Uw zoekacties: NV Handelsmaatschappij Cellastic

251b NV Handelsmaatschappij Cellastic ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
    Inleiding
    titel van het archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    ordening van het archief
    aard van de archiefbestanddelen
    251b NV Handelsmaatschappij Cellastic
    Inleiding
    aard van de archiefbestanddelen
    Geschreven en getypte documenten, geen bijzondere handschriften.
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    NV Handelsmaatschappij Cellastic was een in 1937 door de Duitser Rudolf Ruscheweyh en Rhodius Koenigs Handelmaatschappij in Amsterdam opgerichte maatschappij die zich ten doel stelde: handel in het algemeen en in het bijzonder het verhandelen van octrooien licenties, alsmede de exploitatie daarvan. Commissaris was Alfred Flesche, directeur van Rhodius Koenigs, terwijl Ruscheweyh gedelegeerd commissaris werd. De NV heeft zich, voor zover kon worden nagegaan, van 1937-1940 uitsluitend bezig gehouden met de handel in en de exploitatie van een Frans patent voor het vervaardigen van kogelvrije autobanden.

    In de loop van 1941 heeft Ruscheweyh alle aandelen van de maatschappij in zijn bezit gekregen. De oude directie trad uit, evenals commissaris Flesche; de Nederlander H.W.F. Kleiter werd (commercieel) directeur. Tijdens de oorlog was de doelstelling van Cellastic het kopen van octrooien in de door Duitsland bezette gebieden, welke voor exploitatie na de oorlog in aanmerking konden komen. In maart 1942 werd het bureau verplaatst van Amsterdam naar Den Haag, terwijl in de loop van 1942 tevens een kantoor van Cellastic gevestigd werd te Parijs.
    Hoewel de meeste werkzaamheden in Parijs waren geconcentreerd, bleef Den Haag echter de hoofdzetel. Voorts werd nog een bijkantoor in Brussel gevestigd. Als technisch directeur van het Parijse bureau trad op Regierungsbaurat Dr. J.M. Liebel. Aan dit bureau werd een staf van wetenschappelijke medewerkers gevormd, in hoofdzaak bestaande uit Duitsers, Fransen en Nederlanders. Tot de Nederlanders (adviseurs en medewerkers) behoorden onder meer de Amsterdamse hoogleraar dr. J.A.A. Ketelaar, de Leidse hoogleraar en tevens directeur van het Kamerlingh Onneslaboratorium dr. W.J. de Haas en een medewerker van laatstgenoemde: drs. J. Kistemaker.
    Van Nederland uit werden visa-kwesties, salarisuitbetalingen, contact met het bureau in Parijs, et cetera, behalve door het kantoor van Cellastic in Den Haag, sedert de tweede helft van 1943 tevens behandeld door de Duitse zakenman Ludwig Colshorn te Amsterdam.
    Reeds tijdens de oorlog was de verdenking gerezen, dat de NV Cellastic achter de façade van een zogenaamd neutrale firma tevens door de Duitse Wehrmacht werd gebruikt om octrooien en ideeën op te sporen, waarvan de toepassing van belang zou kunnen zijn voor het Duitse oorlogsapparaat. Naar deze activiteiten werd door de zogenaamde "Alsos-mission" onder de Amerikaanse hoogleraar dr. S.A. Goudsmit in oktober 1944 een onderzoek begonnen, als onderdeel van een hem door de Amerikaanse regering verstrekte opdracht na te gaan hoe ver de Duitsers gekomen waren met hun werkzaamheden ter vervaardiging van een atoombom; bovenbedoelde nasporingen, die begin 1945 werden overgenomen door ambtenaren van de Nederlandse regering in Londen en in de loop van 1945, zoals reeds vermeld geconcentreerd werden bij het Militair Bureau voor Wetenschappelijke Inlichtingen, wezen onder meer uit dat Cellastic tijdens de oorlog in gecamoufleerde vorm voor de Duitse Abwehr had gewerkt. De Nederlandse medewerkers dr. De Haas, dr. Ketelaar en drs. Kistemaker zouden hiervan niet op de hoogte zijn geweest. Van werkzaamheden van Cellastic in verband met pogingen van de Duitsers om de vervaardiging van een atoombom te bewerkstelligen is, ook na voortzetting van het onderzoek van het Militair Bureau door het Bureau Nationale Veiligheid (later de Binnenlandse Veiligheidsdienst) evenmin gebleken en eventuele bewijzen voor ongewenste activiteiten van genoemde Nederlanders konden, ook wat dit aspect betreft, niet worden verkregen.
    Verwante literatuur
    Zie voor de activiteiten van deze drie wetenschapsbeoefenaren, en de rol van Cellastic in het algemeen, ook dr. L. de Jong: "Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 7 pag.571/572 n) en deel 13, 528-529.
    NIOD 97a, Collectie L. Colshorn, (1923) 1930-1945
    Reformatorisch Dagblad, 29 februari 1996: "Voor de vijand op onderzoek uit".
    De Tijd, 18 maart 1971: "Zuivering Kistemaker ontkent".
    Vrij Nederland, 10 april 1971: "Wie zuiverde Kistemaker?".
    C. Haas, Levensbericht Jan Arnold Albert Ketelaar, 21 april 1908-23 november 2001, in: Levensberichten en herdenkingen, 2003, p. 31-38; 33-34 (www.dwc.knaw.nl/DL/Levensberichten/PE00001243.pdg)
    Rienk Kessenich, Façade achter de façades. Een bronnenonderzoek naar de Cellastic-affaire, z.pl. 1996.
    Peter Jan Knegtmans, Een kwetsbaar centrum: De universiteit van Amsterdam, Amsterdam 1998, p. 206, 207, 250, 294.
    Wim Klinkenberg, De ultracentrifuge, 1937-170. Hitlers bom voor Strauss? (Amsterdam 1971)
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 251b, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    (1923) 1936-1959 (1968)
    over het archief:
    De NV Handelsmaatschappij Cellastic, opgericht in 1937, kocht tijdens de oorlog octrooien in de door Duitsland bezette gebieden op, dievoor exploitatie na de oorlog in aanmerking konden komen. Naoorlogs onderzoek wees echter uit dat het bedrijf heimelijk voor de Duitse inlichtingendienst had gewerkt.
    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
    Omvang:
    0,375 meter (15 inventarisnummers)