Uw zoekacties: Vierambacht, polder

2.1.11 Vierambacht, polder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Totstandkoming van de droogmakerij, gebied en opheffing
2.1.11 Vierambacht, polder
Inleiding
1
Totstandkoming van de droogmakerij, gebied en opheffing
Tussen 1565 en 1662 waren in het gebied ten noorden van de Oude Rijn, ten oosten van de Woudwetering of Heimanswetering en ten zuiden van het Braassemermeer diverse polders gesticht. Zo ontstonden in de jaren 1565-1572 de Grote, Kleine en Kalkovense polders onder Oudshoorn. *  De Uiteindsche polder onder Ter Aar ontstond ook nog in de 16de eeuw. *  De eveneens onder Ter Aar gelegen Middelpolder werd in het eerste decennium van de 17de eeuw gesticht. *  Twintig jaar later volgde de Heuvelpolder onder Oudshoorn, *  waarna de reeks polderstichtingen besloten werd door de stichting van de Vroonlandse polder onder Esselijkerwoude (1638-1639), de Herenwegse polder onder Esselijkerwoude en Ter Aar (1651) en de Zwetpolder onder Rijnsaterwoude (1662). * 
Door vervening ten behoeve van de turfwinning veranderden deze polders geheel of gedeeltelijk in waterplassen. In november 1731 keurden vrije en ambachtsheren, schouten en ambachtsbewaarders van Esselijkerwoude, Ter Aar, Oudshoorn en Rijnsaterwoude een plan tot bedijking en droogmaking van grotendeels verveende landerijen binnen hun ambachten goed. Het plan omvatte bedijking en droogmaking van de uitgeveende gebieden ten oosten van de Woudwetering of Heimanswetering en ten zuiden van de Leidse Vaart en had betrekking op de Vroonlandse polder, een gedeelte van de Zwetpolder, de Herenwegse polder, de Uiteindsche polder en de Middelpolder 'zoo verre het veen strekt', de Grote polder aan de noordzijde van de Oudshoornse Buurt en de Heuvelpolder. Daarnaast moest de ringdijk om deze droogmakerij ook een gebied ten zuiden en ten oosten van de Oudshoornse Buurt dat nog niet verveend was omvatten. Dit gebied zou in een periode van dertig jaar nat uitgeveend moeten worden. Gedurende deze periode zou het gebied gescheiden blijven van de droogmakerij, waarmee het na voltooiing van de uitvening verenigd zou worden. Een soortgelijke regeling, maar dan voor twaalf jaar, ingaande 1 januari 1731, gold voor nog uit te venen gedeelten van de Uiteindsche polder en de Middelpolder onder Ter Aar. * 
In 1732 werd dit plan tot bedijking en droogmaking met een verzoekschrift om octrooi daartoe gepresenteerd aan de Staten van Holland en West-Friesland. In 1734 brachten Gecommitteerde Raden en het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland een positief advies uit over het plan. Op 11 januari 1736 werd het verlangde octrooi met een bijbehorend reglement door de Staten verleend. *  In de daaropvolgende acht jaren vond de bedijking en droogmaking plaats, ook van de in de jaren 1731-1743 uitgeveende landerijen in de Uiteindsche polder en de Middelpolder. De nog in vervening zijnde gebieden ten zuiden van de Oudshoornse Buurt bleven onder de naam 'Dertigjarige Separatie' tot 1766 een afzonderlijk bestuurde polder, waarna zij met de droogmakerij werden verenigd.
De droogmakerij werd al kort na de verkrijging van het octrooi betiteld als de Vierambachtspolder, naar de vier ambachten waaronder zij gelegen was. Sinds 1858 luidde de officiële naam: polder Vierambacht. De polder werd in het westen begrensd door de Heimanswetering en het Paddegat, in het noorden door het Braassemermeer en de Leidse Vaart, in het oosten door de ringsloot langs de Uiteindsche en Middelpolder en in het zuiden door de ringsloot langs de Grote-, Kleine- en Kalkovense polder. Een heel klein gedeelte van de polder, acht hectare in het noorden van de vroegere Zwetpolder, behoorde tot de gemeente Rijnsaterwoude. Behalve dit kleine stukje behoorde het noordwesten van de polder tot de gemeente Woubrugge, het vroegere ambacht Esselijkerwoude. Het zuiden van de polder behoorde tot Oudshoorn (sinds 1918 Alphen aan den Rijn), het oosten tot Ter Aar.
In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder op 1 januari 1979 opgeheven en opgenomen in het nieuw gevormde waterschap De Aarlanden.
2 Bestuur
3 Bemaling
4 Archief

Kenmerken

Datering:
(1652) 1731-1978 (1986)
Onder de gemeente(n):
Woubrugge, Ter Aar, Alphen aan den Rijn (voorheen Oudshoorn), Rijnsaterwoude
Omvang:
8,90 meter
Inventaris:
P.F. Schevenhoven, 2014
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtsvoorgangers:
Vroonlandse polder (2.1.11.1), Heuvelpolder, Herenwegse polder (2.1.11.2), Zwetpolder (2.1.11.3), Dertigjarige separatie van de landen in de veen- en droogmakerij onder Oudshoorn (2.1.11.4), gedeelte van de Grote polder (1.3.11.1), gedeelte van de Uiteindsche- en Middelpolder (2.1.9)
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring