Uw zoekacties: Scheepstra, L.

868 Scheepstra, L. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is grotendeels openbaar. Alleen inventarisnummers 54 en 56 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.

    Daarnaast zijn inventarisnummers 36, 39, 44, 55 slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    868 Scheepstra, L.
    Inleiding
    taal van de archiefbescheiden
    ead-typering:
    odd type="langmaterial"
    Het merendeel van de archiefstukken is Nederlandstalig.
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    Liepke "Bob" Scheepstra (Lioessens, Friesland, november 1918) groeide op Schiermonnikoog op. Als beroepsmilitair in de rang van korporaal bij de politietroepen maakte hij de meidagen van 1940 mee. In de zomer van 1940 werd hij rijksveldwachter maar nam eind 1941 een functie aan bij de veiligheidsafdeling van de Algemene Kunstzijde Unie in Arnhem.
    Toen de beroepsmilitairen zich in mei 1943 moesten melden voor krijgsgevangenschap, dook hij onder. Scheepstra, door L. de Jong gekarakteriseerd als “een boom van een kerel, sterk als een beer, maar (wat belangrijker was) een man wiens durf gekoppeld was aan een zeldzame bezonkenheid van oordeel”, raakte al gauw betrokken bij het verzet. Hij zorgde ervoor dat bestaande knokploegen in het oosten van het land hun krachten bundelden en dat er nieuwe groepen ontstonden. Samen met Hilbert van Dijk, Izaak van der Horst en Leendert Valstar groeide Scheepstra uit tot de leidende figuren van de Landelijke Knokploegen. Als enige van de vier zou hij de oorlog overleven.
    Scheepstra organiseerde twee geslaagde overvallen op gevangenissen in Arnhem. Op 11 mei 1944 wist hij Frits Slomp te bevrijden uit de Koepel-gevangenis en op 11 juni 1944 bevrijdde zijn knokploeg 54 verzetsmensen uit het Huis van Bewaring.
    Na de oorlog werd Scheepstra voorgedragen voor de hoogste militaire onderscheiding van Nederland, de Militaire Willemsorde. Aanvankelijk weigerde hij dit eerbetoon te aanvaarden omdat het niet in zijn lijn lag en bovendien in strijd was met de code van verzetsmensen om na afloop van de oorlog geen persoonlijke beloning te aanvaarden. Dit werd zo afgesproken omdat het verzet geen individuele zaak was maar een groepsgebeuren, waarbij ieder afhankelijk was van de betrouwbaarheid van anderen wier verzetsrol minder bekend werd maar even belangrijk was. Bovendien was het verzet gericht op een hoger doel: het ging om de goede zaak, niet om persoonlijk prestige. Daarbij kwam de overweging dat het aanvaarden van onderscheidingen ongerijmd leek ten opzichte van degenen die ten gevolge van hun verzetswerk het leven hadden gelaten. Dat Scheepstra uiteindelijk het Ridderschap van de Militaire Willemsorde toch accepteerde, was gevolg van de aandrang die koningin Wilhelmina op hem uitoefende. Zij overreedde Scheepstra met het verzoek “draag hem dan plaatsvervangend voor al die anderen”. Als het enig voormalige “Top”-lid van de LO-LKP dat de oorlog heeft overleefd was Scheepstra ook de enige die de LO-LKP in dezen representeren kon.
    Liepke Scheepstra overleed op 15 september 2002 op 83-jarige leeftijd in Amersfoort en is op Schiermonnikoog begraven.
    Verwante collecties
    Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven.
    Verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 868, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    [1915] 1945-2009
    over het archief:
    Liepke "Bob" Scheepstra (Lioessens, Friesland, november 1918) was één van de vier leiders van de Landelijke Knokploegen. Hij organiseerde twee geslaagde overvallen op gevangenissen in Arnhem. Op 11 mei 1944 wist hij Frits Slomp te bevrijden uit de Koepel-gevangenis en op 11 juni 1944 bevrijdde zijn knokploeg 54 verzetsmensen uit het Huis van Bewaring. Na de oorlog sloeg koningin Wilhelmina hem tot Ridder in de Militaire Willemsorde.
    Openbaarheid:
    Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
    Omvang:
    0,5 meter (82 inventarisnummers)
    Trefwoorden: