Uw zoekacties: Noord-Hoflandsche polder (en Veltpolder)

1.2.5.5 Noord-Hoflandsche polder (en Veltpolder) ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Stichting van de Noord-Hoflandsche polder
1.2.5.5 Noord-Hoflandsche polder (en Veltpolder)
Inleiding
1
Stichting van de Noord-Hoflandsche polder
Het is moeilijk om de lokaties van de oudste poldertjes te traceren, omdat ze aanvankelijk in simpele bewoordingen ingeschreven werden in de vergunningenregisters van het hoogheemraadschap van Rijnland. In de 17de eeuw, toen er sprake was van samenvoeging van particuliere poldertjes, werd geleidelijk aan meer over de juiste locatie in de vergunningen vermeld.
In het gebied, noordelijk van het Sint-Nicolaashuisje en ten westen van de Heerweg, was in 1626 al sprake van een "Jacob Corneliszoonspoldertje". *  Daarin lag veel land van een gasthuis te Leiden.
Vanaf 28 maart 1629 bemaalde het molentje van het Gasthuis- of "Jacob Cornelispoldertje" ook de landerijen van Heijnrick Corneliszoon en Cornelis Gijsbrechtszoon aan de andere kant van de Heerweg, bij de Waddingervliet. *  Om dit gebied tussen de Gasthuiswoning (noordelijk) en de Hofweg of Sint Nicolaaslaan (zuidelijk) te kunnen bemalen is door de Heerweg een duiker gelegd. Het is mogelijk dat het molentje, dat nu dus twee zijden van de Heerweg bemaalde, afgebeeld staat op een kaart uit 1648 van de hand van Johannes Douw. *  Het molentje stond bij een bocht in de Voorwatering precies op de plaats waar de watergang afboog naar de Heerweg.
De lijst van polders onder Voorschoten van 1641 maakt melding van een Jacob Corneliszoon poldertje, 60 morgen groot. *  Zeer waarschijnlijk is dat het hier boven genoemde poldertje. Ten zuiden van het Jacob Cornelispoldertje lag de polder achter "Crijn Gijsbrechten, genaempt Adegeester-moelen, 48 morgen groot". Toen in 1663 van beide polders de molen in slechte toestand verkeerde werd besloten de polders te verenigen en één nieuwe molen te bouwen. Op 9 april 1663 werd een overeenkomst gesloten. *  De naam werd: "Adegeester- of Noorthofflandtse polder". *  De gecombineerde polder was bijna 108 morgen groot.
Een zekere Allaert Poelaert zag zich bij de uitvoering van de werken in zijn rechten verkort en bracht bij Rijnland bezwaar in. Op 10 oktober 1663 moesten partijen voor dijkgraaf en hoogheemraden verschijnen "bij de herberg van Sint Nicolaes". *  Daar werd door het college inspectie gedaan en overleg gevoerd met en tussen partijen. Men kwam er niet uit en de zaak sleepte nog bijna een jaar voort. Eindelijk werd op 30 september 1664 door de rechtbank van Rijnland uitspraak gedaan. De vereniging van beide polders mocht doorgaan en Poellaert zou zijn vrije uitwatering, rechtstreeks naar de Voorwatering mogen behouden. *  Vervolgens verleende Rijnland op 4 oktober 1664 de vergunning. *  De polder was toen ruim 107 morgen groot. Aan het einde van de oude scheidingssloot tussen beide polders, bij de Voorwatering werd door Pieter Pieterszoon Dobbe een nieuwe molen gebouwd. Men gebruikte daarbij een bestaand bestek van de molen van de Fluitpolder. De oude molentjes werden verkocht. * 
Op 18 oktober 1664 kreeg Allaert Poelaert van Rijnland vergunning om vanaf zijn land aan de westzijde van de Heerweg een vaarsloot tot in de Vliet bij het Wedde te mogen maken. *  Een gedeelte daarvan bestond overigens al en behoefde alleen maar verwijd te worden. Toen werd de Heerweg bij het Sint-Nicolaashuisje doorgegraven. Poelaert legde een brug in de Heerweg (Sint-Nicolaasbrug). Bij deze werkzaamheden werd ook de polderkade bij de Hofweg verlegd.
2 Stichting van de Veltpolder
3 Samenvoeging van de Noord-Hoflandsche en Veltpolder
4 Bemaling
5 Archief

Kenmerken

Datering:
1663-1978 (1979)
Onder de gemeente(n):
Voorschoten
Omvang:
2,15 meter
Inventaris:
J.H.M. Sloof, 1995
Annotatie:
Archiefstukken van de Veltpolder zijn in dezelfde inventaris opgenomen als dat van de Noord-Hoflandse polder.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtsvoorgangers:
Veltpolder (1677-1693)
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen: