Uw zoekacties: Hoedenfabriek Gebr. Verduin

525 Hoedenfabriek Gebr. Verduin ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is grotendeels openbaar.

    Alleen inventarisnummer 11 is slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.

    Inventarisnummer 7 is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    525 Hoedenfabriek Gebr. Verduin
    Inleiding
    ordening van de archiefbestanddelen
    ead-typering:
    arrangement
    Bij de ordening van het archief is voor een groot deel de bestaande ordening van de archiefvormer gehandhaafd. De persoonlijk stukken van de familie Verduin zijn gescheiden van de stukken betreffende de hoedenfabriek en daarnaast is het archief grotendeels chronologisch geordend op de geschiedenis van het bedrijf.
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    De hoedenfabriek Verduin werd in 1924 opgericht door Abraham Verduin in de Toldwarsstraat 3 te Amsterdam en hield zich bezig met de fabricage van dameshoeden. In september 1925 associeerde Abraham (roepnaam Albert) zich met zijn broer Leon Verduin en werd de naam van het bedrijf Gebr. Verduin, gevestigd in de Warmoesstraat 155 te Amsterdam. Op 21 januari 1936 werd de Hoedenfabriek Gebr. Verduin een Naamloze Vennootschap, gevestigd in de Rapenburgerstraat 90-90A en later in de Rapenburgerstraat 38-42 te Amsterdam. De fabriek specialiseerde zich in dameshoeden gemaakt van haarvilt, met haar van konijnen, hazen en bevers. Anticiperend op mogelijke anti-joodse maatregelen werd in juli 1940 Matheus Wilhelmus Marinus Arens tot mede-directeur benoemd en trokken Abraham en Leon Verduin zich in december 1940 officieel terug uit de zaak. Op 13 april 1942 moest het gezin van Albert Verduin verplicht verhuizen van Bussum naar Amsterdam. Zij ruilden van woning met Arens, waarmee Argi NV, de NV die was opgericht door Arens, officieel in Bussum was gevestigd. In augustus 1941 werd, naar aanleiding van de verordening ter verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven, een bewindvoerder (Verwalter) benoemd in de persoon van Henri Johan Herman Marie Gieskes, die in de Beurspassage te Amsterdam een dameshoedenwinkel had. Abraham Verduin, zijn dochter Wanda, Leon Verduin en hun ouders werden vermoord in Auschwitz. In juni 1945 werd Arens door de Centrale Textiel Inspectie weer tot directeur benoemd. Onder zijn leiding ging het bergafwaarts met het bedrijf tot in maart 1954 het faillissement moest worden aangevraagd door de erven Verduin, te weten de beide weduwes, mevr. A. Verduin-Vyevano en mevr. S. Verduin-Polak, en Ernst Verduin, de zoon van Albert. In 1960 is het bedrijfspand, dat privé-eigendom was van de weduwen Verduin aan de gemeente Amsterdam verkocht. In de jaren '50 en '60 werden de meeste huizen in de vooroorlogse Joodse buurt, waaronder de Rapenburgerstraat 38-42, gesloopt.
    Abraham Verduin
    Erfgoedstuk
    Leon Verduin
    Erfgoedstuk
    Literatuur en verwante collecties
    Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven en literatuur.
    Literatuur
    Verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 525, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    1918-1960
    over het archief:
    Hoedenfabriek Gebr. Verduin werd geleid door twee joodse broers. Hoewel zij al in 1940 een niet-joodse compagnon aanstelden, kreeg het bedrijf in 1941 een door de Duitsers aangewezen bewindvoerder toegewezen.
    Openbaarheid:
    Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
    Omvang:
    0,25 meter (16 inventarisnummers)
    Status:
    NIOD-KNAW collectie - private schenking
    Trefwoorden: