Uw zoekacties: Stichting Project Implementation in the Netherlands (PICN)

888 Stichting Project Implementation in the Netherlands (PICN) ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    De Stichting Project Implementation Committee in the Netherlands (PICN) bestond van 1998 tot 2002. Aanleiding voor de oprichting van de stichting was de intentie van het Japanse Asian Women’s Fund (AWF) om door middel van donaties verkregen geld van de Japanse bevolking uit te keren aan de zogeheten ‘troostmeisjes’. De ‘troostmeisjes’, ook ‘comfort women’ genaamd, werden in speciaal voor Japanse soldaten ingerichte ‘comfort stations’ tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië van 1942-1945 tot prostitutie en seksuele slavernij gedwongen. Onder hen bevonden zich voornamelijk vrouwen, meisjes, maar ook jongens.
    Voordat de PICN op 15 juli 1998 werd opgericht, werd er door de Stichting Japanse Ereschulden (JES) en de Japanse ambassade een aantal jaren gecorrespondeerd over het te ontwikkelen project van het AWF. De JES speelde in dit proces nadrukkelijk slechts een bemiddelende rol. Dit had te maken met het feit dat de JES het AWF afwees, omdat het een particuliere organisatie betrof. Het standpunt van de JES was dat de Japanse regering zelf verantwoording af moest leggen. De JES was echter van mening dat het aan de 'troostmeisjes' zelf was om te beslissen of zij aan het project van het AWF mee wilden doen. Contact met het AWF had de JES via de Japanse ambassade. Met medewerkers van de ambassade werden besprekingen gevoerd.
    Toen de PICN was opgericht en de banden tussen de JES en de PICN in 1998 waren verbroken om onduidelijkheden te voorkomen, voerde de PICN het zogenaamde Life Improvement Project uit. De slachtoffers van de dwangprostitutie werden na aanmelding geselecteerd en zij die in aanmerking kwamen, kregen in een driejarige periode geld belastingvrij uitgekeerd. Dit geld was bestemd om de levensomstandigheden van de ‘comfort women’ te verbeteren – het kon bijvoorbeeld worden ingezet om medische kosten te dekken. Bij de eerste uitkering van het geld ontvingen de slachtoffers een exemplaar van een brief van de toenmalige premier van Japan, Ryutaro Hashimoto, aan de toenmalige minister-president Wim Kok. Nadat de uitkeringen werden gestort en het project werd geëvalueerd, is de PICN in 2002 opgeheven.
    De voorzitter van de PICN was aanvankelijk generaal buiten dienst G.L.J. Huyser. Nadat hij om persoonlijke redenen afstand had gedaan van het voorzitterschap, bekleedde M.J. Hamer-Monod de Froideville deze positie. Zij was tevens vertrouwenspersoon van de 'troostmeisjes'. Daarnaast was zij voorheen ook in de JES actief, maar stopte met haar werk voor de stichting in 1998 om zich volledig op de PICN te kunnen richten.
    Literatuur en verwante collecties
    Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven en literatuur.
    Literatuur
    Verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 888, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    1993-2002
    over het archief:
    De Stichting Project Implementation in the Netherlands (PICN) werd opgericht in het kader van het Asian Women's Fund (AWF). De doelstelling van de stichting en het AWF was om aan voormalige 'troostmeisjes' uit Nederlands-Indië, die tijdens de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse nationaliteit bezaten, geld uit te keren ter verbetering van de levenskwaliteit van deze oorlogsslachtoffers.
    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Omvang:
    0,4 meter (76 inventarisnummers)