Het archief van de Klencke is een huisarchief. De erin aanwezige stukken zijn door verschillende bewoners ervan achtergelaten. Het grootste deel bestaat uit de papieren van Derk van der Wijck, ofwel door hemzelf opgemaakt of ontvangen, ofwel van zijn schoonvader Haro Caspar van In- en Kniphuisen overgenomen. Van de eigenaren daarvóór zijn beduidend minder stukken aanwezig. Ook de kinderen van Derk van der Wijck hebben een aantal archivalia op de Klencke gelaten, terwijl het archief afgesloten is met de stukken van de laatste eigenares, Elisabeth Jacoba Goddard- Van der Wijck. Zij gaf in 1923 dan ook het grootste deel van het huisarchief in bewaring aan de rijksarchivaris in Drenthe *  . In 1971 en 1975 droeg de directeur van het Provinciaal Museum in Assen de bij hem verzeild geraakte stukken van de Klencke over aan het Rijksarchief. Na voltooiing van de inventarisatie zijn in 1980 van mevrouw drs. K. van Overveldt in Den Haag een aantal stukken verworven, de nummers 80a, 81a-f, 113a, 124a, 245a en 296 a-b. Tot slot zijn er incidenteel een aantal aanwinsten geboekt die aan het huisarchief zijn toegevoegd. Twee handschriften uit de collectie ten rijksarchieve zijn bij de stukken van Derk van der Wijck gevoegd (nrs. 48 en 49), enkele 19e eeuwse stukken werden in 1972 en 1978 door drs. E. Pelinck geschonken (nrs. 87, 135, 254). Het Drents Genootschap droeg drie charters over in 1953 (nrs. 157, 190, 234) en de rijksarchivaris in Groningen in 1952 een charter (nr. 159). Aan de inventaris is een regestenlijst toegevoegd, beschrijvende de stukken van vóór 1600 in het archief. De grens 1600 is getrokken overeenkomstig de bij andere in het Rijksarchief in Drenthe berustende archieven gestelde grens. *