270c Proces Eichmann ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
270c
Proces Eichmann
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel openbaar.
laatste wijziging 25-03-2020
591 beschreven archiefstukken
Geschiedenis
Adolf Eichmann (1906-1962) kreeg in 1940 de leiding van Referat IVD4 van het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. De taak van het referaat was emigratie en gedwongen migratie (meestal naar ghetto’s) van joden. In maart 1941 kreeg zijn referaat een andere aanduiding, IVB4, en een andere taakomschrijving. Referat IVB4 werd toen het bureau dat de Endlösung moest organiseren.
Op 11 mei 1960 werd Eichmann in Argentinië gearresteerd door de veiligheidsdienst van Israël. Op 11 april 1961 begon het proces tegen hem in Jerusalem. 1 juni 1962 werd de hem opgelegde doodstraf voltrokken.
laatste wijziging 25-03-2020
591 beschreven archiefstukken
Inventaris
aanvraaginstructie
Stukken uit deze collectie kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: collectie 270c, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Stukken uit deze collectie kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: collectie 270c, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
93 'Aufzeichnung' van Luther aan het Auswärtige Amt over de stand van de Endlösung in het algemeen en in een aantal Europese landen in het bijzonder, 21 aug. 1942.
270c Proces Eichmann
Inventaris
93
'Aufzeichnung' van Luther aan het Auswärtige Amt over de stand van de Endlösung in het algemeen en in een aantal Europese landen in het bijzonder, 21 aug. 1942.
laatste wijziging 15-04-2010
Uitgangspunt bij de Endlösung was de verwijdering van alle Joden uit Europa onder de centrale leiding van de Sipo. Het Auswärtige Amt stelde het Madagaskarplan voor, dat door het RSHA werd uitgewerkt, maar intussen achterhaald is door de 'politieke ontwikkeling'. Dit neemt niet weg dat de afd. D III van het Auswärtige Amt op last van Ribbentrop de 'Evakuierung' in zeer nauwe samenwerking met de diensten van de RFSS moet nastreven. Op 20 januari 1942 (Wannsee-Konferenz) deelde Heydrich mee, dat Hitler met de deportaties naar Oost-Europa had ingestemd. Bij die gelegenheid had Luther met Heydrich afgesproken dat alle kwesties m.b.t. het buitenland van te voren met het Auswärtige Amt geregeld zouden worden. Aan deze afspraak heeft het RSHA zich zeer correct gehouden. Met de deportaties werd in Duitsland begonnen. Aan de regeringen van Slowakije, Kroatië en Roemenië werd gevraagd of zij er i.o.m. hun eigen anti-Joodse politiek er in toestemden, dat Joden met deze nationaliteiten in Duitsland, ook gedeporteerd werden. De betrokken regeringen gaven hun toestemming. Op de zelfde wijze werden de deportaties uit de bezette gebieden geregeld. Verder zijn tot nu 52000 Joden uit Slowakije met instemming van de regering aldaar gedeporteerd. Met diplomatieke druk op president Tiso zal getracht worden ook de resterende 35000- tot nu toe vrijgestelde - Joden te deporteren. Ook Kroatië is het eens met de Aussiedlung. De regering aldaar verlangt vooral de deportatie van 4000-5000 Joden uit de Italiaanse zone (de streek rond Dubrovnik) dit kan alleen met Duitse hulp, daar van Italiaanse zijde tegenstand te verwachten is.
Desondanks moet de Aussiedlung met de Kroatische beslissing in de hand doorgezet worden. Ook in het door de Italianen bezette deel van Frankrijk zijn deze moeilijkheden ontstaan. Abetz betreurt vooral dat de Asmogendheden op dit punt geen gelijke koers volgen. In Bulgarije ondervindt de regering moeilijkheden bij het van toepassing verklaren van zijn anti-Joodse wetgeving t.o.v. buitenlandse Joden. Ribbentrop heeft de Bulgaarse regering meegedeeld, dat Hitler definitief tot de algehele 'Entjudung' van Europa besloten had, en geadviseerd niet op buitenlandse protesten te letten. Overigens is Bulgarije bereid de deportaties uit het land toe te staan. In Hongarije is deze kwestie nog niet aan de orde, omdat de 'Judengesetzgebung' daar nog niet ver genoeg gevorderd is. Roemenië heeft zelf om de deportatie van alle Joden uit dit land verzocht. Op wens van Slowakije, Kroatië en Roemenië zijn bij de Duitse legaties in die landen 'Judenberater' gedetacheerd, die door het RSHA zijn afgestaan. Alle hier besproken toekomstige deportaties vormen een fase in de 'Endlösung'; zij zijn met het oog op staten als Hongarije erg belangrijk. De deportatie naar Polen is van voorlopige aard; vandaar gaan de Joden verder oostwaarts.
laatste wijziging 25-03-2020
591 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
[1937-1945] 1961-1962
over het archief:
Adolf Eichmann (1906-1962) kreeg in 1940 de leiding van Referat IVB4 van het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn. De taak van het referaat was emigratie en gedwongen migratie (meestal naar ghetto’s) van joden. In maart 1941 kreeg zijn referaat een andere aanduiding, IVB4, en een andere taakomschrijving. Referat IVB4 werd toen het bureau dat de Endlösung moest organiseren.
Op 11 mei 1960 werd Eichmann in Argentinië gearresteerd door de veiligheidsdienst van Israël. Op 11 april 1961 begon het proces tegen hem in Jerusalem. 1 juni 1962 werd de hem opgelegde doodstraf voltrokken.
Op 11 mei 1960 werd Eichmann in Argentinië gearresteerd door de veiligheidsdienst van Israël. Op 11 april 1961 begon het proces tegen hem in Jerusalem. 1 juni 1962 werd de hem opgelegde doodstraf voltrokken.
Soort:
Collectie
aard van de documenten:
De collectie bestaat vooral uit stukken die vanuit Nederland zijn ingebracht in het proces tegen Eichmann.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Omvang:
4,3 meter, 34 dozen
Status:
NIOD-KNAW collectie
Trefwoorden:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 25-03-2020
591 beschreven archiefstukken