Uw zoekacties: Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe

0196 Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.4. Veranderingen sinds 1950
0196 Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe
1. Inleiding
1.4.
Veranderingen sinds 1950
Organisatie: Drents Archief
Vanaf circa 1950 voltrokken zich ingrijpende veranderingen op het sociaal-culturele vlak *  . Zonder dat volledigheid wordt beoogd kunnen genoemd worden de toeneming van de overheidsbemoeienis met het maatschappelijk leven, de verdergaande specialisatie, het ontstaan van nieuwe terreinen van sociaal-cultureel werk (bejaardenzorg, gezinsverzorging, besteding van de vrije tijd). In Drenthe was een van de grootste wijzigingen ten opzichte van het vooroorlogse beeld de industrialisatie. Op maatschappelijk gebied werd gezocht naar een betere wetenschappelijke fundering. Deze ontwikkeling had tot gevolg dat vele nieuwe of gereorganiseerde instellingen op sociaal-cultureel gebied tot stand kwamen. Genoemd kunnen worden de Stichting voor de Geestelijke Volksgezondheid, de Stichting Medisch Opvoedkundig Bureau, de Provinciale Plattelandsbibliotheek, de Raad voor de Kinderbescherming, de Provinciale Stichting ter bevordering van het Gespecialiseerd Gezins- en Wijkwerk in Drenthe. De veranderingen in de maatschappij vonden hun weerslag in de werkzaamheden van de Stichting 0pbouw Drenthe. Lag voor 1945 de nadruk op de instelling van diensten, de serviceverlening, in de periode sinds 1950 traden andere functies op de voorgrond, zoals de bevordering van overleg en samenwerking van instellingen van particulier initiatief onderling en met de overheid. Opbouw Drenthe betrad nieuwe terreinen: de gezinsverzorging, de bejaardenzorg, het buurt- en dorpshuiswerk en het algemeen maatschappelijk werk. Hiervoor werden permanente commissies ingesteld, opgebouwd uit vertegenwoordigers van de overheden en van kerkelijke en particuliere organen, alsmede enkele deskundigen.
De commissies hadden een stimulerende en adviserende taak. Op deze wijze werden ingesteld de Provinciale Raad voor de Gezinsverzorging (1949) , het Provinciaal Comité van kerkelijk en particulier Initiatief voor Sociale Zorg t.b.v. gerepatrieerden (1950), de Provinciale Commissie voor de Bejaardenzorg (1952) , de Commissie voor de bestrijding van het verschijnsel der a-socialiteit (1953) , de Provinciale Commissie voor Algemeen Maatschappelijk Mark (1960) , de Provinciale Conmissie voor het Woonwagenwerk in Drenthe (1965) , enz. *  . In een aantal gevallen heeft Opbouw Drenthe meegewerkt aan de instelling van nieuwe voorzieningen: de zorg voor probleemgezinnen heeft geleid tot de Provinciale Stichting ter bevordering van het Gespecialiseerd Gezinswerk en Wijkwerk in Drenthe, het maatschappelijk werk voor zwakzinnigen resulteerde in een Drentse Stichting voor Maatschappelijk Werk voor Zwakzinnigen; de plattelandslectuurvoorziening kwam via de Opbouwcommissie hiervoor aan de Stichting Provinciale Plattelandsbibliotheek *  . De Provinciale Commissie Psychiatrische Voor- en Nazorgdienst werd in 1953 omgezet in de Stichting Sociaal Psychiatrische Dienst voor Drenthe *  .
In de totstandkoming van nieuwe voorzieningen droeg Opbouw Drenthe ook bij in de vorm van adviserende functies. Dit was het geval bij het Medisch Opvoedkundig Bureau, de Stichting voor de Revalidatie, Pro Juventute, de Stichting Jeugdwerk Z.O. Drenthe en de Provinciale Jeugdraad.
Na de oprichting van nieuwe organen bleef Opbouw Drenthe daarmee nog verbonden, ofwel als adviserend lid, ofwel administratief door de boekhouding te verzorgen.
Het karakter van overleg- en adviesinstituut heeft ertoe bijgedragen dat het onderzoek een belangrijk deel van het werk van Opbouw Drenthe ging uitmaken. In 1956 werd de eerste socioloog in dienst genomen.
Ondanks deze verschuiving van het accent van de werkzaamheden van Opbouw Drenthe naar overleg en advies moeten de activiteiten van de diensten niet vergeten worden. De dienst voor het kleuteronderwijs, de Vrouwelijke Hulpverlening, de Huishoudelijke Voorlichting, het Instituut voor Jeugd- en Ontwikkelingswerk bleven actief.
Opbouw Drenthe onderging sinds 1950 ook enige formeel-juridische veranderingen. Nadat het in 1948 een stichting was geworden, verdween daaruit in 1950 het DETI en in 1953 de Psychiatrische Voor- en Nazorgdienst. Om voor het gehele personeel aansluiting bij het rijkspensioenfonds te krijgen, werd in 1956 een juridische manoeuvre uitgevoerd. Voorwaarden voor aansluiting bij dat fonds waren dat de stichting geheel met overheidsgeld moest zijn opgericht en dat alle personeelsleden in het pensioenfonds zouden komen. Omdat echter het eerste niet duidelijk was en het tweede onmogelijk (De Berkenhof was een particuliere instelling, die zichzelf bedroop), werd een tweede stichting opgericht, die genoemd werd Stichting Opbouw Drenthe voor cultureel en maatschappelijk werk *  . De nieuwe stichting voldeed wel aan de voorwaarden voor de pensioenverzekering. Zo functioneerden er formeel twee stichtingen naast elkaar, maar praktisch was dit nauwelijks van belang.
Een laatste belangrijke wijziging was dat op 6 september 1972 door de Commissaris der Koningin een nieuw bestuur werd geïnstalleerd *  . Geen onderscheid werd meer gemaakt tussen algemeen en dagelijks bestuur.
Het tot dusver gegeven verslag van de ontwikkeling van Opbouw Drenthe beoogde geen volledigheid. De bedoeling was slechts in zeer grote lijnen te schetsen hoe de Centrale Commissie voor den Cultureelen, Hygienischen en Oeconomischen Opbouw van Drenthe geworden is tot de Stichting Opbouw Drenthe en wat dit Opbouworgaan in de loop der jaren omvat heeft.

Kenmerken

Datering:
1925-1970
Beschrijving:
Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe, sinds 1948 Stichting Opbouw Drenthe 1925-1970 (1975)
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0196 Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe
VERKORT:
NL-AsnDA, 0196