De polder werd bemalen door een windschepradmolen uit 1761. Deze molen stond aan de Hoogeveensche Vaart op de smalle strook land die tot diep in de Oude Groenendijksche- en Barrepolder doorliep. Hij is bekend geworden als de Langelandse molen, genoemd naar het Langeland onder Benthuizen dat sinds lange tijd deel uitmaakte van de polder.
In 1926 werd een hulpmotor in de molen geplaatst om ook bij windstilte te kunnen malen. *  Twee jaar later sloot het polderbestuur een overeenkomst met de Benthuizer Noord- en Zuidpolder, waarin de polder de verplichting op zich nam het overtollige water van de Benthuizer Noord- en Zuidpolder af te voeren naar de Rijn. Volgens de database van verdwenen molens in Nederland werd de Langelandse molen rond 1939 afgebroken, hoewel hiervan in het archief niets is aangetroffen. Dit verklaart echter wel de aanwezigheid van een bemalingsovereenkomst van december 1938 waarin precies het tegenovergestelde staat: de Benthuizer Noord- en Zuidpolder neemt de verplichting op zich om het overtollige water van de Bent- en Delf of Generale polder weg te malen. Dit gebeurde met de in 1928 gebouwde Benthuizer Bovenmolen, die op een steenworp afstand van de Langelandse molen was gebouwd. * 

In de jaren '60 raakte de Benthuizer Bovenmolen buiten gebruik. De Benthuizer Noord- en Zuidpolder zou voortaan worden bemalen door een gemaal in de Palensteinsche polder. In 1967 kocht de polder de Benthuizer Bovenmolen en een deel van de Hoogeveensche Vaart voor het symbolische bedrag van één gulden. *  De molen bleef niet lang in het bezit van de polder: twee jaar later verkocht het bestuur het bemalingswerktuig door aan F.X.J. Wesselingh te Hazerswoude-Rijndijk. *  De polder werd vanaf die tijd, samen met de Oude Groenendijksche- en Barrepolder en de polder Nieuw Groenendijk, bemalen door een nieuw gemaal. *