De samenvoeging van de drie polders in 1740 leidde tot ingrijpende wijzigingen in de bemaling. Daarvoor had elke polder zijn eigen bemaling, maar bij de samenvoeging kwam het polderwater van de drie polders gemeen te liggen. In het archief bevindt zich een notitie voor de bode van een bekendmaking dat op 1 mei 1742 zal worden besloten of de molen van de Kleine polder zal worden afgebroken of de komende dertig jaar zal dienen voor de bemaling van de gecombineerde polders. *  Het besluit is niet bewaard gebleven. Feit is dat op de overzichtskaart van Rijnland uit 1746 de drie molens nog zijn ingetekend. *  De molen van de Kalkovensche polder werd in 1766 afgebroken. In zijn overzichtswerk van de polders en waterschappen binnen Rijnland vermeldt Teixeira de Mattos dat de polder werd bemalen door een molen die op de grens van de voormalige Groote en Kleine polder stond en die zijn water door middel van een lange voorboezem op de Oude Rijn uitsloeg. *  Dit moet de molen van de voormalige Groote polder zijn. Deze was uitgerust met een ijzeren scheprad en heeft dienst gedaan tot 1911. In dat jaar werd een stoomgemaal in gebruik genomen en de molen afgebroken. *  Het stoomgemaal heeft dienst gedaan tot in het begin van de Tweede Wereldoorlog. In 1942 werd een nieuw dieselgemaal aan de Kromme Aar gesticht, dat gefunctioneerd heeft tot de opheffing van de polder. * 

In de Vaarsloot, ten westen van de molen, lag sinds de stichting van de tweede molen van de Groote polder in 1577 een houten schutsluis om het varen in de polder mogelijk te maken. *  Met deze sluis kon ook het polderwater van Rijnlands boezemwater worden afgesloten. Deze sluis werd in de zeventiende eeuw diverse malen vernieuwd en in 1741 vervangen door een stenen schutsluis. *  In 1855 werd de sluis vernieuwd. In 1880 had de polder bij Koninklijk Besluit concessie ontvangen om doorvaartrechten te heffen. Het gedeelte van de Groote polder dat binnen de ringdijk van de polder Vierambacht lag, betaalde mee in het onderhoud van de sluis. Omdat de voormalige Kalkovensche polder niets met de sluis van doen had, werd vanaf 1859 en tot en met 1911 een afzonderlijke rekening en begroting gemaakt over het beheer van de sluis. Daarna verloor de sluis aan betekenis en in 1937 werd hij opgeheven. *