In 1921 bracht de inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in de provincie Zuid-Holland een bezoek het archief van de polder, dat bij de secretaris thuis werd bewaard. Hij trof het archief deels in kistjes en deels los op de vloer van de zolder aan. Naar aanleiding van dit bezoek drongen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland er per brief bij het bestuur op aan een archiefkast aan te schaffen. Bij een volgend bezoek in 1949 bleek er een kast aanwezig te zijn, maar die bood onvoldoende bergruimte en de archiefstukken waren in geval van brand niet veilig geplaatst. De inspecteur drong erop aan het archief tot 1900 in bewaring te geven bij het hoogheemraadschap van Rijnland, waar het geïnventariseerd en brandvrij bewaard zou worden. In 1952 werd het oud archief tot 1920 bij Rijnland in bewaring gegeven, waarna het werd geïnventariseerd door J.A. Schimmel. Waarschijnlijk na de opheffing van de polder volgde de rest. In 2004 werd het complete archief geïnventariseerd door J.H.M. Sloof, waarbij de inventaris van Schimmel kwam te vervallen. *