2.3.6.1.3 Commissie tot bedijking en droogmaking van De Putte ( Hoogheemraadschap van Rijnland )
2.3.6.1.3
Commissie tot bedijking en droogmaking van De Putte
Inleiding
In 1759 kregen de ambachtsbesturen van Noord-Waddinxveen, Hazerswoude, Benthuizen, Hoogeveen, Zoeterwoude en Benthorn octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland tot het bedijken en droogmaken van de Noordplassen. Een deel van de Voorofsche polder, de Putte genaamd, werd buiten deze droogmaking gehouden omdat er nog verveend werd. Ook toen in 1809 de vervening voltooid was volgde er nog geen droogmaking, hoewel volgens het octrooi wel op het ambacht Noord-Waddinxveen de verplichting hiertoe rustte. Dit leidde ertoe dat het ambacht niet kon worden opgeheven toen alle andere ambachten in 1869 wel werden opgeheven. Toch namen de plannen tot droogmaking in deze periode wel serieuze vormen aan.
Na jaren van voorbereiding werd in 1870 een speciale Commissie tot bedijking en droogmaking van De Putte geinstalleerd, bestaande uit zeven leden. Voorzitter werd Van Dort Kroon, burgemeester van Waddinxveen. Deze commissie vormde het tijdelijk bestuur van de droogmakerij en besteedde alle werken aan. Door middel van een stoomgemaal werd de Putte uiteindelijk drooggemalen. In 1873 was de droogmaking voltooid.
laatste wijziging 16-09-2023
32 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 16-09-2023
32 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1867-1876
Omvang:
0,60 meter
Inventaris:
G.A. Koese, 2009
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Scanning on demand:
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 16-09-2023
32 beschreven archiefstukken