Uw zoekacties: Slagh- of Stadspolder (tot 1948: Slagh- of Groote- en Kleine...

1.3.14 Slagh- of Stadspolder (tot 1948: Slagh- of Groote- en Kleine Stadspolder) ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Stichting, gebied en opheffing
2 Bestuur
3 Bemaling
1.3.14 Slagh- of Stadspolder (tot 1948: Slagh- of Groote- en Kleine Stadspolder)
Inleiding
3
Bemaling
Sinds 1611 werd het gebied van de polder bemalen door een aan de Slaaghsloot staande molen. Deze molen was eigendom van de stad Leiden en diende primair voor de uitmaling van het vervuilde stadswater. *  Voor deze bemaling betaalde de polder aan de stad Leiden jaarlijks een vergoeding van 25 stuivers per morgen land. * 
In 1788 besloot de stadsraad om de molen buiten werking te stellen. Dit leidde tot bezwaren van de ingelanden, omdat nu hun landen niet meer bemalen werden. In 1806 droeg de stad de molen met molenaarswoning, tuin en erf in volle en vrije eigendom over aan de polder. Omdat de molen in slechte staat was, moest er een nieuwe gebouwd worden. De stadsraad besloot de ingelanden hierin tegemoet te komen door een schenking van een som van fl. 1.500,-. Door verzakking was het in 1856 nodig de molen af te breken en op een nieuwe fundering weer op te bouwen. * 
Rond 1943 werd de molen verbeterd. Onder leiding van de molendeskundigen Dekker en Van Gelder werden de wieken gestroomlijnd, waardoor de werkzaamheid van de molen toenam. Enkele jaren later, in 1946, brachten de ingenieurs W.C. en K. de Wit uit Amsterdam op verzoek van het polderbestuur een rapport uit betreffende wijziging in de bemalingsinstallatie. Ter verbetering van de bemaling diende de door windkracht aangedreven schepradinstallatie vervangen te worden door een elektrisch aangedreven centrifugaalpomp. De vergadering van stemgerechtigde ingelanden besloot echter geen nieuwe bemalingsinstallatie aan te brengen, omdat gebleken was dat de gemeente Leiden binnen enkele jaren tot bebouwing van de polder zou overgaan. Toch bleef men in de daarop volgende jaren de mogelijkheden voor elektrificatie onderzoeken. * 
In 1954 volgde een ingrijpende restauratie. Deels was het herstel van de molen nodig wegens slecht onderhoud. De kosten hiervoor werden geraamd op fl. 15.000,-. Het polderbestuur kreeg voor de restauratie subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Leiden, samen een som van fl. 8.000,-. De overige kosten werden betaald door middel van een geldlening en door de verkoop van obligaties. * 
In 1963 werd door de gemeente Leiden een elektrische hulpbemalingsinstallatie gebouwd om de bemalingscapaciteit op te voeren. * 
In 1965 werd de molen op de monumentenlijst geplaatst. * 
4 Archief

Kenmerken

Datering:
1651-1970
Onder de gemeente(n):
Leiden (voorheen Leiderdorp)
Omvang:
1,40 meter
Inventaris:
G.A. Koese, 2007
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen: