2.1.12 Wassenaarsche polder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )
2.1.12
Wassenaarsche polder
Inleiding
2 Bestuur
2.1.12 Wassenaarsche polder
Inleiding
2
Bestuur
Het bedijkingsoctrooi van 24 juni 1666 gaf aan de ingelanden het recht om keuren vast te stellen en een dijkgraaf, heemraden en ambtenaren aan te stellen. In hun vergadering van 4 juli 1675 stelden 'hoofdingelanden en participanten' van de polder vast dat een hoofdingeland ten minste 20 morgen land in de polder moest bezitten en dat ingelanden die minder dan 20 morgen bezaten slechts een adviserende stem zouden hebben. In dezelfde vergadering werd vastgesteld dat het dagelijks bestuur van de polder zou bestaan uit een dijkgraaf, drie heemraden en een penningmeester. De benoeming van de dijkgraaf gold voor onbeperkte tijd, die van de heemraden voor drie jaar, terwijl de penningmeester werd benoemd tot wederopzegging. De verkiezing van de heemraden zou jaarlijks plaatsvinden op de dag van de rekening. *
In 1832 werd een reglement vastgesteld, waarin de sinds de droogmaking bestaande gewoonten met betrekking tot de bestuursinrichting van de polder en de verplichtingen van de ingelanden vastgelegd. Volgens dit reglement bleef het bestuur als vanouds bestaan uit een dijkgraaf, drie heemraden en een penningmeester, te benoemen door de ingelanden, die voor iedere vijf hectare land in de polder één stem mochten uitbrengen. Bezitters van minder dan vijf hectare land konden hun bezittingen combineren om zo gezamenlijk één stem te hebben. De dijkgraaf, die benoemd werd voor het leven, moest 40 hectare land in de polder bezitten. De heemraden, van wie er jaarlijks één aftrad, moesten eigenaar zijn van 20 hectare. Dezelfde eis van gegoedheid gold voor de penningmeester. De functies van dijkgraaf en penningmeester konden door één persoon worden uitgeoefend. *
In 1832 werd een reglement vastgesteld, waarin de sinds de droogmaking bestaande gewoonten met betrekking tot de bestuursinrichting van de polder en de verplichtingen van de ingelanden vastgelegd. Volgens dit reglement bleef het bestuur als vanouds bestaan uit een dijkgraaf, drie heemraden en een penningmeester, te benoemen door de ingelanden, die voor iedere vijf hectare land in de polder één stem mochten uitbrengen. Bezitters van minder dan vijf hectare land konden hun bezittingen combineren om zo gezamenlijk één stem te hebben. De dijkgraaf, die benoemd werd voor het leven, moest 40 hectare land in de polder bezitten. De heemraden, van wie er jaarlijks één aftrad, moesten eigenaar zijn van 20 hectare. Dezelfde eis van gegoedheid gold voor de penningmeester. De functies van dijkgraaf en penningmeester konden door één persoon worden uitgeoefend. *
Tot 1864 lag de polder in twee provincies, aangezien Leimuiden bij de provincie Noord-Holland hoorde. Na de wijziging van de provinciegrens ging het Algemeen reglement voor de polders in de provincie Zuid-Holland ook in de Wassenaarsche polder gelden en kon een bijzonder reglement voor de polder vastgesteld worden. Volgens dit reglement, vastgesteld in 1865, bestond het bestuur van de polder uit een dijkgraaf en vier heemraden, die elk tien hectare belastbaar land in de polder moesten bezitten. In 1897 werd bij een wijziging van het bijzonder reglement het aantal heemraden teruggebracht van vier tot drie. Dit gebeurde met het oog op de verminderde werkzaamheden van het bestuur als gevolg van de vervanging van de vier windmolens door een stoomgemaal. De bepaling dat de bestuursleden tenminste tien hectare grond in de polder moesten bezitten werd afgeschaft. *
laatste wijziging 07-02-2023
148 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 07-02-2023
148 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1666-1979
Onder de gemeente(n):
Rijnsaterwoude, Leimuiden, Ter Aar
Omvang:
2,05 meter
Inventaris:
P.F. Schevenhoven, 2007
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Scanning on demand:
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen:
Categorie:
laatste wijziging 07-02-2023
148 beschreven archiefstukken