Uw zoekacties: Commissie tot bedijking en droogmaking van de Huiszitter- en...

2.4.8.1.3 Commissie tot bedijking en droogmaking van de Huiszitter- en Meeslouwerpolder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In de zeventiende en achttiende eeuw werd in de Campens- of Huiszitterpolder en de Kniplaans- of Meeslouwerpolder turf gegraven om te dienen als brandstof. Dit leidde ertoe dat in de negentiende eeuw een groot deel van deze polders in een veenplas waren veranderd. De behoefte ontstond om deze veenplas droog te malen en de grond weer geschikt te maken voor landbouw. Uit de ingelanden van beide polders werd in 1832 een Commissie tot bedijking en droogmaking gevormd die met het droogmakingsproject belast werd. *  In 1845 werd het reglement voor bedijking en droogmaking ontworpen en in 1847 kreeg de Commissie bij Koninklijk Besluit vergunning om met de werken een aanvang te nemen. *  Er werden hypothecaire leningen afgesloten om de kosten voor bedijking en droogmaking te kunnen betalen. *  Vervolgens werd om de hele (inmiddels gecombineerde) Huiszitterpolder en Meeslouwerpolder een buitenringdijk aangelegd. Niet alle landen binnen deze buitenringdijk zouden in de droogmaking worden betrokken. In artikel 3 van het reglement werd bepaald dat de zogenaamde Koelanden, gelegen in de noordwesthoek van de Huiszitterpolder, buiten de droogmaking zouden blijven. Door middel van een binnenringdijk werden de Koelanden van de droog te maken landen gescheiden, waarna ze via een stortebed of open duiker op de droogmakerij konden afwateren. Voor de daadwerkelijke droogmaking werd een vijzelmolen gebouwd, die het water uitsloeg op de Weegsloot of Wezensloot. * 
In de jaren 1851 en 1852 werd de droogmakerij door tegenslagen getroffen. In 1851 begaf de ringdijk langs de Weezensloot het en in 1852 de dijk langs de Knipwatering. Tweemaal liep de drooggemaakte polder weer onder. Bij de eerste doorbraak werd de schade geraamd op fl. 10.000,-, bij de tweede op fl. 35.000,-. De Commissie richtte smeekbrieven aan GS van Zuid-Holland en aan het Rijk waarbij ze aandrongen op een subsidie voor herstel van de dijken. Als oorzaak voor de doorbraken voerden ze aan de langdurig hoge waterstand in de boezem wegens de droogmaking van het Haarlemmermeer, waarbij de bergboezem en de uitwatering op het kanaal te Katwijk voor de streek verloren was gegaan. Hoewel GS van Zuid-Holland en het Rijk het verzoek na de eerste doorbraak afwezen, kenden beide overheden bij de tweede doorbraak een subsidie toe. * 
In plaats van herstel van de dijk langs de Weezensloot dacht de Commissie erover om deze watergang te dempen om zo voor altijd gevrijwaard te blijven van een doorbraak voor deze kant. Nadat omliggende polders hadden gewezen op het belang van deze vaart, beschikte D&H van Rijnland afwijzend hierop. Wel kon de Weezensloot, en ook de Knipsloot, afgesloten worden van de boezem als er een nieuw, vervangend kanaal zou worden gegraven. In 1852 begon de Commissie met het graven van de zogenaamde Nieuwe Vaart. Deze kwam dwars door de aangrenzende Groote Westeindsche polder te lopen, van de Stompwijkse vaart tot aan de Meerburger watering. Het gedeelte van de Groote Westeindsche polder ten zuidwesten van de Nieuwe Vaart werd afgescheiden en ging als Kleine Westeindsche Veen- en Droogmakerij verder. De Gecombineerde Huiszitter- en Meeslouwerpolder moest de kaden van de Nieuwe Vaart onderhouden. * 
In 1863 werd de Commissie opgeheven.

Kenmerken

Datering:
1843-1863 (1879)
Onder de gemeente(n):
Leidschendam
Omvang:
0,30 meter
Inventaris:
J.H.M. Sloof, 2004; bewerkt door G.A. Koese, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen: