Uw zoekacties: Uiteindsche Droogmakerij (voorheen Uiteindsche Veenderij)

2.1.9.1 Uiteindsche Droogmakerij (voorheen Uiteindsche Veenderij) ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Op 14 december 1796 kwamen vertegenwoordigers van ingelanden in de Uiteindsche polder met het bestuur van de Vierambachtspolder overeen dat de droogmaking en bemaling van ongeveer 20 morgen nog uit te venen land in het zuidwesten van de Uiteindsche polder zou geschieden door de Vierambachtspolder. Aansluitend aan de ringdijk van laatstgenoemde polder zou een ringdijk om de veenderij gelegd worden. Hierdoor werd de veenderij waterstaatkundig gescheiden van de Uiteindsche polder. Voor de droogmaking en verdere bemaling moest een duiker in de ringdijk van de Vierambachtspolder gelegd worden. Na betaling van de kosten van het droogmalen (fl. 1200,-) zouden de ingelanden van de droogmakerij jaarlijks fl. 4,- per morgen betalen als vergoeding voor de bemaling van hun land. Dit alles werd overeengekomen voordat een vergunning tot vervening was verleend. Die kwam een half jaar later. Op 4 juli 1797 gaven hoogheemraden van Rijnland consent om tot vervening, bedijking en droogmaking over te gaan. De termijn van natvening werd bepaald op twintig jaar. In 1820 en 1835 werd deze termijn verlengd. In 1838 was de natvening voltooid en in 1839 werd de duiker gelegd waardoor de veenderij zijn water op de Vierambachtspolder kon lozen. * 
De veenderij werd bestuurd door de schout (later: de burgemeester) van Ter Aar en twee gecommitteerden uit de ingelanden. De gecommitteerden werden gekozen door de ingelanden. Jaarlijks trad een van hen af. Deze wijze van bestuur bleef ook na de droogmaking bestaan. Bij de totstandkoming van een bijzonder reglement voor de Uiteindsche- en Middelpolder in 1858 werd de Uiteindsche Droogmakerij binnen de grenzen van deze polder gebracht en verloor zij haar eigen bestuur. * 
Inventaris
2 Vergunning van hoogheemraden van Rijnland tot het bedijken, vervenen en droogmaken van 20 morgen land in de Uiteindsche polder; met bijbehorend reglement op de bedijking, vervening en droogmaking, 1797. Gedrukt (gelijktijdig) afschrift
2.1.9.1 Uiteindsche Droogmakerij (voorheen Uiteindsche Veenderij)
Inventaris
2
Vergunning van hoogheemraden van Rijnland tot het bedijken, vervenen en droogmaken van 20 morgen land in de Uiteindsche polder; met bijbehorend reglement op de bedijking, vervening en droogmaking, 1797. Gedrukt (gelijktijdig) afschrift
Omvang:
1 stuk

Kenmerken

Datering:
1796-1850
Onder de gemeente(n):
Ter Aar
Omvang:
0,05 meter
Inventaris:
P.F. Schevenhoven, 2008
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen: