Uw zoekacties: Seligman-Kolkman, F.

513 Seligman-Kolkman, F. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is volledig openbaar.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    513 Seligman-Kolkman, F.
    Inleiding
    ordening van de archiefbestanddelen
    ead-typering:
    arrangement
    Het archief is bestaat uit drie delen:
    a) correspondentie en stukken over werk zijn ondergebracht in de rubriek 'persoonlijk leven';
    b) stukken over het dagelijks leven zijn ondergebracht in de rubriek 'huishouding';
    c) stukken over gedwongen verhuizing en de status van gemengd-gehuwde zijn ondergebracht in de rubriek 'anti-joodse maatregelen'.

    Binnen de rubrieken zijn de stukken chronologisch geordend.
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Levensloop
    Maximiliaan Seligman (Amsterdam 16 maart 1893) was getrouwd met Fernanda Kolkman (Breda 29 november 1899) en werkte bij de Bijenkorf in Den Haag. Het gezin had drie kinderen: Philip Siegfried, Louisa en Albert. Omdat zijn chef NSB’er was, nam Seligman in augustus 1941 ontslag waardoor zijn gezin anderhalf jaar van een uitkering moest rondkomen.

    Als jood kreeg Max Seligman medio 1942 het bevel om naar Amsterdam te verhuizen. Vanwege zijn status als gemengd gehuwde - zijn echtgenote was niet-joods - kreeg hij hiervan vrijstelling. Tegen die tijd echter waren hun meubels al opgeslagen en moest het gezin in de keuken verblijven met slechts een bed, stoel en tafel.
    Op 3 november 1943 om acht uur 's ochtends kreeg het gezin Seligman bevel om binnen een half uur te vertrekken. Met duizend andere bewoners moesten zij de kuststreek verlaten, die in verband met een mogelijke landing van geallieerden tot Sperrgebiet was verklaard. Het gezin werd ondergebracht in weeshuis Groenestein. Dit lag vlak naast een gebouw dat door de SS was gevorderd, zodat Max Seligman zich niet buiten durfde te vertonen. Veertien dagen later kregen de evacués een adres in Rijswijk toegewezen waar ze op een zolderkamer zonder verwarming sliepen. Om warm te worden gingen ze naar het postkantoor of kennissen. Een kennis noemde hen de "zwervelingen in onze residentie".
    Detail van de distributiestamkaart van Maximiliaan Seligman, waaruit blijkt dat hij op 3 november 1943 werd geëvacueerd uit zijn huis aan de Van Aerssenstraat 265, en op 19 november dat jaar werd ingeschreven in de Van Waldeck Pyrmontlaan 42 te Rijswijk.
    Erfgoedstuk
    Eerder dat jaar waren de ouders van Max Seligman al naar Westerbork gestuurd. Toen hij in mei 1944 vernam dat het Haagse bureau van de Joodse Raad een paar honderd brieven uit Polen had ontvangen, hoopte hij nog op een levensteken. Hij kreeg zijn verzoek echter terug met de tekst: "Tot mijn leedwezen moet ik U mededelen, dat van geen der door u genoemden bericht uit Opper-Sileziën is ingekomen".

    In de zomer van 1944 kwam dochter Louisa drie dagen later terug dan was afgesproken. Vanwege de vele treinbeschietingen maakte haar vader zich grote zorgen. Op de avond van haar thuiskomst kreeg Max Seligman, die toch al aan hoge bloeddruk en spanningen leed, een hersenbloeding. Hij overleed twee dagen later, op 12 augustus 1944. Waarschijnlijk heeft hij nooit geweten dat zijn moeder al in februari 1943 en zijn vader in mei 1943 in Auschwitz om het leven waren gebracht.
    Literatuur
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 513, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    1940-1945
    over het archief:
    Het echtpaar Seligman was gemengd gehuwd. Omdat hun huis in Sperrgebiet stond, moesten zij in november 1943 evacueren. Samen met hun drie kinderen moesten zij op een onverwarmde zolderkamer wonen. Spanningen en zorgen leidden uiteindelijk in augustus 1944 tot de dood van Max Seligman.
    Openbaarheid:
    Volledig openbaar
    Omvang:
    0,1 meter (19 inventarisnummers)
    Trefwoorden: