Uw zoekacties: Provinciaal Museum van Drenthe

0028 Provinciaal Museum van Drenthe ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding deel II, (1925) 1955-1998 (2003)
0028 Provinciaal Museum van Drenthe
Inleiding deel II, (1925) 1955-1998 (2003)
Organisatie: Drents Archief
De datering van het tweede deel van het archief van het Provinciaal Museum van Drenthe - in 1976 voortaan aangeduid als Drents Museum - begint in 1955, het jaar, volgend op een nieuw ingevoerde organisatiestructuur: met ingang van 1 juli 1954 was het Provinciaal Museum een provinciale dienst geworden. *  De archiefperiode eindigt ultimo december 1998; per 1 januari 1999 is het museum verzelfstandigd.
In de tussenliggende jaren van bovengenoemde data is de organisatiestructuur geleidelijk gewijzigd en uitgebreid. Daaraan ten grondslag lag onder andere de zich steeds - naar aantal en omvang - uitbreidende collecties en andere voorwerpen, maar ook de zich steeds wijzigende doelstellingen en taken van het museum. Dientengevolge kwamen er afdelingen bij. Waren er in 1954 nog twee: Archeologie en Niet-archeologie, in 1957 werd daarnaast de afdeling Monumenten ingevoerd.
In 1979 bestond de organisatie uit de afdelingen Prae- en Protohistorie en Historie, de bureaus Monumentenzorg en Educatieve Dienst, en de ondersteunende afdelingen Archief en Bibliotheek, Huishoudelijke Dienst, Administratie en Secretariaat. Het Bureau Monumentenzorg werd per 1 oktober 1980 afgesplitst van het museum. In 1981 werd de organisatie wederom gewijzigd; die bestond nu uit de afdelingen Geologie en Archeologie, Kunsthistorie, Historie, Educatieve Dienst, Ondersteunende Functies. * 

In 1996 bestond de organisatie van de Stichting Drents Museum i.o. (= "in oprichting", zo genoemd vanwege de toen aanstaande verzelfstandiging per 1 januari 1999) wederom uit slechts twee afdelingen. De ene bestond uit een bundeling van conservatorenfuncties en publiciteits- en educatie- / groepsactiviteitenfuncties, zogenaamde inhoudelijke functies, belast met kerntaken. De andere vormde een bundeling van ondersteunende functies en taken. Daarnaast was er een afzonderlijke coördinator presentatie en collectie, die zorgde voor de dagelijkse aansturing in operationele zin. * 
In 1976 werd, in het kader van het invoeren van een museum-nieuwe-stijl, de naam Provinciaal Museum van Drenthe vervangen door Drents Museum; dat vond men beter in het gehoor liggen. Vanaf 1977 werd daaraan toegevoegd "Assen". De officiële naam bleef echter Provinciaal Museum van Drenthe. * 

Op 4 november 1998 besloten Gedeputeerde Staten van Drenthe officieel tot verzelfstandiging van het Drents Museum per 1 januari 1999. * 
Tegelijk met de zich ontwikkelende en uitbreidende organisatie groeide het aantal personeelsleden. In 1955 waren dat er vijf, in 1965 dertien *  , in 1979 ongeveer vijfentwintig *  , in 1996 plusminus dertig * 
Ten behoeve van beleidsadvisering aan de directeur was er een Commissie van Advies. Voorzitter was de directeur (!), de leden werden benoemd door het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. * 
In 1964 werd de Stichting Schone Kunsten rond 1900 (SSK) opgericht. Dat geschiedde door nakomelingen van (Nederlandse) kunstenaars uit de tijd rond 1900. De nazaten wilden daarmee verspreiding en teloorgang van de kunstwerken van hun voorgeslacht voorkomen.

In 1974 werd een overeenkomst gesloten tussen de Provincie Drenthe en de SSK omtrent het onderbrengen van de SSK-collectie in het Provinciaal Museum van Drenthe. Daarbij stond ook voor ogen het integreren van de administratie en de kaartsystemen van de SSK in die van het museum. * 
In 1955 werd de Oudheidkamer "Hondsrug" te Emmen statutair tot dochterinstelling verklaard van het Provinciaal Museum. *  In 1992 is de gehele inventaris van de oudheidkamer overgebracht naar het museum.
Het museum was vanaf 1902 gehuisvest in de benedenverdieping van het Rijksarchiefgebouw aan de Brink (zie ook inleiding deel I).

In 1955 werd, wegens ruimtegebrek, het zogenaamde Ontvangershuis (voormalig Prinsenhof) aan de Brink aangekocht, vlakbij het museum. In 1959 begon men met de noodzakelijke restauratie van het gebouw, die in 1962 werd voltooid. In datzelfde jaar werd het gebouw in gebruik genomen.

In 1976 werd, na verbouwing en aanpassing, het voormalige provinciehuis aan de Brink betrokken en het Rijksarchiefgebouw verlaten. Drie jaar daarvoor was het provinciebestuur vertrokken naar een nieuw gebouw aan de Westerbrink, ook in Assen.
Eén van de voorwaarden van de Provinciale Staten van Drenthe voor verbouwing van het provinciehuiscomplex was de instelling door het museum van een educatieve afdeling. Het doel was verbetering van de relatie tussen museum en publiek, lees: meer bezoekers trekken.
Op 21 mei 1976 werd het museum nieuwe stijl geopend. * 
Omdat de organisatiestructuur van het museum in 1954 grondig werd gewijzigd (zie Organisatie Museum en inleiding op het eerste deel van de inventaris), is de indeling van dit tweede inventarisdeel afwijkend van die van het eerste deel. Volledige parallellie in opbouw van de inventaris zou alleen mogelijk zijn door dat te forceren, waardoor noodzakelijkerwijs ook de oorspronkelijke structuur van het archief zelf verstoord zou worden.
Ook nu is gekozen voor een opdeling van de stukken in twee hoofdrubrieken: organisatie en taakuitvoering.
Er komen enkele stukken voor die dateren van voor en na de archiefperiode 1955-1998. Sommige kunnen vanwege hun aard niet opgedeeld worden in bepaalde tijdsperioden (zoals registers), andere vormen anderszins een afgeronde, niet te splitsen periode. Stukken die feitelijk horen bij het eerste deel van het archief, maar om uiteenlopende redenen bij het tweede deel zijn beland, zijn wel alsnog ingevoegd bij het eerste deel. Dan zijn er ook stukken van na 1998 die niet zijn afgesplitst, omdat ze horen bij de desbetreffende dossiers, waarvan de aanvang was (ver) voor 1999; deze zijn bij dit tweede deel gelaten.
Financiële en personele zaken werden grotendeels afgehandeld door respectievelijk de afdelingen Financiën en Personeelszaken van het bestuurlijke provinciale apparaat; met deze aangelegenheden had het museum slechts gedeeltelijk bemoeienis. De desbetreffende stukken (bescheiden betreffende samenstelling begrotingen en jaarekeningen, personeelsdossiers (PD's) en dergelijke) bevinden zich daardoor grotendeels in het provinciehuis. * 

Sommige series van gelijksoortige stukken, zoals jaarverslagen, zijn niet compleet; het ontbrekende viel niet te achterhalen.
De personeelsdossiers en aanverwante stukken zijn uitgesloten van openbaarheid tot 100 jaar na geboorte van betrokkenen. Dat is vermeld in NB's op de desbetreffende plaatsen in de inventaris.
Een aantal archieven is bij het archief van het museum gevoegd als zogenaamde gedeponeerde archieven. Ze zijn gevormd door zelfstandige organen, die direct verband hebben met het museum; de archieven zijn daar ook (gedeeltelijk) ontstaan. In een aantal gevallen heeft vermenging plaatsgevonden met stukken van het museumarchief. Scheiding van die stukken was niet goed uitvoerbaar.
Verschillende periodieken, bulletins, brochures en dergelijke, die geen archief zijn in eigenlijke zin, zijn als documentatie achteraan bij het archief gevoegd.
Van het archief is 16 meter vernietigd. De vernietiging heeft plaatsgevonden overeenkomstig de "Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van de Commissaris der Koningin, en de overige provinciale en interprovinciale organen, dagtekenende na 1850."
De omvang van het resterende te bewaren archief van dit tweede deel bedraagt 24 meter.

Kenmerken

Datering:
(1840) 1955-1998 (2003)
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0028 Provinciaal Museum van Drenthe
VERKORT:
NL-AsnDA, 0028
Categorie:
  • Zonder categorie