De grond in de polder was aanvankelijk geheel eigendom van de eigenaar van de hoge heerlijkheid Hoogmade. In 1692 kreeg Cornelis Sprongh de heerlijkheid in eigendom en tot in de 20ste eeuw waren zijn erven, later de Stichting Erven Cornelis Sprongh, nog steeds eigenaar van alle grond. In de tweede helft van de 20ste eeuw bezaten ook het Rijk en de gemeente Woubrugge grond in de polder. * 
In 1862 kreeg de polder een bijzonder reglement. Het bestond uit 2 artikelen. In het eerste artikel werd de grens van de polder omschreven, artikel 2 bevatte de bepaling dat zo lang de polder aan één eigenaar of aan meerderen in onverdeelde eigendom bleef toebehoren, daarop alleen artikel 7 van het Algemeen reglement voor de polders in Zuid-Holland van toepassing was en aan GS opgave gedaan moest worden van de persoon die het bestuur van de polder vertegenwoordigde. In 1947 werd dit reglement gewijzigd, omdat er inmiddels meerdere stemgerechtigde ingelanden waren. Omdat hun aantal lager dan zeven was, moesten zij een vertegenwoordiger aanwijzen. *