Uw zoekacties: Woestenburg, J.C.

870 Woestenburg, J.C. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is grotendeels openbaar.

    De inventarisnummers 31-45; 51 en 58 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    870 Woestenburg, J.C.
    Inleiding
    taal van de archiefbescheiden
    ead-typering:
    odd type="langmaterial"
    Het merendeel van de archiefstukken is Nederlandstalig.
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    In de bezettingsjaren was J.C. (Jan) Woestenburg (2 januari 1920) een van de leiders van het clandestiene blad "Ons Volk". Meteen na de bevrijding kreeg hij een aanstelling bij Bureau Nationale Veiligheid. Als secretaris van de Stichting Toezicht Politiek Delinquenten begeleidde hij in 1947 een honderdtal licht gestrafte collaborateurs voor tewerkstelling in Nieuw-Guinea.
    "wat zou er gebeuren met die kleine Adolfs, Antons en Benito’s"
    De Stichting Toezicht Politiek Delinquenten (STPD) werd opgericht op 20 september 1945 om collaborateurs die voorwaardelijk in vrijheid waren gesteld, te begeleiden bij hun terugkeer in de maatschappij. Het doel was enerzijds de vrijgelaten politiek delinquenten onder toezicht te stellen en anderzijds hen bij te staan bij hun reclassering. De stichting vormde een weerspiegeling van de politieke verhoudingen van vlak na de bevrijding. Was eerder die zomer het eerste rooms-rode kabinet geïnstalleerd, ook aan de basis van de STPD stonden een katholiek en een socialistisch voorman.
    Hoogleraar staatsrecht aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen F.J.F.M. Duynstee, tevens verbonden aan de Politieke Opsporingsdienst, bepleitte een verschillende strafrechtelijke behandeling van zware en lichte gevallen van collaboratie. Hij vreesde dat in het naoorlogse Nederland een grote groep "sociaal gevaarlijke paria’s" *  zou ontstaan die mogelijk opnieuw tot politiek extremisme gedreven zou kunnen worden - in de verhoudingen van die dagen bedoelde hij daarmee het communisme.
    Ook vooraanstaand verzetsman en later Tweede Kamerlid voor de SDAP Jaap le Poole had oog voor de "kleine landverraders" *  . Hij beschouwde de vooroorlogse maatschappelijke nood als belangrijkste drijfveer voor lidmaatschap van de NSB. In tegenstelling tot het merendeel van de voormalig illegale werkers was Le Poole van mening dat collaborateurs een kans moest krijgen op terugkeer in de samenleving. Al tijdens de bezetting had hij zijn gedachten laten gaan over wat nazi-sympathisanten later te wachten zou staan. Na lezing van een advertentie waarin een ouderpaar in 1941 trots de geboorte van een "blonde Germaan" verkondigde, vroeg hij zich af wat er zou gebeuren met al die kleine Adolfs, Antons en Benito’s *  .
    Hun bezorgdheid leidde op 20 september 1945 tot de oprichting van de Stichting Toezicht Politiek Delinquenten. Le Poole werd directeur, Duynstee voorzitter van het dagelijks bestuur. Verschillende personeelsleden brachten een verleden van vervolging en verzet met zich mee *  . Zo was de directiesecretaresse overlevende van Auschwitz en had een van de inspectrices van de afdeling Jeugdzaken het bunker-drama in kamp Vught meegemaakt. De vice-voorzitter en een gewestelijk directeur waren van joodse afkomst. Twee andere gewestelijk directeuren hadden gewerkt voor de illegale pers, respectievelijk Je Maintiendrai en Vrij Nederland. En zoals gezegd was secretaris Jan Woestenburg leider geweest van het clandestiene blad Ons Volk. Het maatschappelijk draagvlak van de STPD werd nog verder verbreed doordat een Raad van Bijstand in het leven werd geroepen waarin de meeste politieke partijen, vakorganisaties, kerken en de rechterlijke macht vertegenwoordigd waren.
