Uw zoekacties: BOF, SBBN, It Sintrum

130-15 BOF, SBBN, It Sintrum ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Ter inleiding
130-15 BOF, SBBN, It Sintrum
1.
Ter inleiding
Inventaris van een fragment van het archief van de Stichting, later Vereniging Begeleidingsorgaan Friesland (BOF) (1975-1978) en haar voorgangers, de Stichting Centrum ten dienste van sociale en diaconale arbeid in Friesland (1959-1974) en de Stichting Bevordering Buurthuiswerk in het Noorden (1957-1976)
Buurt-, club- en dorpshuizen hebben een geschiedenis die teruggaat tot voor de Tweede Wereldoorlog, zij het dat ze in het noorden van het land betrekkelijk weinig voorkwamen. In de vijftiger jaren begon hun aantal sterk toe te nemen. Een groot aantal van deze instellingen was aangesloten bij een landelijke overkoepelende organisatie: de Nederlandse Bond voor Sociaal en Cultureel Vormingswerk, kortweg de NBV, die in Utrecht gevestigd was. Bij de Bond konden de aangesloten instellingen terecht voor ondersteuning en advies. Voor het onderhouden van de kontakten met de buurthuizen in de regio had de Bond reizende consulenten in dienst, waarvan één de noordelijke provincies in zijn portefeuille had.
Met deze toestand konden een tiental bij de NBV aangesloten buurthuizen in Friesland, Groningen en Drenthe op den duur geen vrede hebben. Zij voelden meer voor een directe dienstverlening door een regionaal orgaan. Dit bracht hen ertoe de Stichting Bevordering Buurthuiswerk in Groningen, Friesland en Drenthe op te richten, die al spoedig werd omgedoopt tot Stichting Bevordering Buurthuiswerk in Het Noorden, kortweg de SBBN. In de loop der jaren traden steeds meer verenigingen en stichtingen die club-, buurt- of dorpshuizen exploiteerden tot de Stichting toe.
Het uitgangspunt van de SBBN was dat een goed functionerend vaktechnisch begeleidingsorgaan de instellingen behulpzaam kon zijn bij het zo goed mogelijk realiseren van hun doelstellingen. Tot de taken die de SBBN zich had gesteld behoorden onder meer:
- het adviseren van de besturen van de aangesloten instellingen
- het begeleiden van de werknemers in de buurthuizen
- het bemiddelen bij sollicitaties en ontslagprocedures
- het onderhouden van kontakten met sociale academies en andere onderwijsinstellingen
- het verstrekken van adviezen op financieel gebied
- het desgewenst verrichten van de financiële administratie van de aangesloten instellingen
- de behartiging van de belangen van de buurthuizen bij het Rijk en bij de provinciale en gemeentelijke overheden
Het laatste punt werd steeds belangrijker, toen het Rijk, de provincies en de gemeenten het buurthuiswerk gingen subsidiëren. De SBBN verzorgde de subsidieaanvragen, die zeer gedocumenteerd moesten worden ingediend. Toen in de zeventiger jaren de subsidiekranen langzaam maar zeker wat werden dichtgedraaid was het streven er vooral op gericht toch nog zoveel mogelijk geld voor de aangesloten instellingen los te krijgen.
De SBBN bleef kontakten onderhouden met de NBV, waarvan zij in 1965 een onderdeel werd. Aan de naam werd bij die gelegenheid, zij het `buiten rechte' toegevoegd: `District Noord van de NVB'.
Naast de SBBN waren in het noorden van het land ook nog actief het district Noord van de Stichting Samenwerking Landelijke Centrale Organisatie van Wijk-, Buurt- en Clubhuiswerk (SALCO) en de Stichting Christelijk Centrum ten Dienste van Sociale en Diaconale Arbeid in Friesland `It Sintrum'.
Hun werkterrein was breder dan dat van de SBBN, omdat ze zich behalve met club- en buurthuizen ook nadrukkelijk met opbouwwerk bezighielden. De werkzaamheden vertoonden overigens een grote mate van gelijkenis met die van de SBBN: ze kwamen hoofdzakelijk neer op ondersteuning, advisering en begeleiding van de aangesloten instellingen.
Het verschil tussen het district Noord van de SALCO en `It Sintrum' was tweeërlei: de eerstgenoemde werkte op algemene grondslag en maakte onderdeel uit van een landelijk werkende organisatie; de tweede was van Gereformeerde signatuur en opereerde geheel zelfstandig.
Gegeven de sterke overeenkomsten in de aard van de werkzaamheden is het niet verwonderlijk, dat er in de loop van de tijd kontakten ontstonden tussen SBBN, SALCO en Sintrum. De staven vergaderden op gezette tijden gezamenlijk om problemen te bespreken die alle drie de instellingen raakten. Geleidelijk aan won het inzicht veld, dat het bestaan van drie begeleidingsorganen met vrijwel identieke doelstellingen en werkzaamheden en met bovendien vrijwel dezelfde regio als werkgebied enigszins merkwaardig was. Eén orgaan zou wellicht een slagvaardiger beleid kunnen voeren en vooral de belangen van de aangesloten instellingen bij de overheid beter kunnen behartigen. Deze overweging werd zo belangrijk, dat `It Sintrum' het aspect van de levensbeschouwing er ondergeschikt aan maakte. Er werden fusiebesprekingen geopend, waarbij SALCO en Sintrum spoedig tot overeenstemming kwamen. Zij richtten in 1974 de Stichting Begeleidingsorgaan Friesland (BOF) op, die moest `fungeren als or gaan op provinciaal niveau voor begeleiding, advisering en stimulering ten behoeve van de instellingen en groepen voor sociaal werk en samenlevingsopbouw in Friesland'. Het BOF sloot zich aan bij de landelijke organisatie SALCO.
Door een reeks misverstanden - van geschilpunten kan eigenlijk niet gesproken worden - bleef de SBBN voorlopig nog buiten de nieuwe organisatie. Maar in die toestand kwam snel verandering, vooral ook, omdat op landelijk niveau de organisaties SALCO en NVB naar meer samenwerking en op den duur zelfs naar een fusie streefden. In 1977 trad de SBBN toe tot het BOF. Dit BOF `nieuwe stijl' kreeg als rechtsvorm de vereniging met de aangesloten organisaties als leden. Het BOF `nieuwe stijl' sloot zich, evenals zijn voorganger, aan bij de SALCO.
Bij het aantreden van de nieuwe vereniging werd besloten dat het BOF `oude stijl' en de SBBN zouden worden opgeheven. Maar dat gebeurde niet terstond. Beide instellingen bleven nog tot medio 1978 bestaan, zij het dat ze `in liquidatie' waren.
De archieven van `It Sintrum', de SBBN en een fragment van het archief van het BOF werden in 1979 aan het Ryksargyf geschonken. Tijdens de inventarisatie bleken zeer veel stukken voor vernietiging in aanmerking te komen. In opgeschoonde toestand hebben de archieven nog een omvang van 2,5 m'. Er zijn geen beperkende bepalingen ten aanzien van de openbaarheid.
Leeuwarden, 19 november 1992
Sjoerd de Haan.