Uw zoekacties: Kleiwarenindustrie De Valk BV, voorheen de firma J. Meuwisse...

EAN_0973 Kleiwarenindustrie De Valk BV, voorheen de firma J. Meuwissen te Echt, 1900-1985 ( Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) )

beacon
 
 
Introductie
Korte geschiedenis
Inhoud
Literatuur
Inleiding
Historische inleiding
EAN_0973 Kleiwarenindustrie De Valk BV, voorheen de firma J. Meuwissen te Echt, 1900-1985
1. Inleiding
Historische inleiding
De grondslagen voor het bedrijf werden in 1900 gelegd door de broers J. en W. Meuwissen met de bouw van een relatief bescheiden dakpannenfabriek op de plaats van de voormalige graanmolen aan de Molenbeek te Echt.
De ontwikkeling van het bedrijf, dat aanvankelijk als firma voor eigen rekening werd gevoerd, voltrok zich voorspoedig. Reeds in 1903 kon het aantal ovens worden uitgebreid tot acht. Verdere uitbreidingen volgden in 1906 en 1907.
In 1909 werd een stoommachine geïnstalleerd, die de persen ging aandrijven. Een verdere verbetering van het productieproces vond plaats in 1911 met de aanleg van een systeem van transportbanden.
Twee factoren bleken bepalend voor de verdere uitbreiding van het bedrijf: De introductie van de ringoven in 1914 en vervolgens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In tegenstelling tot de tot dan toe gebruikelijke overslaande vlamoven, die steeds na een bakproces van 2 à 3 dagen moest afkoelen, was de uit compartimenten opgebouwde ringoven continue in bedrijf. Gestookt met gas, opgewekt met behulp van een eigen gasgenerator, kon de productie zo aanmerkelijk worden opgevoerd. Tijdens, maar vooral direct na de Eerste Wereldoorlog nam de vraag naar dakpannen enorm toe. Met name in de voormalige oorlogsgebieden openden zich rijke afzetgebieden. De groei van het bedrijf maakte het in 1923 wenselijk de oude firma om te zetten in een naamloze vennootschap, NV Dakpannen- en Kleiwarenfabriek De Valk, met aan het hoofd drie directeuren, J. Meuwissen, A. de Haes en Fr. Meuwissen.
Zowel in 1925 als in 1927 werden de complete bedrijfsgebouwen door brand verwoest. Beide calamiteiten betekenden niet het einde van het bedrijf maar gaven de impuls tot een belangrijk grotere herbouwing. Drie ringovens, veertien blauwe ovens en acht overslaande vlamovens werden in korte tijd in gebruik genomen, waardoor men in staat bleek nieuwe modellen en producten in het assortiment op te nemen en te voldoen aan de eisen van de markt.
Zo werd eind jaren twintig gestart met de productie van verglaasde dakpannen en verglaasde bakstenen. Begin jaren dertig volgden een aantal zogenaamde ijzerklinker-artikelen, waaronder raamdorpels, vensterbanktegels en vloertegels. Ondanks de moeilijke economische tijden wist het bedrijf goede resultaten te bereiken. Ongeveer 350 mensen verdienden in deze jaren hun brood bij De Valk.
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bracht een voortijdig einde aan deze periode van relatieve voorspoed. Tot 1944, toen Echt in de frontlinies kwam te liggen, bleef De Valk op bescheiden schaal in bedrijf.
Om belastingtechnische redenen besloten de vennoten in 1942 tot omvorming van de naamloze vennootschap in een commanditaire vennootschap (CV).
Direct na de oorlog braken gouden tijden aan. Als gevolg van de grote vraag naar bouwmaterialen kon de keramische industrie floreren. Ook De Valk ging het voor de wind. Vanaf 1950 werd een intensief investeringsprogramma gestart ter verdere uitbreiding en modernisering van het bedrijf. Zo werden de ringovens geleidelijk vervangen door vier moderne tunnelovens, werd het aantal overslaande vlamovens gebracht op veertien en werden er dertien grote tunneldrogerijen in gebruik genomen.
Vanaf 1955 begon zich evenwel een kentering af te tekenen. Met name de arbeidsintensieve dakpannenindustrie zag zich geconfronteerd met problemen van tweeërlei aard namelijk sterk stijgende loonkosten, die vanwege de prijsvaststelling door de overheid niet mochten worden doorberekend en een chronisch tekort aan arbeidskrachten. Import van arbeiders uit met name de streek rond Genk in België en verdere verbetering van de productiemethoden konden dit slechts voor een deel ondervangen. In 1960 besloten de belanghebbenden in het bedrijf opnieuw van rechtsvorm te veranderen.
De commanditaire vennootschap werd weer een naamloze vennootschap.
In de jaren zestig liepen de bedrijfsresultaten steeds verder terug.
De eigen kleivoorraden raakten stilaan uitgeput, zodat dure klei van elders moest worden aangevoerd. Ook werd steeds meer concurrentie ondervonden van bedrijven uit de Waalstreek. Erg nadelig voor de sector bleek de opkomst van andere bouwmaterialen en -systemen. Beton- en prefabelementen verdrongen de traditionele producten meer en meer; platte daken raakten in zwang. In 1971 werd besloten om het meest verlieslijdende onderdeel van het bedrijf, de fabricage van dakpannen, te sluiten. Een groot deel van het personeel werd ontslagen. Voortaan zou het bedrijf zich vooral gaan concentreren op de productie van vloertegels. Toenemende concurrentie en het ontbreken van voldoende financiële middelen voor de hoognodig geachte modernisering en automatisering van het bedrijf, brachten De Valk steeds dieper in de rode cijfers. Zelfstandig voortbestaan van het bedrijf werd niet langer als haalbaar gezien. Nadrukkelijk werd uitgezien naar een overnamekandidaat.
Opnieuw besloten de aandeelhouders tot een verandering van rechtsvorm.
In 1972 werd de NV De Valk omgezet in een besloten vennootschap (BV) met beperkte aansprakelijkheid. In 1975 werd de productie van bakstenen afgestoten; de verliezen liepen te hoog op. Eind december 1979 werd kleiwarenindustrie De Valk BV, kortweg De Valk BV, overgenomen door de Verenigde Bedrijven Bredero NV. Op dat moment waren er nog slechts een zeventigtal personeelsleden werkzaam.
Geschiedenis van het archief

Kenmerken

Datering:
1900-1985
Omvang m1:
4,25 meter
Inventaris:
Inventaris van het archief van de Kleiwarenindustrie De Valk BV, voorheen de firma J. Meuwissen te Echt, 1900-1985 (Maastricht 1997)
Auteur:
P. Arnold, X. Cerfonteijn en C. Lit