    In februari 1946 betrok het landelijk bureau van de STPD enkele kamers in het Tweede Kamergebouw aan het Haagse Binnenhof. Halverwege dat jaar was in vijfentwintig steden een plaatselijke afdeling opgericht. De lokale medewerkers hielden toezicht op de politiek delinquenten, bezochten hen in de interneringskampen en stelden reclasseringsrapporten op.
    tewerkstelling in de tropen
    Begin 1947 besloot het Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen politiek delinquenten uit te zenden naar Nieuw-Guinea. Ze moesten daar een Amerikaanse legerbasis ontmantelen en overtollig geworden legermaterieel sorteren. In april dat jaar bezochten Jan Woestenburg als secretaris van de STPD en hoofdinspecteur van het Directoraat-Generaal voor Bijzondere Rechtspleging D.C.A. Bout de bewarings- en interneringskampen om geschikte kandidaten te vinden.
    Uiteindelijk grepen 119 licht gestraften de kans zich te rehabiliteren. Deze "tribunaal-gevallen" werden vervroegd in vrijheid gesteld en ontvingen een maandelijkse toelage waarmee zij hun in Nederland achterblijvende gezinnen konden onderhouden. In Fort Honswijk bij Utrecht werd de groep voorbereid op tewerkstelling in de tropen. Op 28 mei 1947 vertrok het vrachtschip Tarakan uit de haven van Amsterdam om precies een maand later de rede van Tandjong Priok bij Batavia te bereiken. Het aanvankelijke reisdoel was Hollandia, aan de noordkust van Nieuw-Guinea, maar de Nederlandse gemeenschap verzette zich heftig tegen de stationering van de groep delinquenten. Woestenburg, die de leiding had over de missie, wist gedaan te krijgen dat zij konden uitwijken naar het eiland Biak in de Geelvinkbaai.
    De tewerkgestelden kregen onderdak in twee barakken waar eerder Japanse krijgsgevangenen waren ondergebracht. Hun werkzaamheden strekten "ruimschoots tot tevredenheid" *  zodat besloten werd in het voorjaar van 1948 een tweede groep van 99 man naar Nieuw-Guinea te sturen. Een derde en laatste groep van 29 man arriveerde in juli 1948. In oktober1949 keerden de meesten met een getuigschrift en spaargeld terug naar Nederland. Een groep van 33 ex-gevangenen besloot in Nieuw-Guinea te blijven.
    Medio 1951 werd de STPD opgeheven. De werkzaamheden gingen over op reguliere reclasseringsinstellingen: het Nederlands Genootschap tot Reclassering, het Leger des Heils, de Protestants-Christelijke Reclasseringsdienst en de Rooms-Katholieke Reclasseringsvereniging. In zijn bestaan heeft de STPD zo'n negentigduizend vrijgelaten delinquenten begeleid bij hun terugkeer in de maatschappij *  . In het jaarverslag van 1948 kon het bestuur van de STPD vaststellen dat de "onverzoenbare geest" van de bijzondere rechtspleging "zijn scherpste kanten heeft verloren" *  .
    Literatuur en verwante collecties
    Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven en literatuur.
    Literatuur
    Verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 870, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    [1930] 1940-1950 [1989]
    over het archief:
    In de bezettingsjaren was J.C. (Jan) Woestenburg (2 januari 1920) een van de leiders van het clandestiene blad "Ons Volk". Meteen na de bevrijding kreeg hij een aanstelling bij Bureau Nationale Veiligheid. Als secretaris van de Stichting Toezicht Politiek Delinquenten begeleidde hij in 1947 een honderdtal licht gestrafte collaborateurs voor tewerkstelling naar Nieuw-Guinea.
    Openbaarheid:
    Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
    Omvang:
    0,5 meter (96 inventarisnummers)
    Status:
    NIOD-KNAW collectie - private schenking
    Trefwoorden: