Uw zoekacties: Rosenberg Files

265 Rosenberg Files ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    De collectie is volledig openbaar.
    Inleiding
    titel collectie
    collectievormer
    omvang
    citeer en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
    265 Rosenberg Files
    Inleiding
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
    ead-typering:
    custodhist
    Het is onduidelijk hoe de kopieën van de Rosenberg-files bij het RIOD zijn gekomen. Vermoedelijk is deze collectie het werkarchief geweest van RIOD-medewerker A.J. van der Leeuw, wiens aantekeningen zich hier en daar tussen de documenten bevinden. Van der Leeuw heeft de kopieën gebruikt voor het maken van een notitie voor dr. L. de Jong. De Jong gebruikte deze notitie voor het schrijven van ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’. Van der Leeuws notitie is ondergebracht in NIOD-collectie 785, 'Notities voor het geschiedwerk'.

    Duidelijk is wel dat de originele Rosenberg-files bij verschillende archiefinstellingen zijn ondergebracht.

    Over de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg is bekend dat het archief van het hoofdkwartier van de E.R.R. in Berlijn en later in Ratibor (Racibórz), op een paar uitzonderingen na, verloren is gegaan. Het meeste is door de nazi’s vernietigd bij de komst van de geallieerde legers. Van Nederland en Frankrijk is relatief veel bewaard gebleven. Overgebleven zijn kwartaalberichten, reisberichten, de briefwisseling met de Arbeitsgruppe Niederlande, Ostgebieten en Belgrado. Ook zijn enkele persoonlijke stukken van Rosenberg gespaard gebleven. Deze documenten zijn door de Amerikanen in beslag genomen en overgebracht naar Neurenberg, waar ze in het Neurenbergerproces als bewijsstukken hebben gediend. Ze zijn daar een klein onderdeel geworden van de zogenaamde Rosenberg-files. Hiertoe behoren onder andere ook de documenten met betrekking tot het Reichsministerium für die besetzten Ostgebiete.
    Het meeste materiaal uit de Rosenberg files dat betrekking heeft op de E.R.R. is later overgebracht naar de Verenigde Staten, waar ze berusten bij de National Archives and Records Administration in Washington. De Rosenberg-files zijn geheel verfilmd. De op Nederland betrekking hebbende documenten zijn na de oorlog niet toegevoegd aan de Rosenberg-files, maar bevinden zich in het Bundesarchiv te Koblenz. Materiaal dat vooral betrekking heeft op Frankrijk, maar ook documenten van algemene aard, zijn terecht gekomen bij het Centre de Documentation Juive Contemporaine in Parijs. De kopieën in deze collectie zijn van documenten uit al deze bovengenoemde instellingen. * 

    Het deel van de Rosenberg-files dat betrekking heeft op het Ostministerium is vermoedelijk ondergebracht in het Bundesarchiv in Berlijn Lichterfelde. * 
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    Alfred Rosenberg
    Alfred Ernst Rosenberg (1893-1946) emigreerde in 1919 vanuit Rusland (Estland) naar München en sloot zich daar aan bij de NSDAP. In de jaren twintig was hij hoofdredacteur van de 'Völkischer Beobachter', de partijkrant van de NSDAP. Rosenberg was een overtuigd antisemiet en ontwikkelde zich gedurende de jaren twintig en vroege jaren dertig tot partijideoloog. Na Hitlers verkiezing tot rijkskanselier in 1933 werd Rosenbergs positie geformaliseerd. Hij werd belast met de opbouw en leiding van de buitenlandse politieke dienst van de partij en benoemd tot 'Beauftragter des Führers für Überwachung der gesamten geistigen und weltanschaulichen Schulung und Erziehung der NSDAP'. *  .
    Hohe Schule der NSDAP
    Rosenbergs belangrijkste doel was de nationaalsocialistische ideologie op een wetenschappelijke manier te onderbouwen en onderwijzen. Allereerst moest het partijkader zodanig worden geschoold dat de leer via dit kader verder verbreid kon worden. Rosenberg had hiervoor een universitaire opleiding in gedachten. Daarna moest het gehele onderwijs opnieuw worden gestructureerd en ingericht. Op 29 januari 1940 gaf Hitler een volmacht, waarin hij het bevel gaf om tot de oprichting van een universiteit over te gaan ter ondersteuning van de partij: de 'Hohe Schule der NSDAP'. Deze Hohe Schule werd gevestigd in Frankfurt am Main. Rosenberg droeg zijn 'Dienststelle' op om voorbereidingen te treffen om wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken en om de benodigde bibliotheken in te richten. De 'Zentralbibliothek der Hohe Schule der NSDAP' in Berlijn moest voor alle nog op de richten vestigingen een coördinerende rol spelen. Via een actie-eenheid (Einsatzstab) moest deze Zentralbibliothek en ook de 'Bibliothek zur Erforschung der Judenfrage' en de 'Bibliothek zur Erforschung der Freimauerei', beide bibliotheken van onderafdelingen van de Hohe Schule in Frankfurt, van de benodigde boekenverzamelingen worden voorzien. * 
    Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg für die besetzsten Gebiete
    Op 17 juli 1940 werd de 'Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg für die besetzsten Gebiete' opgericht. Een aantal speciale afdelingen van dit uitvoerende commando kreeg de opdracht om 'ontaarde' kunstvoorwerpen, archieven en bibliotheken te verzamelen, registreren en beheren. Zo werden de 'Sonderstab Bildende Kunst, Kirchen, Musik, Presse, Volkskunde, Wissenschaft, Archive en Bibliotheken' opgericht. Hiërarchisch zou de E.R.R. een onderafdeling van de sector 'Kunstpflege' van Rosenbergs Dienststelle blijven. * 

    Het ging in eerste instantie om het confisqueren van materiaal over en van de politieke tegenstanders van het Derde Rijk: joden en vrijmetselaars. De tweede belangrijke taak was het traceren van Duits cultureel erfgoed in musea, archieven en bibliotheken. Het confisqueren en naar Duitsland versturen van private collecties en persoonlijke eigendommen van joden die waren gevlucht (zulk materiaal werd 'herrenlos' ofwel 'eigenaarloos' genoemd) volgde al snel. Veel geroofde kunstobjecten vonden hun weg naar de persoonlijke collectie van Hitler, die werd aangelegd voor het te bouwen 'Führermuseum' in Linz, en naar die van Hermann Göring. De E.R.R. organiseerde in de bezette gebieden spoedig de grootste systematische kunst- en cultuurroof in de geschiedenis. Het werk van de E.R.R. werd 'gelegitimeerd' door verschillende persoonlijke decreten van Hitler en ondersteund door de Militärverwaltung, de Sicherheitspolizei, de Sicherheitsdienst en de Geheime Feldpolizei. * 
    De E.R.R. in Nederland
    De 'Hauptarbeidsgruppe Niederlande', gevestigd in Amsterdam, had als taak: het verzamelen, registreren, catalogiseren en naar Duitsland zenden van in beslag genomen boeken, meubels, textiel en kunst (voornamelijk uit joods bezit). Tevens moest de groep 'verboden lectuur' vernietigen. Het commando hield zich ook bezig met onteigenings- en geldzaken. Alles werd naar Duitsland getransporteerd. * 
    Reichsministerium für die besetzten Ostgebiete
    Na de inval van Duitsland in de Sovjet-Unie in 1941 werd Rosenberg tot ‘Reichsminister für die besetzten Ostgebiete’ (de Baltische staten, Wit-Rusland en de Oekraïne) benoemd. Hij was daar verantwoordelijk voor de gettoïsering en systematische moord op de joden. In de context van deze collectie is Rosenbergs verantwoordelijkheid voor de economische exploitatie van de bezette oostelijke gebieden van belang. Nederlandse boeren gingen aanvankelijk voor de ‘Ostdeutsche Landbewirtschaftungsgesellschaft’ (ook wel Ostland) in de door de Duitsers veroverde Russische gebieden aan de slag. Na de oprichting van de Nederlandse Oost Compagnie NV (N.O.C) op 6 juni 1942 werden Nederlanders via deze instelling in het oosten te werk gesteld.
    Literatuur en verwante collecties
    Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven en literatuur.
    Literatuur
    Verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 265, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    1940-1945
    over het archief:
    De collectie bevat kopieën van documenten uit de Tweede Wereldoorlog afkomstig uit het Rosenberg-dossier van het tribunaal te Neurenberg. De stukken hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg in Nederland en de arbeidsinzet van Nederlanders in de bezette oostelijke gebieden.
    Soort:
    Collectie
    Openbaarheid:
    Volledig openbaar
    Omvang:
    0,5 meter, (47 inventarisnummers)
    Status:
    NIOD-KNAW collectie
    Trefwoorden:
    Zie ook:
    Archiefvormer(s):