Mijn Studiezaal (inloggen)
2.3.6.1.1 Achterof, polder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )
2.3.6.1.1
Achterof, polder
Inleiding
1 Stichting, gebied en opheffing
2.3.6.1.1 Achterof, polder
Inleiding
1
Stichting, gebied en opheffing
In de 18de eeuw was er door natte turfwinning rond Hazerswoude en Waddinxveen in de eeuwen daarvoor een uitgestrekt plassengebied ontstaan. Omdat veenplassen niet rendabel zijn, sloegen schouten en ambachtsbewaarders van de ambachten Hazerswoude, Benthuizen, Noord-Waddinxveen, Hoogeveen, Zoeterwoude en Benthorn de handen ineen. In 1759 vroegen en kregen ze octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland tot het bedijken en droogmaken van de zogenaamde Noordplassen.
In tegenstelling tot veel andere droogmakerijen werden de landen binnen de ringdijk niet onder één bestuur verenigd. Al tijdens de droogmaking waren er onenigheden gerezen tussen de verschillende ambachtsbesturen. In 1766 werd daarom een contract van separatie gesloten tussen de zes participerende ambachten. Hierin werd overeengekomen dat de ringdijk die om het droog te maken gebied was gelegd, onder het bestuur van de ambachten - behalve Benthorn - zou komen te staan. Schouten en ambachtsbewaarders waren verantwoordelijk voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van de dijk en voerden ook jaarlijks de schouw uit. Zij vormden samen het bestuur van het waterschap De Omringdijk van de Drooggemaakte Noordplas. Voor de rest van de drooggemaakte landen was elk ambacht afzonderlijk verantwoordelijk. Zo komt het dat binnen de ringdijk van de drooggemaakte Noordplas tot 1969 verschillende polders lagen. Pas in dat jaar werden deze polders verenigd tot één polder: polder de Noordplas. *
Door deze bedijking en droogmaking kwam een deel van het ambacht Noord-Waddinxveen binnen de ringdijk te liggen. Dit werd de polder Achterof, ook wel de Drooggemaakte polder genoemd. Het andere deel van het ambacht, de Voorofsche polder, bleef buiten de bedijking. De polder Achterof had een nagenoeg rechthoekige vorm en bestond uit de westelijke helften van de blokken Snijdelwijk en Peulijen en het blok Groenswaard, waarin het ambacht Noord-Waddinxveen was verdeeld. In het oosten, zuiden en een deel van het westen werd de polder begrensd door de ringdijk. Aan de zuid- en westkant van de polder viel deze ringdijk samen met de landscheiding tussen Rijnland en Schieland. Aan de westkant richting het noorden vormde de limiettocht (de grensscheiding met de Hazerswoudsche Droogmakerij) de grens. In het noorden was de Hoogeveense weg de grens. *
In 1882 werd de polder samengevoegd met de Drooggemaakte Putte. De Putte was een veenplas in de Voorofsche polder, die na droogmaking in 1873 onder een eigen bestuur werd geplaatst. Vanaf dat moment was de officiële poldernaam Achterof en De Putte.
2 Bestuur
3 Bemaling
4 Archief
laatste wijziging 16-09-2023
155 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 16-09-2023
155 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1765-1883
Onder de gemeente(n):
Waddinxveen
Omvang:
3,85 meter
Inventaris:
G.A. Koese, 2009
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Scanning on demand:
Licentie:
Public Domain Dedication
Geografische namen:
Categorie:
laatste wijziging 16-09-2023
155 beschreven archiefstukken
