Uw zoekacties: Michiels van Kessenich, mr. W. baron, als drankbestrijder, 1939-1964

EAN_0587 Michiels van Kessenich, mr. W. baron, als drankbestrijder, 1939-1964 ( Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) )

beacon
 
 
Introductie
Korte geschiedenis
Inhoud
Literatuur
Inleiding
Historische inleiding
EAN_0587 Michiels van Kessenich, mr. W. baron, als drankbestrijder, 1939-1964
1. Inleiding
Historische inleiding
Mr W. baron Michiels van Kessenich werd op 16 oktober 1902 geboren te Langebrueck (Sachsen-Duitsland) als zoon van jhr W.J.H. Michiels van Kessenich en M.L.C. Menten, en als kleinzoon van L. Michiels van Kessenich, de vroegere hoofdinspecteur van het lager onderwijs. Na het particulier behalen van het diploma gymnasium A ging hij in 1923 rechten studeren in Utrecht, waar hij in 1929 afstudeerde. In dit jaar trad hij in het huwelijk met jkvr. E.L.J.M. van Meeuwen. Het paar kreeg uiteindelijk 14 kinderen waarvan 2 geadopteerd.
Zijn loopbaan begon hij als volontair op de gemeentesecretarie van Geldrop in 1930, daarna werd hij secretaris van de streekplancommissie voor geheel de Meierij. Alhoewel vertoevend in het Brabantse gaf hij toen reeds blijk van zijn belangstelling voor het Limburgse gewest door samen met de toenmalige Commissaris van de Koningin mr E.O.J.M. baron van Hovell tot Westerflier in 1931 de stichting Het Limburgse Landschap op te richten. Hiervan werd hij ook de eerste secretaris. Op 15 mei 1933 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Beek. Ook werd hij bestuurslid van de ANWB, voorzitter van de Limburgse RK Kiezersbond en bestuurslid van de RK standsorganisatie Sint Adelbert.
Bij Koninklijk Besluit van 26 april 1937 werd, toch nog enigszins onverwacht, zijn benoeming tot burgemeester van Maastricht bekend gemaakt. Hij volgde in die functie mr J.L.B. van Oppen op waarvan al langer vaststond dat deze in 1937 als burgemeester zou heengaan, een feit dat aanleiding gaf tot velerlei speculaties omtrent de gewenste kandidaat. De benoeming van jhr Michiels van Kessenich, zijnde van Limburgse origine, materieel onafhankelijk, van onbetwiste statuur en bovenal zeer overtuigd Katholiek, werd alom met instemming begroet. Zijn jeugdige leeftijd werd met het oog op het gewicht van het burgemeesterschap in een stad als Maastricht nu als een pre gezien. Het uitbreken van de oorlog heeft hem enorme moeilijkheden en gewetensconflicten bezorgd, immers Maastricht werd de eerste bezette stad van het Koninkrijk der Nederlanden. Zonder enige mogelijkheid tot overleg in de beleidshiërarchie zag hij zich gedwongen gijzelaars aan te wijzen en andere pijnlijke beslissingen te nemen. Uiteindelijk besloot hij in september 1942 dat zijn positie onmogelijk en dus voor hem persoonlijk onhoudbaar was. Hij legde zijn functie neer en werd als ambteloos burger enige maanden door de illegaliteit van geld voorzien totdat hij een functie bij Philips kreeg, later gevolgd door een functie op directioneel niveau bij de papierfabriek in zijn stad. Bij de bevrijding van Maastricht op 14 september 1944 werd zijn herintreden over Radio Londen bekendgemaakt. Veel aandacht besteedde hij aan de (weder)opbouw van Maastricht. Hij stimuleerde de aanleg van de helihaven en verbeterde de verkeersverbindingen. De inspanningen echter om de industriële mogelijkheden van Maastricht ten volle te ontplooien hadden vaak een wisselend succes. Zijn stad bleek onvoldoende aantrekkingskracht te bezitten voor de talrijke industrieën die overal elders tot groei wisten te komen.
Met grootscheepse middelen ijverde hij voor de ontwikkeling van het natte industriegebied Beatrixhaven, maar de kostbare aanleg hiervan vermocht geen kentering te brengen. Een gunstige investeringscultuur waarop hij hoopte bleef echter uit. Ook een teleurstelling voor Michiels van Kessenich, die zich sinds 2 april 1949 baron mocht noemen, was zijn gevecht om de voltooiing van de onderwijsstructuur, met name de vraag of en wanneer Maastricht universiteitsstad zou worden bleef onbeantwoord. Wel slaagde hij er in om enkele culturele instellingen van betekenis tot stand te doen komen. Genoemd moeten worden de Jan van Eyck Academie, de toneelacademie, de Academie van Bouwkunst en het conservatorium, alle instituten die een integraal deel van de culturele sfeer van Maastricht gingen uitmaken. Verder werden onder zijn bewind onder meer gerealiseerd de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie in het Bosserveld en in Maastricht-Oost, het Centraal Bedrijfsgebouw en Dano Installatie in Limmel, de Maagdendries met de brandweerkazerne en de stadskantoren aan de markt. De indrukwekkende sanering van het Stokstraatkwartier, dat zonder zijn bezielende invloed zeker ten prooi zou zijn gevallen aan de slopershamer, leverde buiten een exemplarische restauratie van een binnenstadsgebied ook grote economische verdiensten op.
In de burgemeestersperiode van Michiels van Kessenich leveren de ter hand genomen objecten van monumentenzorg een imponerende reeks: Kasteel Neercanne, het Bonnefantenmuseum, de Refuge van Meerssen in de Hoogbrugstraat, de Cellebroederskapel, de Joodse Synagoge, de Nieuwenhofkapel, de herstelde Sint Servaasbrug en de Refuge van Herkenrode op de Kommel. Ook werd een indrukwekkend panopticum aan fraai herstelde interieurs afgeleverd: het stadhuis en zijn gobelins, de noodkist en de Kapittelkapel in de Servaaskerk, het interieur en de toneeltoren van de stadsschouwburg, de concertzaal en gevel van het Staargebouw, de orgelkasten en orgels van de Sint Matthijs, Waalse Kerk en de Basiliek, het pand van Charles van Oppen op het Henric van Veldekeplein, de vakwerkgevel van apotheek Hollman en andere gevels aan de Markt. Ook werden diverse restauraties in gang gezet, zoals die van het Dinghuis, de vestingwallen, het Spaans Gouvernement, hoeve De Lichtenberg en het huis van de Provinciale Planologische Dienst. De internationalisering van Maastricht ging hem zeer ter harte, en door met elan de groei van contacten met de grenssteden Luik en Aken te verzorgen werd door hem het begrip Euregio geïntroduceerd.
Het memoreren van de louter zakelijke verdiensten van Michiels van Kessenich voor de stad Maastricht zonder een opmerking over zijn esprit, zijn kleurrijke verschijning en verbale artisticiteit zou een onvergeeflijke omissie zijn. Een groot deel van de waardering der bevolking voor hun burgemeester dankte Michiels van Kessenich immers aan de uiterst onorthodoxe wijze waarop hij zich door het leven bewoog, dit altijd gecombineerd met een briljante eloquentie. Dat dit door de vorming van een rookgordijn van talloze anekdotes leidde tot de status van een legendarisch figuur, moet hem, die zelf de mythologisering van zijn persoon niet schuwde onzegbaar hebben geamuseerd. Op 1 november 1967 nam hij op grootse en hem passende wijze afscheid van de stad Maastricht in een reeks van ontvangsten, toespraken, ceremonies en festiviteiten.
Michiels van Kessenich was lid, erelid, voorzitter of adviseur van vele tientallen verenigingen, organisaties, fondsen, stichtingen, commissies en andere maatschappelijke instellingen. Hij werd vele malen onderscheiden, maar de onderscheiding waar hij het meest aan hechtte was de benoeming in 1951 tot Geheim Kamerheer met Kap en Degen van de Paus. De plechtige uitvaartdienst bij het overlijden van mr W. baron Michiels van Kessenich in 1992 vond plaats op 14 januari in 'zijn' Basiliek van Onze Lieve Vrouw te Maastricht.

Kenmerken

Datering:
1939-1964
Omvang m1:
1 meter
Inventaris:
Inventaris van het archief van mr Baron Michiels van Kessenich, als drankbestrijder
Auteur:
H. Hemels met medewerking van A.M.T. Peeters