Het stichtingsjaar van de polder is niet bekend, de eerste vermelding is vermoedelijk van 1491. Er werd gesproken over een molen in Alphenerhorn. Een zekere Dirc Goel trad hierbij op als vertegenwoordiger van belanghebbenden van deze molen. Hij vroeg tezamen met anderen die molens hadden een uitspraak in een geschil over het plaatsen van watermolens. Zij verwachtten die op schrift op de eerstkomende Bamisschouw (1 oktober). Zij beloofden aan de rentmeester van Rijnland zich aan de uitspraak te houden. * 
De volgende vermelding is van 9 oktober 1517. De hoogheemraden van Rijnland gaven de molenmeesters van de molen bij Jacob Wiericxzoon toestemming om de Oostkade (Hazerswoude Alphen) wederom in te richten als waterkering. Wel maakten zij daarbij de kanttekening dat het verboden was de kade met dieren te beweiden of anderszins te gebruiken. * 

In de 19e eeuw werd de polder ten noorden begrensd door de Hoge Rijndijk, ten oosten door de Compierekade die de grens vormde tussen de polder en de gemeente Alphen, ten zuiden door de Dwarswatering, gelegen tussen de polder en de Rietveldse polder , ten westen door de Papenvaart die de afscheiding vormde tussen de polder en de Oostbuursche polder. In de Papenvaart lagen 2 eilandvormige percelen boezemland, waarvan één de Kikkerkamp werd genoemd.
In 1954 werd de grensomschrijving gewijzigd, ten gevolge van de verbreding van de op de Hoge Rijndijk gelegen Rijksweg en omdat de grensbeschrijving op enkele punten niet overeen kwam met de waterstaatkundige toestand. Zo werd bepaald dat de noordelijke kadastrale begrenzing van de Rijndijk de grens vormde en dat de sloot langs de Compierekade, die ter halve breedte buiten de poldergrens lag, binnen de poldergrens moest worden gebracht. Alsmede dat de westelijke grens, grotendeels gevormd door het midden van het boezemwater de Geer-of Papenvaart en enkele boezemsloten, ter verkrijging van een waterstaatkundige juiste toestand behoorde te worden verplaatst naar de buitenteenlijn van de boezemkade en naar het oostelijke boord van de Geer of Papenvaart en naar een noordelijke boord van een daar aanwezige boezemsloot. Ook werd het onderhoud van de westelijke boezemkade, in onderhoud bij de eigenaars van de aangrenzende percelen, onder beheer van de polder gebracht. * 

In 1939 werd de polder in open verbinding gebracht met polder Rietveld, waardoor de polder geheel afhankelijk werd van de bemaling van laatstgenoemde polder. Deze waterstaatkundige situatie en andere facoren vormden voor G.S. van Zuid-Holland, naar aanleiding van een initiatief van het hoogheemraadschap van Rijnland, de reden te onderzoeken of beide polders niet samengevoegd konden worden. Niettegenstaande protesten van beide polders viel dit onderzoek positief uit en werd de samenvoeging een feit. Krachtens statenbesluit van 30 juni 1959 werd de polder verenigd met polder Rietveld onder de benaming Riethoornse polder. *