Mijn Studiezaal (inloggen)
1.2.10 Vogelenzang, polder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )
1.2.10
Vogelenzang, polder
Inleiding
1 Stichting, gebied en opheffing
1.2.10 Vogelenzang, polder
Inleiding
1
Stichting, gebied en opheffing
De eerste waterstaatkundige activiteiten in Vogelenzang dateren al van 1554. Ingelanden tussen de Grietenbrug en de 's-Gravenweg kregen vergunning van D&H van Rijnland tot het maken van een waterlozing. * In 1587 begon men met omslagheffing * en een jaar later werd een keur vastgesteld op de vaart tussen de hierboven genoemde brug en weg. * In 1742 bleek een schotdeur in de dam bij de tegenwoordige Barthenbrug te zijn verdwenen. De ingelanden kregen van D&H van Rijnland toestemming de schotdeur te vernieuwen en tevens om schouw te drijven over de wateringen. *
In 1851 begon de NV Duinwater-Maatschappij uit Amsterdam * met het exploiteren van drinkwaterbronnen in het duingebied. Na verloop van jaren, toen de bevolking van Amsterdam explosief groeide, nam deze drinkwaterwinning dusdanige vormen aan dat er uitdrogingsproblemen optraden. Er werd meer water aan de bodem onttrokken dan er van nature bijkwam. Op 2 mei 1890 verzocht daarom een vijftigtal grondeigenaars en landbouwers aan G.S. van Noord-Holland om schadeloosstelling en irrigatiewerken. * Wegens het voornemen van de waterleidingmaatschappij om de kanalen in het aangrenzende waterwingebied te verdiepen tot 2,5 meter beneden het boezempeil in de Leidse Vaart vreesden ze een nog grotere uitdroging van hun landerijen. Resultaat van het verzoek was dat vijf jaar later de polder Vogelenzang gesticht werd als een inmaalpolder. Op 18 september 1895 werd door G.S. van Noord-Holland het bijzonder reglement vastgesteld en in 1901 kwamen de irrigatiewerken gereed.
In de eerste jaren van de bemaling kreeg de polder van de gemeente Amsterdam een subsidie van f. 1.200,- per jaar. In 1919 liep deze overeenkomst af, waarna het tot 1934 duurde voor er weer onderhandelingen geopend werden over subsidieverlening. In 1939 kwam er weer een regeling tot stand waarin de polder jaarlijks een subsidie kreeg toegezegd van f. 600,-, onder voorwaarde dat er geen afzanding plaatsvond beneden 1,5 meter boven NAP en er geen sloten gegraven werden in verbinding met Rijnlands boezem. *
De polder lag in het zuidelijke deel van de gemeente Bloemendaal. De grenzen werden in het noorden bepaald door het waterschap Mariënduin, in het oosten door de Vogelenzangseweg, in het zuiden door de Margrietenlaan met het denkbeeldige verlengde tot aan de duinen en in het westen door de binnenrand van de duinen.
In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder in 1978 opgeheven en gingen de taken over op het Hoogheemraadschap.
In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder in 1978 opgeheven en gingen de taken over op het Hoogheemraadschap.
2 Bestuur
3 Bemaling
4 Archief
laatste wijziging 07-02-2023
68 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 07-02-2023
68 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
(1743) 1890-1979
Onder de gemeente(n):
Bloemendaal
Omvang:
0,75 meter
Inventaris:
G.A. Koese, 2005
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Scanning on demand:
Licentie:
CC0 1.0 Publiek Domein Verklaring
Geografische namen:
Categorie:
laatste wijziging 07-02-2023
68 beschreven archiefstukken
