Uw zoekacties: Commissie Beheersconflicten te Assen

0129 Commissie Beheersconflicten te Assen ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Toelichting
2.05. Einde van het beheer
0129 Commissie Beheersconflicten te Assen
2. Toelichting
2.05.
Einde van het beheer
Organisatie: Drents Archief
Het beheer over vermogens van NSB-ers en andere politieke delinquenten (genoemd in art. 6, lid 1 E 133) kon eerst worden beëindigd nadat de betrokkene in vrijheid was gesteld. Had deze in-vrijheid-stelling plaatsgevonden vóór 29 oktober 1945 (de datum van het Besluit Politieke Delinquenten, Stb. F 224), dan kon ' na gunstig advies van de Procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof ' op grond van art. 37 (jo. art. 34, lid 1 sub f) van E 133 door het NBI of een zijner vertegenwoordigingen of bureaus een verklaring worden afgegeven, waarin werd meegedeeld dat de bepalingen van het besluit E 133 niet langer van toepassing waren. Art. 12, lid 1 E 133 bepaalde dat hiermee het beheer over het vermogen van rechtswege eindigde.
Ten aanzien van onder beheer gestelden die ná 29 oktober 1945 in vrijheid waren gesteld, kon het beheer worden beëindigd:
¿ wanneer dit door het Tribunaal, op grond van het Tribunaalbesluit van 17-09-1944, Stb. E 101 werd bepaald,
¿ wanneer door of vanwege de Procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof op grond van het Besluit Politieke Delinquenten buiten-vervolg-stelling plaatsvond, zonder dat daarbij de bijzondere voorwaarde gesteld van handhaving van de onder-beheer-stelling.
Voorts eindigde het beheer ten aanzien van zaken, waarvan de eigenaar onbekend was, door afgifte van die zaken aan de bekend geworden eigenaar of diens rechtverkrijgenden. Keerde de onbekende eigenaar echter niet terug binnen een door de Kroon bepaalde termijn, dan werden zijn zaken door het NBI afgegeven om te worden gebruikt voor een door de Kroon nader te bepalen doel.
Ook ten aanzien van het beheer over vermogens van vijandelijke onderdanen gold de bepaling dat het NBI een verklaring af kon geven, waarin (in dit geval) werd bepaald dat betrokkene niet of niet langer een vijandelijk onderdaan was in de zin van het Besluit E 133. Ingevolge art. 12 E 133 eindigde door deze verklaring de onder- beheer-stelling.
De bewindvoering over vermogens van afwezigen eindigde in principe na terugkeer van de afwezige, of nadat inschrijving van overlijden van de afwezige had plaatsgevonden en de rechten waren overgegaan op diens erfgenamen.
Na beëindiging van het beheer was de beheerder gehouden rekening en verantwoording af te leggen aan het NBI, onder overlegging van een vermogensoverzicht van betrokkene. Eveneens was de beheerder verplicht om desgevraagd ook rekening en verantwoording af te leggen aan de onder beheer gestelde. Betrokkene moest een duidelijk beeld kunnen krijgen van de wijze waarop het beheer was uitgevoerd en wat er met het vermogen was gebeurd. Er bestond echter geen enkele verplichting om verantwoording af te leggen m.b.t. de motieven, welke voor het verrichten van bepaalde beheershandelingen hadden gegolden, terwijl evenmin inzage behoefde te worden gegeven in de accountantsrapporten uit de tijd van het beheer. Aan de onder beheer gestelde werd een déchargeverklaring ter tekening voorgelegd, waarbij betrokkene verklaarde van verdere aanspraken of vorderingen ten aanzien van zijn opgeheven beheer af te zien. Wanneer de onder beheer gestelde weigerde deze verklaring te tekenen, mocht dit de beëindiging van het beheer echter niet in de weg staan. In dat geval werd volstaan met afgifte van het vermogen tegen ontvangstbewijs.
Om de taak en werkwijze van de Commissie Beheersconflicten en de noodzaak tot het instellen daarvan duidelijk te maken, is het nodig om eerst een uiteenzetting te geven over het ontstaan en de handelwijze van het Nederlands Beheersinstituut.

Kenmerken

Datering:
1948-1951
Beschrijving:
Commissie Beheersconflicten te Assen
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0129 Commissie Beheersconflicten te Assen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0129
Categorie:
  • Zonder categorie