Het chaotisch geordende archief is 60 jaar lang in het benedengemaal van de polder opgeborgen geweest. Dat deze bewaring te wensen overliet, is te merken aan de notities van de inspecteur der archieven in Zuid-Holland. Zo drong hij in 1925 aan op het plaatsen van een losse kast in het dieselmotorgemaal om in de toestand verbetering te brengen. In 1953 meldde de inspecteur aan Rijnland dat "de secretaris nog niet de overzichtslijst had gemaakt van het archief sedert 1864 waarom ik hem bij mijn vorige bezoek had verzocht." Na aanmaning van G.S. van Zuid-Holland deelde het bestuur mede dat de overzichtslijst gemaakt was en het opgedragen werk was afgemaakt. In 1959 gaf het bestuur aan dat het aangaande het verzoek van Rijnland ervoor voelde het archief bij Rijnland in bewaring te geven. Het duurde echter tot 8 juli 1965 voordat daadwerkelijk tot bewaring werd overgegaan, ondanks meerdere aanmaningen van Rijnland. Het bestuur verontschuldigde zich hiervoor met een opmerkelijk schrijven op 30 januari 1964 ."...dat het bekend is dat het archief wordt bewaard in het benedengemaal van de polder waar geen stookgelegenheid is en derhalve wat beter weer wel aangenaam is om het ter plaatse uit te zoeken." Na overdracht van het archief aan Rijnland ging de opvraging van stukken door het polderbestuur niet altijd naar wens. Het bestuur gaf dan ook in een schrijven van 24 april 1970 aan dat het zich afvroeg of het archief niet beter bij hen had kunnen blijven, het archief was misschien niet zo opgeborgen zoals het behoorde, maar iets terug zoeken was toch snel gedaan.

Het archief is niet compleet, het omvat voornamelijk de periode na afscheiding en verzelfstandiging van de polder. In het archief van de Verenigde polder aan de Oostzijde van de Gouwe waren stukken van de polder als gedeponeerd archief opgenomen. Deze stukken zijn aan het archief toegevoegd. Het archief is nog niet eerder geïnventariseerd, wel waren er enkele lijsten: lijst "inhoud der safe" (1941) en plaatsingslijst (1953), vervaardigd. *