1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
1
Bestuur van de saksische hertogen over Friesland
Inventory
2. Inleiding
2.1. De Saksische hertogen, hun bestuur van Friesland (1488) 1498-1515 (1520) en hun bemoeienis met Groningen
2.1.7. Bemoeienis met Groningen
1 Bestuur van de saksische hertogen over Friesland
2. Inleiding
2.1. De Saksische hertogen, hun bestuur van Friesland (1488) 1498-1515 (1520) en hun bemoeienis met Groningen
2.1.7.
Bemoeienis met Groningen
Anders dan in Friesland heeft het gezag van de Saksische hertogen in de huidige provincie Groningen nooit wortel geschoten. In 1498 was de landsheerlijkheid ook over de Ommelanden gegeven. Daar ontstonden toen twee partijen, die elkaar met militaire middelen bestreden. Sommige hoofdelingen waren bondgenoten van de stad Groningen, anderen van Albrecht en zijn medestander graaf Edzard van Oostfriesland. Vergeefs trachtte Albrecht de stad te veroveren. Kort voor zijn dood wist hij haar echter te dwingen afstand van haar rechten op de Ommelanden te doen. Zijn medestander George Freiherr von Thurn zou de Ommelanden voorlopig besturen tot het Duitse Rijkskamergerecht uitspraak zou doen * . Maar de overeenkomst kwam niet tot uitvoering. De Saksische hertogen bleven verwikkeld in bij tijden gewapende strijd met de stad om de Ommelanden. George wist vaste voet in Appingedam te krijgen. Verschillende kloosters (bv Aduard en Selwerd) steunden hem. De forme le landsheer van de stad Groningen, de bisschop van Utrecht Frederik van Baden, liet zich nog steeds gelden * .
In 1505 maakte George zich op om de stad door een blokkade te onderwerpen. In dat kader richtte hij blokhuizen op, onder meer Weerdenbras bij De Punt en Aduarderzijl aan het Reitdiep * . Maar de hertog kreeg ongenoegen met bondgenoot Edzard van Oostfriesland. Die wist de stad Groningen wel in zijn macht te krijgen. George moest in 1506 bovendien Edzard van Oostfriesland als zijn stadhouder in de Ommelanden accepteren. De graaf eigende zich zelfs de rechtspraak toe * . Maar in de praktijk bleven veel hoofdelingen en ook de stad Appingedam (dat in 1504 van de hertog handelsvoorrechten kreeg * George trouw en weigerden zij Edzard te erkennen. In 1507 kwam het tussen George en Edzard tot een definitieve breuk. George kreeg steun van Maximiliaan I. Die wilde dat de stad Groningen niet Edzard, maar de Saksische hertog als heer erkende en daagde de sta d in Konstanz voor het Rijkskamergerecht, waar ook de bisschop van Utrecht zijn zaak bepleitte * . Het hielp allemaal weinig en in 1511 klaagde George opnieuw bij de keizer, nu in Neuss * .
Behalve van Maximiliaan kwam er steun van de hertogen van Brunswijk en van de graaf van Oldenburg. Uiteindelijk werden graaf Edzard en de stad Groningen in de Rijksban gedaan (1514). Een oorlog om Oostfriesland ontstond. George voerde de strijd vanuit de Ommelanden. Edzard werd ook door zijn andere tegenstanders besprongen, met name door de hertogen van Brunswijk, en kreeg alleen diplomatieke steun van de bisschop van Münster * . Edzard werd uit de Ommelanden verdreven en George sloeg het beleg voor de stad. Die voelde zich zeer bedreigd en zocht contact met de tegenstander. Namens haar onderhandelde Wilhelmus Frederici, de jarenlange politieke leider van de stad. George vroeg echter te veel. Die tactische fout werd niet begaan door hertog Karel van Gelre, Edzards bondgenoot. Aan hem viel de stad toe (november 1514). Karel viel meteen George in Friesland aan (zie boven, p. 19). De Saksen trokken zich naar hun belangrijkste gewest terug en ontruimden geleidelijk de huidige provincie Groningen. Appingedam en Delfzijl bleven nog het langste in hun macht. Uiteindelijk kwamen ook de Ommelanden aan Karel van Gelre * .
last modification 15-02-2002
2.461 described record copies
Attributes
Volume:
263 Microfilm, fiches en jackets
Category:
- Uncategorized
Archiefvormer(s):
last modification 15-02-2002
2.461 described record copies