle oudheden en gedenkstukken 'op Vrieslands grond' (archeologische vondsten) aanwezig.
- taak: het publiceren over deze vondsten, waardoor de belangstelling van anderen kan worden opgewekt.
Derde afdeling:
- hoofddoel is het onderzoek naar de vroegere en latere geografische en geologische gesteldheid van Friesland, voorts bestudering van de nijverheid, landbouw enz.
Vierde afdeling:
- hoofddoel: beoefening der Friese Taal- en Dichtkunde.
- taak: het verzamelen van werken op dit gebied en het publiceren.
- instandhouden en beoefenen van de Friese proza en dichtkunst.
Zodra de fondsen het toelieten zou men boeken en andere stukken gaan aankopen. De leden werden aangemerkt als 'werkende leden', 'gewone', 'buitengewone' en 'honoraire' leden.
De derde afdeling kende weinig activiteiten en verdween geruisloos. Ook de vierde afdeling hield op den duur geen stand hoewel men vrijwel meteen na de oprichting een aantal 'Jierboeckjes' uitgaf. Opmerkelijk is dat veel leden de Nederlandse taal bezigden. Zelfs de bekende 19de eeuwse Friese volksschrijver Waling Dijkstra richtte zich in het Nederlands tot het bestuur! Voor activiteiten op het gebied van de Friese taal kon men later (na 1844) terecht bij het Frysk Selskip.

Kenmerken

Omvang:
15 meter Standaardberging
Opmerking:
B.H. de Vries
Categorie:
  • Zonder categorie